Afbeelding 4.2: Vlak en schuin plafond
Bevestig de melder altijd in het midden van het plafond op
minimaal 50 cm van de omringende muren.
De samenstelling van de lucht vlak bij de muren en in de hoeken
van een vertrek voorkomt dat de rook zich naar deze gedeelten
verspreidt. Als u een rookmelder in deze gedeelten installeert,
kan het alarm te laat afgaan.
In vertrekken met een schuin plafond mag de rookmelder niet
op het schuine gedeelte worden bevestigd. De verzamelde lucht
onder het dak voorkomt dat de rook opstijgt. Bevestig de
rookmelder op minimaal 1 meter afstand van het hoogste punt
in het vertrek, bijvoorbeeld tegen een dakbalk.
Ongeschikte locaties voor installatie
Installeer de melder niet in de volgende vertrekken of op de
volgende plaatsen om ongewenste alarmen te voorkomen:
– Keuken/badkamer (stoom)
– Vertrekken met open vuur (rook)
– In de onmiddellijke nabijheid van halogeenlampen,
transformators of kabelsystemen voor halogeenlampen, en
fluorescerende lampen of spaarlampen (houd een afstand
aan van minimaal 50 cm).
– Garages (uitlaatgassen)
– Stoffige en vuile kamers
– Vlak bij ramen, ventilatoren (luchtverplaatsing)
FERION 3000 OW Opmerkingen | nl
79
Bosch Sicherheitssysteme GmbH 2014.09 | 4.3 | F.01U.249.486
To Next Page
Loading...
