Nederlands | 911 609 929 L00 • 8.2.07
Machinekop draaien
f Trek altijd voor werkzaamheden aan het
elektrische gereedschap de stekker uit het
stopcontact.
U kunt de machinekop
in stappen van 90°
draaien. Daardoor
kunt u de aan/uit-scha-
kelaar voor bijzondere
werkzaamheden in
een gunstige bedie-
ningspositie brengen,
bijvoorbeeld voor
doorslijpwerkzaamhe-
den met de afzuigkap
met geleidingsslede
20 of doorslijpstan-
daard of voor werk-
zaamheden met de
linkerhand.
Draai de vier schroeven helemaal naar buiten. Draai
de machinekop voorzichtig en zonder deze van het
machinehuis te nemen in de nieuwe stand. Draai
de vier schroeven weer vast.
Gebruik
Ingebruikneming
f Let op de netspanning! De spanning van de
stroombron moet overeenkomen met de
gegevens op het typeplaatje van het elektri-
sche gereedschap. Met 230 V aangeduide
elektrische gereedschappen kunnen ook
met 220 V worden gebruikt.
Bij gebruik van het elektrische gereedschap met
mobiele stroomaggregaten (generatoren) die niet
over voldoende vermogensreserves of niet over een
geschikte spanningsregeling (met aanloopstroomver-
sterking) beschikken, kan vermogensverlies of aty-
pisch gedrag bij het inschakelen optreden.
Let erop dat het door u gebruikte stroomaggregaat
geschikt is.
In- en uitschakelen
Als u het elektrische gereedschap wilt inschakelen,
duwt u de aan/uit-schakelaar 4 naar voren.
Als u de ingedrukte aan/uit-schakelaar 4 wilt vastzet-
ten, drukt u de aan/uit-schakelaar 4 vooraan omlaag
tot deze vastklikt.
Als u het elektrische gereedschap wilt uitschakelen,
laat u de aan/uit-schakelaar 4 los. Als deze vergren-
deld is, drukt u de aan/uit-schakelaar 4 kort achteraan
omlaag en laat u deze vervolgens los.
f Controleer de slijpgereedschappen voor het
gebruik. Het slijpgereedschap moet op de
juiste wijze zijn gemonteerd en vrij kunnen
draaien. Laat het slijpgereedschap minstens
1 minuut onbelast proefdraaien. Gebruik
geen beschadigde, niet-ronde of trillende
slijpgereedschappen. Beschadigde slijpge-
reedschappen kunnen barsten of verwondingen
veroorzaken.
Terugslaguitschakeling
(GWS 11-125 CI/GWS 11-125 CIE/
GWS 14-125 CI/GWS 14-125 CIE/
GWS 14-125 CIT/GWS 14-150 CI)
Bij een plotselinge daling van het toe-
rental, bijvoorbeeld als de machine tij-
dens het doorslijpen blokkeert, wordt
de stroomtoevoer naar de motor
onderbroken.
Als u het gereedschap opnieuw wilt inschakelen,
zet u de aan/uit-schakelaar 4 in de uitgeschakelde
stand en schakelt u het elektrische gereedschap
opnieuw in.
Nulspanningsbeveiliging
(GWS 11-125 CI/GWS 11-125 CIE/
GWS 14-125 CI/GWS 14-125 CIE/
GWS 14-125 CIT/GWS 14-150 CI)
De nulspanningsbeveiliging voorkomt ongecontro-
leerd starten van het elektrische gereedschap na een
onderbreking van de stroomtoevoer.
Als u het gereedschap opnieuw wilt inschakelen,
zet u de aan/uit-schakelaar 4 in de uitgeschakelde
stand en schakelt u het elektrische gereedschap
opnieuw in.
max
[mm] [mm]
Dbd[min
-1
][m/s]
115
125
150
6
6
6
22,2
22,2
22,2
11000
11000
9300
80
80
80
115
125
––
11000
11000
80
80
75 30 M 14 11000 45
b
d
D
D
D
b
d
OBJ_BUCH-340-001.book Page 91 Thursday, February 8, 2007 8:55 AM