Bediening
Climate 5000 L • Climate 5000i U/L – 6721841496 (2024/06)
80
▶ Eventueel de procedure voor het invoeren van de kopie voor andere
dagen herhalen.
▶ To et s indrukken, om de veranderingen over te nemen.
3.9 Overige functies
3.9.1 Toetsgeluid in-/uitschakelen
Om de geluidstoon van de kabelgebonden kamerthermostaat in- of uit te
schakelen:
▶ Toetsen en FUNC. drie seconden lang ingedrukt houden.
3.9.2 Snelafkoelen/snelopwarmen
Bij snelafkoelen/snelopwarmen werkt de binnenunit met maximaal ver-
mogen, om de ruimte sneller te verwarmen of te koelen.
Snelafkoelen:
▶ Koelmodus inschakelen.
▶ Druk de toets FUNC. in.
▶ Bevestig met de toets .
Snelopwarmen:
▶ Verwarmingsbedrijf inschakelen.
▶ Druk de toets FUNC. in.
▶ Bevestig met de toets .
Beëindigen van de functie:
▶ Druk opnieuw op toets FUNC..
▶ Bevestig met de toets .
3.9.3 Geluidsreductie (Silent Mode)
Deze functie vermindert het geluid van de binnen- en buitenunit tijdens
bedrijf. Dit is vooral nuttig, wanneer u 's nachts rekening met de buren
moet houden.
▶ Tijdens bedrijf de toets 2 seconden lang indrukken.
Beëindigen van de functie:
▶ Druk de toets opnieuw 2 seconden lang in.
-of-
▶ To et s K, toets Mode, toets Turbo of toets Clean indrukken.
Tijdens het fluisterbedrijf van de buitenunit kan vanwege de laagfre-
quentiemodus van de compressor het koel-/verwarmingsvermogen
eventueel niet worden bereikt.
3.9.4 Slaapmodus
Deze functie is bedoeld om tijdens rusttijden energie te besparen. Na
een uur verwarmt of koelt het toestel minder krachtig. Daarvoor wordt
de ingestelde temperatuur met 1 °C veranderd. Na twee uur verandert
de ingestelde temperatuur met nog eens 1 °C. Daarna wordt de nieuwe
temperatuur behouden.
De functie is in ontvochtigingsmodus en ventilatorbedrijf niet beschik-
baar.
3.9.5 Draadloze besturingsfunctie
Deze functie is bedoeld voor de verbindingsopbouw via WLAN.
Voor het verbinden met WLAN is een ingebouwde IP-gateway (optioneel
accessoire) nodig.
OPMERKING
Voor TWIN-installatie volstaat een IP-gateway voor de mastereenheid. Er
is geen gateway nodig voor de slave-eenheid.
3.9.6 Toetsvergrendeling
Met de toetsvergrendeling kunnen de toetsen van de kabelgebonden ka-
merthermostaat worden geblokkeerd.
Om de toetsvergrendeling in- of uit te schakelen:
▶ Toets TIMER en toets COPY drie seconden lang tegelijkertijd indruk-
ken/vasthouden.
Bij actieve toetsblokkering toont het display het symbool .
3.9.7 Mij-volgen-functie (Follow Me)
Deze functie activeert de temperatuursensor van de kabelgebonden ka-
merthermostaat. De kamertemperatuur wordt op de positie van de ka-
belgebonden kamerthermostaat gemeten in plaats van aan de
binnenunit.
▶ Eventueel cv-of koelmodus uitschakelen.
▶ Druk op toets FUNC., om de functie aan of uit te schakelen.
Bij geactiveerde functie toont de regelaar het symbool .
▶ Bevestig met de toets .
3.9.8 Rotatiefunctie en back-up instellen
De rotatiefunctie kan alleen worden geactiveerd, wanneer twee binnen-
units op een kabelgebonden kamerthermostaat zijn aangesloten (Twin-
installatie). De rotatiefunctie schakelt binnenunits afwisselend aan of
uit.
▶ Toets FUNC. zo vaak indrukken, tot het symbool getoond wordt.
▶ Toets indrukken, om de rotatiefunctie in te schakelen.
▶ Toets . of / indrukken, om in te stellen, na welke periode (0 -
99 uur), de binnenunits moeten roteren.
Fabrieksinstelling: de binnenunits roteren elke 10 uur.
▶ Bevestig met de toets .
▶ Druk op toets . of /, om de maximale temperatuur in te stellen:
– 26... 32 °C: vanaf het bereiken van de ingestelde temperatuur
worden beide toestellen in koelmodus ingeschakeld. De rotatie-
functie is onderbroken tot 24 °C wordt bereikt.
– --: geen maximale temperatuur voor onderbreken van de rotatie-
functie.
▶ Bevestig met de toets .
▶ Druk op toets . of /, om de laagste temperatuur in te stellen:
– 5... 15 °C: vanaf het bereiken van de ingestelde temperatuur
worden beide toestellen in verwarmingsbedrijf ingeschakeld. De
rotatiefunctie is onderbroken tot 24 °C wordt bereikt.
– --: geen laagste temperatuur voor onderbreken van de rotatie-
functie.
To Next Page
Loading...
