NL
50
Snel terugtrekken van het startkoord (terugslag) zal uw
hand en arm sneller naar de motor toetrekken dan u kunt
loslaten.
Gebroken botten, kneuzingen of verstuikingen kunnen
het resultaat zijn.
Brandstof en zijn dampen zijn uiterst brandbaar en
explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of
de dood veroorzaken.
WAARSCHUWING
WANNEER ER BENZINE BIJGEVULD WORDT
• Zet de motor UIT en laat de motor tenminste
2 minuten afkoelen voordat de motor bijgetankt
wordt.
• Vul de brandstoftank buiten of in een goed
geventileerde ruimte.
• De brandstoftank niet overvullen. Vul de tank tot
ongeveer 4 cm onder de bovenkant van de
vulopening om de brandstof te kunnen laten
uitzetten.
• Houd benzine weg van vonken, open vlammen,
waakvlammen, hitte en andere ontstekingsĆ
bronnen.
• Controleer benzineslangen, tank, dop en nippels
regelmatig op barsten of lekkages. Zonodig
vervangen.
BIJ HET STARTEN VAN DE MOTOR
• Zorg ervoor dat bougie, uitlaat, tankdop en
luchtfilter op hun plaats zijn.
• Torn de motor niet met verwijderde bougie.
• Indien brandstof gemorst wordt, wachten tot deze
verdampt is voordat de motor gestart wordt.
• Wanneer de motor verzopen" is, plaats de choke
dan in de stand OPEN/AAN, plaats de toerenĆ
regeling in de FAST" (=volgas) positie en torn tot de
motor start.
WANNEER DE MACHINE GEBRUIKT WORDT MET
EEN BENZINEMOTOR
• De motor of machine niet kantelen tot een hoek die
veroorzaakt dat benzine gemorst wordt.
• De carburateur niet choken om de motor te
stoppen.
BIJ HET TRANSPORTEREN VAN DE MACHINE
• Transporteren met LEGE brandstoftank of met de
benzinekraan in de stand OFF" (=uit) en/of met
lege brandstofcilinder.
WANNEER BRANDSTOF OF DE MACHINE
OPGESLAGEN WORDEN
• Opslaan uit de buurt van fornuizen, kachels, geisers
of boilers of andere apparaten die een waakvlam
bevatten of andere ontstekingsbronnen, omdat
deze gasvormige dampen kunnen doen
ontbranden.
WAARSCHUWING
• Bij het starten van de motor, het koord langzaam
uittrekken tot er weerstand gevoeld wordt, dan snel
uittrekken.
• Verwijder alle externe machine/motorbelastingen
voordat de motor gestart wordt.
• Direct verbonden machinecomponenten zoals,
maar niet beperkt tot, messen, ventilatoren,
poelies, tandwielen enz., moeten stevig bevestigd
zijn.
Handen, voeten, haar, kleren, of accessoires kunnen in
aanraking komen metĆ en verstrikt raken in draaiende
onderdelen.
Traumatische amputatie of ernstige verscheuring kunnen
het resultaat zijn.
• De machine gebruiken met afschermingen op hun
plaats.
• Houd handen en voeten weg van draaiende
onderdelen.
• Bind lang haar op en verwijder sierraden.
• Draag geen loszittende kleding, hangende koorden
of zaken die verstrikt kunnen raken.
Per ongeluk vonken kan resulteren in brand of een
elektrische schok.
Per ongeluk starten kan resulteren in verwarring,
traumatische amputatie, of verscheuring.
VOORDAT AFSTELLINGEN OF REPARATIES
WORDEN UITGEVOERD
• Ontkoppel de bougiekabel en houd deze weg van
de bougie.
• Ontkoppel de accu bij de negatieve aansluiting
(alleen motoren met elektrostart).
BIJ HET CONTROLEREN OP VONKEN
• Gebruik een goedgekeurde bougietester.
• Controleer niet op vonken met verwijderde bougie.
WAARSCHUWING
Motoren geven koolmonoxide af, een reukloos, kleurĆ
loos, gifgas.
Het inademen van koolmonoxide kan misselijkheid,
flauwvallen of de dood veroorzaken.
• De motor buitenshuis starten en gebruiken.
• De motor niet in een afgesloten ruimte starten of
gebruiken, zelfs niet met open deuren of ramen.
WAARSCHUWING
• Indien zich aardgas of LPG lekkage in de buurt
bevindt, de motor niet starten.
• Gebruik geen onder druk staande startvloeistoffen
omdat de dampen brandbaar zijn.
• Voor service aan producten die aangedreven
worden door aardgas of LPG kunnen speciale
vergunningen verlangd worden die door de
overheid worden verstrekt.
WAARSCHUWING
Het starten van de motor creëert vonken.
Vonken kunnen brandbare gassen ontsteken die
zich in de buurt bevinden.
Explosie en brand kunnen het resultaat zijn.
WAARSCHUWING
Draaiende motoren produceren hitte. Motoronderdelen,
vooral de uitlaat, worden uiterst heet.
Ernstige brandwonden kunnen optreden bij contact.
Brandbaar vuil, zoals bladeren, gras, hout, enz., kan in
brand geraken.
• Laat uitlaat, motorcilinder en vinnen afkoelen
voordat deze aangeraakt worden.
• Verwijder opgehoopte brandbare zaken van de
uitlaat en het cilindergebied.
• Installeer een vonkenvanger en houd deze in goede
staat voordat de machine wordt gebruikt op bebost,
met gras of struiken bedekt ongecultiveerd land. De
staat Californië vereist dit (Sectie 4442 van de
California Public Resources Code). Andere staten
kunnen gelijkwaardige wetten hebben. Federale
wetten zijn van toepassing op federaal land.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
INDIEN U LPG / AARDGAS RUIKT:
• De motor NIET starten.
• Bedien GEEN elektrische schakelaars.
• Gebruik GEEN telefoon in de nabijheid.
• Verlaat het gebied, LPG / aardgas is een giftig gas.
• Raadpleeg de gasleverancier of de brandweer.
ONTHOUD:
• LPG damp is zwaarder dan lucht en heeft de
neiging zich te verzamelen in lage gebieden.
Aardgas is lichter dan lucht en heeft de neiging zich
te verzamelen in hogere gebieden. Beide kunnen
zich naar andere locaties verplaatsen.
• Houd alle vlammen, vonken, waakvlammen en
andere ontstekingsbronnen weg van het gebied
waar de motor gebruikt of gerepareerd wordt.
• NIET roken tijdens gebruik of reparatie aan de
motor.
• Sla GEEN benzine of andere brandbare dampen
op in de nabijheid van de motor.
• Sluit VOOR het uitvoeren van elke service
werkzaamheid de gastoevoer af.
• Controleer na eerste installatie of service op
gaslekken. Gebruik GEEN open vlam. Breng met
een borstel zeepwater of lektestoplossing aan en
controleer op bellen.
• Houd de omgeving van de motor en de machine die
hij aandrijft vrij van vuil.
• Installeer het brandstofsysteem volgens de
toepasselijke normen voor brandstof/gas.
• Controleer de brandstof toevoerslangen
regelmatig op barsten of lekkage. Vervangen
indien beschadigd.
Gasvormige brandstoffen zijn uiterst brandbaar en
vormen snel explosieve lucht/damp mengsels bij
omgevingstemperaturen.