97
Montage
FUNCTIE
PARAMETER-
NUMMER
BESCHRIJVING
WAARDEBEREIK
STANDAARD-
WAARDE
INSTALLATEUR-
WAARDE
Min. Max.
ALARM OF 
ONTDOOIEN SELECT.
108
Deze parameter selecteert de uitgang op J7Pin4.
12 2
1. In het geval van deze conguratie is J7PIN4 
HOOG als er eenheidalarmen geactiveerd zijn &/
of Ontdooien
2. In het geval van deze conguratie is J7PIN4 
HOOG als er eenheidalarmen geactiveerd zijn
BEVRIEZEN DELTA IW  109
Deze parameter bepaalt de delta-instelwaarden 
tegenover MIN. WT KOEL. om de drempelwaarde 
voor bevriezing in °C (KGEL) te activeren
06 0
WERK.TIJD COMP 
RESETTEN
110
Met deze paramater kunt u de compressortijd 
op nul terugzetten.
000 165 000
STATUS STROM.
SCHAK.
111
Deze parameter geeft de status van de 
stromingsschakelaar weer:
0 1 Leesstatus
1. Water stroomt
0. Water stroomt niet
VERW. 
KLIMAATNUMMER
112
Selectie van klimaatcurvenummer voor 
verwarmen:
06 00.  Geen vooraf gedenieerde klimaatcurve 
(installateur moet klimaatcurve tekenen)
1 - 6. Zie informatie over klimaatcurve
WIW VERWARMEN 113
Vaste instelwaarde voor verwarmen 
van water als systeem niet met de 
comfortgebruikersinterface wordt gebruikt
20°C 60°C 45°C
VERM. ECO VERW. T° 114
Waarde voor temperatuurvermindering voor 
vaste instelwaarde voor VERWARMEN water 
(ECO)
1°C 20°C 5°C
WIW KOELEN 115
Vaste instelwaarde voor koelen van water als 
systeem niet met de comfortgebruikersinterface 
wordt gebruikt
4°C 25°C 7°C
VERM. ECO KOEL. T° 116
Waarde voor temperatuurvermindering voor 
vaste instelwaarde voor KOELEN water (ECO)
1°C 10°C 5°C
KOEL. 
KLIMAATNUMMER
117
Selectie van klimaatcurvenummer voor koelen:
02 0
0.  Geen vooraf gedenieerde klimaatcurve 
(installateur moet klimaatcurve tekenen)
1 - 2. Zie informatie over klimaatcurve
REGIO T° O VERW. 118
Minimum buitentemperatuur afhankelijk van 
land waar systeem geïnstalleerd is
-20°C 10°C -7°C
STOP VERW. T° O 
VERW.
119
Het systeem stopt met verwarmen wanneer de 
buitentemperatuur gelijk is aan of groter dan de 
waarde van deze parameter
10°C 30°C 20°C
GEEN VERW. T W1 
VERW.
120
In verwarmingsmodus, minimum 
watertemperatuur naar aansluitzone 1
20°C 60°C 40°C
MAX. W T° W1 VERW. 121
In verwarmingsmodus, maximum 
watertemperatuur in aansluitzone 1
20°C 60°C 55°C
MAX. REGIO T° 
KOELING
122
Max. buitentemperatuur in regio afhankelijk van 
land waar systeem geïnstalleerd is
24°C 46°C 40°C
KOEL. STOP T° 
KOELING
123
Het systeem stopt met koelen wanneer de 
buitentemperatuur gelijk is aan of groter dan de 
waarde van deze parameter
0°C 30°C 22°C
MIN. W T° KOEL. 
KOELING
124 In koelingsmodus, min. watertemperatuur 4°C 20°C 4°C
MAX. W T° KOEL. 
KOELING
125 In koelingsmodus, max. watertemperatuur 4°C 20°C 12°C
OAT GEÏNSTALLEERD 126
1. Buitentemperatuursensor GMC geïnstalleerd
12 2
2. Buitentemperatuursensor GMC niet 
geïnstalleerd
CDU T°O 127
Buitentemperatuurwaarde gemeten door 
CDU-sensor
-- -
KOUDEM T° TC 128 Koelmiddelwaarde van spoel gemeten door CDU - - -
Nederlands