NL
22 COMBI-CARE 38 P comfort
Veiligheidsinstructies
Nr. Component
9 Starthandgreep
10 Draaigreep voor instelling van de werk-
diepte
11 Groene pen voor de weergave van de
werkas-fixering
12 Vulopening van de benzinetank
13 Vulopening van de olietank
3 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
■
Gebruik het apparaat uitsluitend in onbescha-
digde toestand
■
Zet de veiligheids- en beveiligingsvoorzienin-
gen niet buiten werking
■
Draag een veiligheidsbril en gehoorbescher-
ming
■
Draag een lange broek en stevig schoeisel
■
Blijf met uw handen en voeten bij het snijme-
chanisme vandaan
■
Handen en voeten niet in de buurt van rote-
rende onderdelen brengen
■
Houd anderen uit de buurt van de gevarenzone
■
Verwijder vreemde voorwerpen uit het te be-
werken terrein
■
Als u het apparaat achterlaat:
■
Motor uitschakelen
■
Wacht tot het messensysteem stilstaat
■
Trek de bougiestekker uit
■
Laat het apparaat niet zonder toezicht achter
■
Kinderen of andere personen die de gebrui-
kershandleiding niet kennen, mogen het ap-
paraat niet gebruiken
■
Neem de plaatselijke voorschriften in acht in-
zake de minimumleeftijd van de bediener.
4 MONTAGE
Monteer het apparaat conform de tekeningen
(Fig. A-F, P).
WAARSCHUWING! Gevaren door onvol-
ledige montage! De werking van een onvolledig
apparaat kan ernstig letsel veroorzaken.
■
Gebruik het apparaat alleen als het volledig
is gemonteerd!
■
Controleer voor het inschakelen alle veilig-
heids- en beschermingsvoorzieningen op
aanwezigheid en functionaliteit!
5 INBEDRIJFSTELLING
LET OP! Voer altijd een visuele controle uit
voor de ingebruikname. Met loszittende, bescha-
digde of versleten messen en/of bevestingson-
derdelen mag het apparaat niet gebruikt worden.
■
De landspecifieke voorschriften voor de ge-
bruiksduur in acht nemen
■
Altijd de aanwijzingen in de meegeleverde
gebruikershandleiding van de motorfabrikant
opvolgen
Veiligheid
WAARSCHUWING! Brandgevaar! Benzine
vat uiterst gemakkelijk vlam!
■
Benzine uitsluitend bewaren in de daarvoor
bedoelde vaten
■
Alleen brandstof bijvullen in de openlucht
■
Niet roken tijdens bijvullen van brandstof
■
De tankdop niet openen terwijl de motor
draait of nog heet is
■
De tank of tankdop bij beschadiging vervan-
gen
■
Tankdop altijd stevig sluiten
■
Wanneer er benzine is uitgelopen:
■
De motor niet starten
■
Startpogingen voorkomen.
■
Het apparaat reinigen
WAARSCHUWING! Risico op vergifti-
ging! De motor nooit laten draaien in afgesloten
ruimten.
5.1 Tanken
Voor de eerste inbedrijfstelling met olie en benzi-
ne vullen.
Benzi-
ne:
Normale benzine loodvrij
Mo-
torolie:
zie de gebruikershandleiding van de
motorfabrikant olie: SAE 10W-30, vul-
hoeveelheid: max. 0,25 l bij een lege
olietank
5.2 Olie bijvullen (Fig. G)
1. Verticuteerder horizontaal uitlijnen:
■
Kantel de verticuteerder met de duw-
boom naar achteren.
■
Snijmechanisme neerlaten: Duw voor de
werkdiepte de draaischakelaar omlaag
en draai in stand "5".