43
NL
UW APPARAAT WERKT NIET. WAT NU?
PROBLEMEN OORZAKEN OPLOSSINGEN
Het apparaat werkt
niet
De stekker zit niet in het
stopcontact.
Doe de stekker van het
apparaat in het stopcontact.
Zorg dat het netsnoer goed in
het zijhandvat zit en de stekker
goed in het stopcontact.
Het motorblok (B) is
niet goed aangebracht of
is geblokkeerd.
Haal een deel van de
ingrediënten uit de kan.
Zorg ervoor dat de inhoud het
MAX-niveau niet overschrijdt en
dat de ingrediënten gelijkmatig
zijn verdeeld op de bodem van
de kan.
Overmatige
trillingen
Het apparaat staat
niet op een vlakke
ondergrond, het apparaat
staat niet stabiel.
Zet het apparaat op een vlakke
ondergrond stabiel neer.
Te veel ingrediënten in
de kan.
Verminder de hoeveelheid
ingrediënten.
De kan loopt over
De overloopsensor (C)
is vuil.
Reinig de sensor (C).
Te veel ingrediënten in
de kan.
Verminder de hoeveelheid
ingrediënten.
De bereiding is niet
goed gemixt
Er zijn te grove of te
harde ingrediënten
gebruikt.
Maak de ingrediënten kleiner
of verminder de hoeveelheid
ingrediënten.
Aandrijving stopt
door overbelasting-
beveiliging.
Laat uw apparaat ten minste
20 minuten afkoelen en maak
de ingrediënten kleiner of
verminder de hoeveelheid
ingrediënten Voeg vloeistof toe.
Het apparaat
veroorzaakt
kortsluiting
Er is vocht in het
apparaat gekomen.
Laat het apparaat gedurende
24 uur drogen voordat u de
stekker van het apparaat weer
in het stopcontact steekt.
Uw apparaat
geeft constant
geluidssignalen af
en alle LED-lampjes
knipperen
Vuile overstromingssensor
(C)
Uw apparaat is uitgerust
met een overloopsensor
(C).
Reinig de sensor (C)
Verminder de hoeveelheid
ingrediënten.