SYMBOLEN BEDIENINGSINSTRUCTIES
OPMERKING: Lees het instructieboek 
nauwkeurig door voordat u de machine 
gebruikt. 
1. VEILIGHEIDSSCHAKELAAR 
De schakelaar wordt vergrendeld om te 
vermijden dat het gereedschap per ongeluk 
wordt gestart. Druk op de ontgrendelingsknop 
(2) en vervolgens op de aan/uit-schakelaar 
(1) zodat de ontgrendelingsknop wordt 
vrijgemaakt (2). De machine is nu in werking. 
Om dit uit te schakelen hoeft u alleen de aan/
uit-schakelaar los te laten (Zie A)
2. HANDGREEP
Houd de schuurmachine met twee handen 
stevig vast tijdens het werk (Zie B)
3. AFSTELLING SCHAAFDIEPTE
Een kleinere schaafdiepte van 0-2mm (max 3 
mm) is de beste afstelling voor het schaven 
of de sponning van de meeste oppervlakken. 
Draai de afstelling voor de schaafdiepte (4) om 
de gewenste schaafdiepte in te stellen op de 
schaal. Schaalgradatie = 0,125 mm). Wanneer 
u rechtsom draait wordt de schaafdiepte 
vergroot en wanneer u linksom draait wordt 
deze verkleind. (Zie C )
4. RICHTING WAARIN SPAANDERS 
WORDEN UITGEWORPEN (Zie D )
De machine heeft links en rechts openingen 
voor het uitwerpen van spaanders. U kiest een 
van beide openingen als u in een beperkte 
ruimte werkt. Kies, voordat u met het werk 
begint, met de knop of de linker of rechter 
opening moet worden gebruikt.
5. VOET GRONDPLAAT
Til de achterkant van de schaafmachine op. 
Dankzij de voet van de grondplaat (6) kan 
de machine rechtstreeks worden neergezet 
en worden de snijmessen beschermd tegen 
schade en wordt het oppervlak beschermd 
tegen schade door de messen (Zie E). Wanneer 
u schaaft, wordt de voet weggeduwd door de 
rand van het hout. Controleer altijd of de voet 
vrij kan bewegen op de grondplaat (Zie E).
Lees de gebruiksaanwijzing  
 
Waarschuwing 
Dubbele isolatie
Draag oogbescherming 
Draag oorbescherming
Draag een stofmasker
Schaafmachine                                        NL 
51 50 51 50