14 / 24 P/N 10-5106-501-80NC-04 • ISS 01OCT21
NL: Installatieblad
Beschrijving
Dit document bevat informatie over de installatie van de
controller voor het signaleringscircuit IU2080NC. De module
biedt vier bewaakte uitgangen voor hoorbare en visuele
meldingsapparaten en is ontworpen voor gebruik met
adresseerbare brandmeldsystemen FP1200C-2000C en de
2X-serie.
De module wordt gevoed door een externe voeding van 24 V
en kan een stroom afleveren tot 2,04 A. De externe
voedingsbron wordt bewaakt op lage spanning en op het
externe storingsrelais voor open circuit.
Let op: Er moet een volgens EN 54-4 goedgekeurde externe
voeding worden gebruikt. Plaats voor de veiligheid altijd
slechts één IU2080NC-module op een enkele voedingsbron.
Met de eindelijnsweerstand geïnstalleerd bewaakt de module
het meldingscircuit voor kortsluiting en open circuit.
Afbeeldingen
1: Montage van module
2: Lay-out van module
(1) Voedingsled (groen)
(2)
Activeringsled (rood)
Lus +
Lus –
(5) Externe voeding van 24 V
gelijkstroom
Storingsrelais +
Storingsrelais –
3: Klasse B bedrading met voeding met storingsrelais
Storing
Minimale
belastingsweerstand (alleen
vereist als de belasting
4: Voorbeeld van adresinstellingen
Installatie
Let op: Raadpleeg voor algemene richtlijnen met betrekking
tot systeemplanning, ontwerp, installatie, ingebruikname,
gebruik en onderhoud de norm EN 54-14 en de lokale
regelgeving.
Montage
Installeer de module in de beschermende behuizing, zoals in
Afbeelding 1 wordt getoond. De verbindingskabels moeten
door het kabelgat aan de achterkant van de beschermende
behuizing worden gevoerd voordat de module wordt vastgezet.
Adressen toewijzen
Aan elke module moet een adres tussen de 1 en 128 zijn
toegewezen. Gebruik de met 0 tot 12 gemarkeerde draaiknop
om de tien- en honderdtallen van het adres in te stellen en
gebruik de met 0 tot 9 gemarkeerde draaiknop voor de
overgebleven cijfers. Zie Afbeelding 4 voor een voorbeeld van
de adresinstellingen.
Opmerking: Om mechanische effecten van transport en
opslag te vermijden, raden we u aan de knoppen eerst linksom
(naar de stand 0) en vervolgens rechtsom (naar de hoogste
stand) te draaien alvorens het gewenste adres in te stellen.
Om het adres van een operationele module te wijzigen:
1. Koppel de module los van de lus.
2. Wijzig het adres op de module met behulp van de
draaiknoppen.
3. Verbind de module met de lus.
4. Configureer de melder op het nieuwe adres en verwijder
daarna het oude melderadres via het paneel.
Bedrading
Bedraad de module zoals getoond in Afbeelding 3.
Let op: Om contactweerstand te overwinnen en een
betrouwbare werking te garanderen, is een minimale belasting
van 100 mA vereist voor de meldingsuitgang (als de belasting
minder is dan 100 mA, installeert u een weerstand in serie met
de diode om het verschil te compenseren). Let op de polariteit
van de lus- en uitgangsaansluitingen.
Onderhoud
Het basisonderhoud bestaat uit een jaarlijkse inspectie.
Activeer de meldingsuitgang minstens één keer per jaar om
een correcte werking te garanderen. Wijzig nooit de interne
bedrading of circuits.
Specificaties
17 tot 28 V gelijkstroom
Stand-by
Geactiveerd
< 250 µA (< 200 µA typisch)
< 3,5 mA
20,1 tot 28 V gelijkstroom
spanning < 19,7 V gelijkstroom
bij 20 °C
bij 55 ° C
Minimale belasting
3,00 A
2,04 A
100 mA
Circuitimpedantie bij 24 V
Kortsluiting
Stand-by
Open circuit
< 4,5 kΩ
5,5 tot 16 kΩ
> 20 kΩ
1,7 V gelijkstroom, omgekeerd op
10KΩ
10 kΩ, 5%, 1/4W
Stand-by
Geactiveerd [1]
< 11 mA bij 24 V gelijkstroom
< 12 mA bij 28 V gelijkstroom
< 69 mA bij 24 V gelijkstroom
< 70 mA bij 28 V gelijkstroom
To Next Page
Loading...