LABPS3005N
V. 05 – 18/05/2022 9 ©Velleman Group nv
Het stroombegrenzingspunt in C.V.-modus instellen.
1. Schakel het toestel in.
2. Draai de instelknoppen voor stroom volledig naar links en de instelknoppen voor
spanning volledig naar rechts.
3. Sluit de uitgangsaansluitingen kort door deze met elkaar te verbinden met de
geschikte kabel (60 V/16 A DC-kabel).
4. Draai aan de instelknop voor stroom om het stroombegrenzingspunt in te stellen.
Indien nodig, gebruik de afstelknop. De C.C.-indicator licht op.
5. Verwijder de kortsluitkabel van de uitgangsaansluitingen.
6. Draai aan de instelknop voor spanning om de spanningswaarde in te stellen. Indien
nodig, gebruik de afstelknop. De C.V.-indicator licht op.
7. Sluit de belasting aan op de uitgangsaansluitingen. De C.C.-indicator licht op
wanneer de stroom het stroombegrenzingspunt overschrijdt.
• Sluit de belasting aan.
• De uitgangsstroom en de uitgangsspanning worden op de display weergegeven van
zodra het toestel ingeschakeld wordt.
• De C.V.-indicator licht op wanneer het toestel zich in C.V.-modus bevindt.
• De C.V.-led is uitgeschakeld en de C.C.-led licht op wanneer de Amp-display een
waarde aangeeft die hoger is dan de ingestelde waarde. Is dit het geval, dan
activeert het toestel automatisch de stroombegrenzingsmodus. Stel een belasting in
zodat het toestel normaal kan functioneren.
6. Reiniging en onderhoud
• Ontkoppel het toestel van het lichtnet voor u aan onderhoudswerkzaamheden
begint.
• De voedingskabels mogen niet beschadigd zijn. Laat het toestel onderhouden door
een geschoolde technicus.
• Maak het toestel geregeld schoon met een vochtige, niet pluizende doek. Gebruik
geen alcohol of solventen.
• De gebruiker mag geen onderdelen vervangen, behalve de zekering. Bestel
eventuele reserveonderdelen bij uw dealer.
• Bewaar het toestel op een droge, goed geventileerde, stofvrije ruimte.
7. Technische specificaties
ingangsspanning ..................................................... 220-240 V~ (± 10 %), 50/60 Hz
spanning ...........................................................................................0-30 VDC
stroom .................................................................................................... 0.5 A
vermogen ..................................................................................... 150 W max.
cos Phi ..................................................................................................... 0,82
zekering ............................................................................................ 3.15 A, 250 V
rimpelspanning ................................................................................ ≤ 1,0 mV rms)
rimpelstroom ......................................................................................... 3 mA rms)
bedrijfstemperatuur ................................... 0 tot +40 °C, < 90% relatieve vochtigheid