56
www.stobag.com
4.2) Programmeren van de standen “0” en “1”
Voor het programmeren van de standen dient u een afstandsbediening te gebruiken die al in Modus I is opgeslagen. Zolang er geen geldige
standen “0” en “1” in het geheugen van de besturingseenheid zijn opgeslagen, worden de bewegingen alleen in aanwezigheid van iemand
uitgevoerd. Bij het begin is de richting van de motor nog niet vastgesteld, maar wanneer punt 1 van tabel “A3” is uitgevoerd wordt de richting
van de motor automatisch aan de toetsen op de afstandsbedieningen toegekend.
Voor het programmeren van de standen 0 en 1 dient u de procedure van tabel “A3” te volgen:
Tabel “A3” Programmeren van de standen “0” en “1” Voorbeeld
1.
Druk op de toets ▲ of de toets ▼ van een al in het geheugen opgeslagen afstandsbediening
en houd die ingedrukt tot het zonnescherm helemaal opgerold is en de motor automatisch stopt.
2. Druk op de toets ▼ die het zonnescherm laat zakken, en houd die ingedrukt.
3. Laat de toets ▼ los wanneer het scherm de gewenste stand (“1”) bereikt heeft Stel zo
nodig de stand met de toetsen ▼ en ▲ bij.
4. Houd de toets ■ van de zender ingedrukt totdat u een geluidssignaal hoort
(na ongeveer 5 seconden).
5. Laat de toets 5 los en druk daar opnieuw 5 seconden lang op totdat u ■ snelle
geluidssignalen hoort.
6. Druk op de toets ▼ totdat u 3 geluidssignalen hoort en een korte manoeuvre naar
omhoog en omlaag aan zal geven dat de stand in het geheugen is opgenomen.
5s
5s
4.3) Optionele programmeringen
U kunt pas een optionele programmering uitvoeren wanneer u de standen “0” en “1” hebt geprogrammeerd.
4.3.1) Opslaan van de tussenstand “I”
Wanneer er een tussenstand “I” geprogrammeerd is zal het mogelijk het scherm op stand “I” te zetten door tegelijkertijd op de 2 toetsen ▲
▼ van de zender te drukken.
Voor het opslaan van de tussenstand dient u de procedure uit tabel “A4” te volgen:
Tabel “A4” Programmeren van de tussenstand “I” Voorbeeld
1. Zet het scherm met behulp van de toetsen ▲ ■ ▼ van een afstandsbediening op de
stand die u als stand “I” in het geheugen wilt opslaan.
2. Houd toets ■ ingedrukt tot u (na ongeveer 5 seconden) een geluidssignaal hoort.
3. Laat de toets los en houd toets ■ nogmaals 5 seconden ingedrukt tot u 4 korte
geluidssignalen hoort.
4. Druk tegelijkertijd op de toetsen ▼ ▲ tot 3 geluidssignalen aangeven dat de stand is
opgeslagen.
5s
5s
4.3.2) Programmeren van het verminderen van het koppel bij het sluiten (RDC)
Koppelreductie is een programmeerbare functie die met ongeveer 50% het koppel van de motor verlaagt kort voordat het scherm helemaal
dicht is tegen de cassette; dit om te voorkomen het doek te strak aan te trekken. Deze functie wordt automatisch actief na programmering
van de waarden 0 en 1 (de programmering gebeurt altijd bij maximale kracht) maar kan gedeactiveerd (of opnieuw geactiveerd) worden.
Opmerking - de automatische activering van de functie RDC vindt niet plaats als de programmering van de posities wordt uitgevoerd met de
programmeereenheden MA 2000; in deze gevallen kan de functie, indien gewenst, met de hand geactiveerd worden.
Tabel “A5” Programmeren van het verminderen van het koppel (RDC) Voorbeeld
1. Houd toets ■ van een al in het geheugen opgeslagen zender zo lang ingedrukt tot u
(na ongeveer 5 seconden) een geluidssignaal hoort.
2. Laat de toets los en druk nogmaals 5 seconden op toets ■ tot u 4 korte geluidssignalen
hoort.
3. Druk op toets ■ totdat 3 geluidssignalen aangeven dat de functie RDC geactiveerd is.
5s
5s
MOVENO_DSRC-E.indd 56MOVENO_DSRC-E.indd 56 1.12.2011 15:49:20 Uhr1.12.2011 15:49:20 Uhr
To Next Page
Loading...