92
NL
vastgrijpen waardoor u de macht over de machine verliest of er terugslag optreedt.
e)  Monteer geen kettingzaag, houtsnijmes of zaagblad met tanden. 
Dergelijke 
gereedschappen geven vaak terugslag en het gevaar dat u de macht over de machine 
verliest.
EXTRA VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR SLIJPEN EN AFKORTEN
Veiligheidswaarschuwingen betreffende slijp- en schuurbewerkingen:
a)  Gebruik alleen een wieltype dat is aanbevolen voor de machine en de specifieke 
beschermkap die voor dat wiel bedoeld is.  
Wielen die niet geschikt zijn voor de 
machine kunnen niet goed beschermd worden en zijn onveilig.
b)  Gebogen slijpschijven moeten zodanig gemonteerd worden dat hun 
slijpoppervlak niet boven de rand van de beschermkap uit steekt.
 Een onjuist 
gemonteerde slijpschijf die over de rand van de slijpschijf uitsteekt, kan onvoldoende 
afgeschermd worden.
c)  De kap moet stevig aan de machine bevestigd zijn en gepositioneerd zijn voor 
maximale veiligheid, zodat een minimale oppervlakte van het wiel in de richting 
van de gebruiker is blootgesteld. 
De beschermkap helpt de bediener te beschermen 
tegen brokstukken en toevallig contact met het slijptoebehoren alsmede tegen vonken 
die de kleding kunnen doen ontbranden.
d)  Wielen mogen alleen worden gebruikt voor aanbevolen toepassingen. Probeer 
bijvoorbeeld niet te slijpen met de kant van een snijwiel. 
Een schurend snijwiel is 
bedoeld voor het slijpen van de oppervlakte – door kracht op de zijkant uit te oefenen 
zou het wielen uit elkaar kunnen liegen.
e)  Gebruik steeds onbeschadigde wielflenzen die de juiste grootte en vorm 
hebben voor het gebruikte wiel.
 De juiste wielflenzen ondersteunen het wiel en 
verminderen de kans dat het wiel breekt. Flenzen voor snijwielen zijn anders dan flenzen 
voor slijpwielen.
f)  Gebruik geen afgeslepen wielen van een machine die werkt met een groter 
vermogen.  
Een wiel dat geschikt is voor een groter vermogen, is niet geschikt voor de 
hogere snelheid van een kleinere machine en zou kunnen breken.
Andere veiligheidswaarschuwingen voor schurende snijbewerkingen:
a)  Laat het snijwiel niet “vastlopen” en gebruik geen overmatige druk. Probeer 
niet extra diep te snijden. 
Door overbelasting van het wiel vergroot u de kans dat het 
wiel verbuigt of in de snede blijft vastzitten, waardoor het wiel terugslaat of breekt.
b)  Zorg ervoor dat uw lichaam zich niet in de lijn van het draaiende wiel bevindt en 
niet erachter. 
Beweegt het wiel, op het moment van gebruik, van uw lichaam af, dan 
zullen de machine en het wiel door een eventuele terugslag in uw richting komen.
c)  Blijft het wiel vastzetten of moeten de werkzaamheden onderbroken worden, 
schakel de machine dan uit en houd hem stil tot het wiel volledig tot stilstand is 
gekomen. Probeer het snijwiel niet uit de snede te verwijderen terwijl het wiel 
in beweging is, want er kan terugslag optreden.  
Onderzoek de oorzaak van het 
vastzittende wiel en neem maatregelen om het probleem te verhelpen.
d)  Herstart de machine niet in het werkstuk. Laat het wiel tot volle snelheid