EasyManua.ls Logo

Behringer PRO-VS MINI - Page 33

Behringer PRO-VS MINI
55 pages
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
64 65Quick Start Guide
PRO-VS MINI
f. MIDI CC – selecteert of MIDI
continue controllerberichten
worden ontvangen
of uitgeschakeld.
g. Prog Bulk SysEx Send - voert
de geheugeninhoud van het
programma uit als SysEx met
behulp van de USB-aansluiting.
h. Prog Sing SysEx Send - voert
het huidige programma uit
als SysEx met behulp van de
USB-aansluiting.
i. Patt Bulk SysEx Send - voert
sequencergeheugeninhoud uit
als SysEx met behulp van de
USB-aansluiting.
j. Patt Sing SysEx Send -
voert de huidige reeks uit als
SysEx met behulp van de
USB-aansluiting.
k. SysEx Receive Listening –
hiermee kan de Pro VS SysEx
ontvangen van een externe
bron met behulp van de
USB-aansluiting.
l. Factory Reset – reset alle
programma’s en sequenties
naar de fabrieksinstellingen.
Geeft ook de
rmwareversie weer.
(32) SYNC – herhaaldelijk de toets
indrukken geeft de volgende
menus weer:
a. Synchronisastiebron
omschakelen tussen intern,
MIDI, USB of Trigger
b. Sync Type – omschakelen
tussen 1ppq, 2ppq, 4ppq, 24ppq
of 48ppq
(33) SCALE – selecteert , T, ,
T,  (global)
(34) SWING – selecteert 50
(geen swing), 55, 60, 65, 70,
75 (global)
(35) ARP SET – selecteert omhoog,
omlaag, omhoog en omlaag
(36) SEQUENCER SET – omschakelen
tussen vaste stappen (nootlengtes
gedenieerd per stap) of opname
(noten zoals opgenomen)
(37) CLEAR ALL – wist alle
sequencergeheugens
(38) CLEARACTIEF – wist de actie
van actieve stappen (knop 29) en
maakt alle stappen actief.
(39) METRONOME – schakelt de
metronoom in of uit.
(40) LFO SET – selecteert de golfvorm
van de LFO uit driehoek, blok,
zaagtand, ramp of S&H
(41) OSC SET – selecteert grove of
jnstemming voor de oscillators
met regelaar 23
(42) FIL ENV – stelt de hoeveelheid
envelopemodulatie van het lter
in van 0 – 99.
(43) MIX ENV – herhaaldelijk de toets
indrukken geeft de volgende
menus weer
a. Mix Env Loop – kies uit o,
0->3, 1->3, 2->3, 0<->3,
1<->3, 2<->3 (als deze optie
wordt geselecteerd zijn
er geen andere
menuopties beschikbaar).
b. Mix Env Repeat – kies tussen
1 – 7 en continuous
c. Mix Env Points:
0 - 4 – gebruik de
golfvormmixbesturing 8 om
de balans tussen a, b, c en d op
elk punt in te stellen. Ga van
punt naar punt met de knoppen
9 en 10.
(44) NAME – hiermee kan de
patchnaam met het keyboard
worden ingevoerd
(45) PROGRAM-INIT – initialiseert het
geselecteerde programma.
(46) STORE – slaat het huidige
programma op.
De sequencer gebruiken
Druk achtereenvolgens op
Function (28), dan Menu (32) en
kies Seq
Vaste stappen of opname
selecteren met toets 36
Schakel zo nodig metronoom in of
uit met toets 39.
Druk nogmaals op de Function om
de functiemodus af te sluiten
Laat de sequencer afspelen met
knop 29
Selecteer de sequence waarnaar
u wilt schrijven met knop 27
en het keyboard (witte toetsen
selecteren patterns 1 – 16)
Gebruik de knoppen Function en
Clear om noten uit de sequence
te verwijderen. Herhaaldelijk op
Clear drukken wist alle noten.
Noten kunnen vervolgens in de
maat van de metronoom worden
opgenomen met het
keyboard (indien gebruikt).
Het programma kan tijdens de
opname altijd worden gewijzigd
met de knoppen 9 en 10.
Als u tevreden bent over de
sequence, druk dan op Function
en Write. Als u niet naar hetzelfde

Related product manuals