EasyManua.ls Logo

Truma trumatic c 6002 - Elektrische Aansluiting

Truma trumatic c 6002
30 pages
Go to English
Print Icon
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
19
40710-00) aan. Als een gas-
kachel aanwezig is, kunnen
de waterklemmen met de
slangklemmen vorstvrij op de
buizen voor de verdeling van
warme lucht worden aange-
bracht.
Let op : Om een gehele ont-
lediging van de waterinhoud
alsook een duurzame dicht-
heid van de waterslangen aan
het toestel te waarborgen,
moet er steeds gebruik ge-
maakt worden van de inge-
sloten aansluitschroefverbin-
dingen!
De hoekaansluiting (met
ventilatieklep, figuur K) wordt
aan de bovenste warmwater-
aansluiting en de rechte
aansluiting aan de onderste
koudwater-aansluiting aan-
gesloten.
Breng alle waterleidingen
in dalende lijn ten opzichte
van de veiligheids-/aftap-
kraan aan! U kunt in geval
van vorstschade geen aan-
spraak maken op de garan-
tie!
De elektrische
veiligheids-/aftapkraan
monteren
De elektrische veiligheids-/af-
tapkraan moet in de onmid-
dellijke nabijheid van het ap-
paraat in de verwarmde ruim-
te en op een voor de gebrui-
ker makkelijk toegankelijke
plaats worden gemonteerd.
Let op: let er bij de plaats-
keuze op dat de veiligheids-/
aftapkraan niet in de buurt
van vreemde warmtebronnen
(bijv. op het lichtnet aangeslo-
ten toestellen) wordt gemon-
teerd!
Figuur G: boor een gat
Ø 18 mm in de bodem van
het voertuig. Plaats de aftap-
slang op het aftapaansluitstuk
en steek beide door de bo-
dem. Zet de kraan met twee
2 schroeven vast. Laat de wa-
terafloop direct naar buiten
plaatsvinden op een tegen
spatwater beschermde plaats
(breng zo nodig een spat-
scherm aan).
Waterleidingen
aanleggen
Figuur G: sluit de koud-
watertoevoerleiding (35) aan
op de veiligheids-/aftapkraan
(36). Hierbij hoeft u geen aan-
dacht te besteden aan de
stroomrichting.
Let op: om een probleemloze
werking van de veiligheids-/
aftapkraan te garanderen,
moeten de waterslangen
spanningsvrij worden aange-
bracht!
Schroef de rechte schroef-
koppeling op de toevoerbuis
voor koud water (onderste
buis) en schroef de knie-kop-
peling met geïntegreerd be-
luchtingsventiel op de toe-
voerbuis voor warm water
(bovenste buis).
Figuur K: schuif de moer
(37), spanring (38) en O-ring
(39) op hun plaats. Breng de
schroefkoppeling en de aan-
sluitbuis samen en trek deze
met de moer (37) vast.
Figuur H + J: Breng de
slangverbinding (40) voor de
koudwater-toevoer tussen de
veiligheids-/aftapkraan (36)
en het aansluitstuk van de
boiler tot stand.
Leg de warmwatertoevoer
(41) van de kniekoppeling
met geïntegreerd beluch-
tings-ventiel (42) naar de
warmwatertappunten.
Figuur K: Ventiliatieslang
uiterlijk Ø 11 mm (43) op de
slangklem van de ventilatie-
klep (44) schuiven en knikvrij
naar buiten aanbrengen.
Hierbij de radius in de boog
niet kleiner dan 40 mm uit-
voeren.
Snij de beluchtingsslang ca.
20 mm onder de voertuig-
bodem 45° haaks op de rij-
richting af.
10
Het bedienings-
paneel plaatsen
Let op: Bij gebruik van voer-
tuig- resp. fabriekspecifieke
bedieningselementen moet
de elektrische aansluiting
volgens de Truma aansluit-
puntbeschrijvingen plaatsvin-
den. Iedere wijziging van de
bijbehorende Truma-onder-
delen leidt tot een verval van
de garantie alsook tot uitslui-
ting van garantieclaims. De
inbouwer (fabrikant) is voor
een gebruiksaanwijzing voor
de gebruiker alsook voor de
bedrukking van de bedie-
ningselementen verantwoor-
delijk!
Zorg er bij de plaatskeuze vo-
or dat noch de voor- noch de
achterkant van het bedie-
ningspaneel aan directe
warmtestraling is blootge-
steld.
Is montage alleen achter gor-
dijnen of op andere plaatsen
met temperatuur-schomme-
lingen mogelijk, dan moet
een voeler voor de ruimte-
temperatuur worden ge-
bruikt (zie de Gebruiks-aan-
wijzing).
De lengte van de aansluitka-
bel is 3 m.
Er zijn ook een verlengkabel
van 5 m lengte (die in combi-
natie tot 8 m kan worden ver-
lengd) en een inbouwraam
voor verzonken montage van
de bedieningspanelen en de
tijdschakelklok verkrijgbaar
(zie de Gebruiksaanwijzing).
Boor een gat Ø 15 mm voor
de kabeldoorvoering en steek
de kabels erdoor. Sluit de ka-
bels aan op het bedienings-
paneel.
Verwijder de draaiknop. Beve-
stig het bedienings-paneel
met de 2 schroeven en zet de
draaiknop weer op zijn plaats.
Voer de kabel van het bedie-
ningspaneel naar het toestel.
Schroef de afdek-plaat van de
elektronische besturingseen-
heid los. Bevestig de kabel-
stekker van het bedienings-
paneel op de printplaat en
schroef de afdekplaat weer
vast.
11
Elektrische
aansluiting 12 V
Elektrische leidingen, scha-
kel- en stuurapparaten voor
verwarmingstoestellen moe-
ten zo in het voertuig worden
geplaatst dat ze onder norma-
le bedrijfsomstandigheden
probleemloos kunnen wer-
ken. Alle wanddoorvoeringen
van leidingen die naar buiten
voeren, moeten spatwater-
dicht zijn uitgevoerd.
Voordat u met elektrische
onderdelen begint te wer-
ken, moet u de stroomtoe-
voer naar het apparaat af-
sluiten. Het volstaat niet
het apparaat uit te schake-
len vanaf het bediening-
spaneel!
Bij elektrisch laswerk aan het
koetswerk moet het apparaat
volledig worden losgekoppeld
van de stroomkring van het
voertuig.
Let op: als u de polen ver-
keerd aansluit, bestaat het
risico dat de kabels in
brand vliegen. Bovendien
vervalt hierdoor elke aan-
spraak op garantie of ver-
antwoordelijkheid.
De rode kabel is plus, de
blauwe kabel min!
Sluit het apparaat met een
kabel van 2 x 1,5 mm
2
op het
beveiligde boordnet aan (cen-
trale zekering 10 A); bij een
lengte van meer dan 6 m
gebruikt u een kabel van 2 x
2,5 mm
2
. Sluit de minpool
Het aantal koppelingen in
gasleidingen die gelegd zijn in
door personen gebruikte
ruimtes moet tot het tech-
nisch onvermijdelijke mini-
mum worden beperkt.
De gasinstallatie moet vol-
doen aan de technische en
administratieve voorschriften
van het bestemmingsland.
9
Wateraansluiting
U kunt voor de boiler alle
druk- en dompelpompen van
max. 2,8 bar gebruiken, even-
als alle mengkranen met of
zonder elektrische schakelaar.
Figuur H: Bij gebruik van
dompelpompen moet een te-
rugslagklep (33 – niet tot de
levering behorend) tussen
pomp en de eerste aftakken
worden gemonteerd (pijl wijst
in stromingsrichting).
Figuur J: Bij gebruik van
drukpompen met grote scha-
kelhysterese kan heetwater
via de koudwaterkraan terug-
stromen. Als terugstroomver-
hindering adviseren wij tus-
sen de afgang naar de warm-
waterkraan en het aftapklep
een terugslagklep (34 - niet
tot de levering behorend) te
monteren.
Gebruik voor de aansluiting
op de boiler en de elektrische
veiligheids-/aftapkraan alleen
druk- en heetwatervaste slan-
gen (bijv. Truma-boiler-slang
SBH voor consumptief ge-
bruik, drukvast tot 3,5 bar)
met een binnendoorsnee van
10 mm.
Voor een vaste buisaanleg
(bijv. John Guest systeem)
biedt Truma als speciale toe-
behoren de wateraansluitin-
gen (42), het veiligheids-/af-
tapventiel (36) alsook een te-
rugslagklep (33 + 34) met rech-
te tapaansluiting Ø 10 mm aan.
Bij aansluiting op een centrale
watervoorziening (nationaal
of lokaal) moet een water-
drukregelaar worden gebruikt,
om te voorkomen dat hogere
drukwaarden dan 2,8 bar in
de boiler kunnen ontstaan.
Let op: alle slangverbindin-
gen (ook koudwaterslangen!)
moeten met slangklemmen
worden vastgezet! De verwar-
ming van het water veroor-
zaakt uitzetting die tot een
gasdruk van maximaal 3,5 bar
kan leiden (ook mogelijk bij
dompelpompen) voordat de
veiligheidskraan wordt geacti-
veerd.
Voor de bevestiging van slan-
gen aan wand of vloer raden
wij slangklemmen (art.nr.

Other manuals for Truma trumatic c 6002

Related product manuals