(g.7).Nahetkindindewandelwagentehebbengezet,doeje
degordelsom,doordetweevorkjeseerstdoordeopeninginde
gordelsaanderugleuningtehalen(Fig.7Aen7B)enzevervolgens
indegespvanhettussenbeenstuktedoen(Fig.7C).Steldelengte
vandegordelsafdoorzeopdeschoudersenhetlichaamvanhet
kindaantelatensluiten.Drukopdezijvorkenentrekeraan,om
debuikgordellostemaken.
LETOP:omdeveiligheidvan jekindtegaranderen,moetende
veiligheidsgordelsaltijdwordengebruikt.
LETOP:nadebuikgordelstehebbenverwijderd(bijv.omzete
wassen),verzeker je je ervan dat ze weer goed worden aange-
brachtdoorzedoordehiervoorbestemdeopeningeninderug-
leuningtehalen.Degordelsmoetenopnieuwafgesteldworden.
6.VoormeerveiligheidisdewandelwagenuitgerustmetD-rin-
genomvolgensdevoorschriftenBS6684eenextraveiligheids-
gordelvasttekunnenmaken.Deringenbevindenzichrechtsen
linksaandebinnenkantvandezittingvandewandelwagen,zoals
getoondwordtin(g.8).
2.4. DE RUGLEUNING AFSTELLEN
Derugleuningkanop5standenwordenafgesteld.
7.Dooropdeknopaandeachterkantvanderugleuningvande
wandelwagen te drukken, kan de schuine stand ervan worden
afgesteld.Doordeknoplostelaten,wordtderugleuningopde
dichtstbijzijndestandvastgezet(g.9).
8.Omderugleuningomhoogte halen,duw je hemtotde ge-
wenstestandomhoog(g.10).
LETOP:controleerofderugleuninggoedvergrendeldis.
LETOP:methetgewichtvanhetkindkunnendezehandelingen
moeilijkerzijn.
2.5. DE VOETENSTEUN AFSTELLEN
Devoetensteunvandewandelwagenkanvoormeercomfortvan
hetkindop2standenwordenafgesteld.
9.Omdestandvandevoetensteunafte stellen,draaijede2
hendelsaandezijkantentotzedehorizontalevergrendeldestand
bereiken(g.11).
10.Omdevoetensteunopdebeginstandterugtezetten,drukje
opdeknoppenaandezijkanten(g.12).
2.6 ACHTERSTE REMMEN
Deachterwielenzijnuitgerustmetremmenwaarmeedeachter-
stewielgroepenkunnenwordengeremd.
11.Drukéénvandetweepedalendiezichinhetmiddenvande
achterste wielgroepen bevinden naar beneden (g. 13) om de
remmenvandewandelwageninteschakelen.Controleerofde
remgoedisingeschakelddoorteproberentegendewandelwagen
teduwen.
LETOP:nade rempedalenomlaagte hebben gedrukt,verzeker
jejeervandatderemmengoedopbeideachterwielgroepenge-
plaatstzijn.
12.Omhetremsysteemtedeblokkeren,duwjeéénvandetwee
pedaleninhetmiddenvandeachterstewielgroepenomhoog(g.
14).
2.7 ZWENKENDE VOORWIELEN
Dewandelwagenis uitgerustmetzwenkende/vastevoorwielen.
Aangeradenwordtdevastewielenopbijzonderonregelmatigter-
reintegebruiken.Dewielenopdezwenkstandwordendaaren-
tegenaangeradenvooreenbeteremanoeuvreerbaarheidvande
wandelwagenopnormalewegen.
13.Omdevoorwielenzwenkendtemaken,duwjedehendelaan
de voorkant omhoog, zoals wordt getoond in (g. 15). Om de
voorwielenvasttezetten,duwjedehendelmetdevoetomlaag.
Hetwielwordtonafhankelijkvandestandwaarophet zich be-
vindtopderechtestandvergrendeld.
LETOP:beidewielenmoetenaltijdtegelijkertijdwordenvergren-
deldofontgrendeld.
2.8 ZOMER-WINTERKAP
Dewandelwagenisuitgerustmeteenkap.
14.Omdekaptebevestigen,maakjedeplasticclipsopdehier-
voorbestemdeplaatsenvast(g.16)enverbindjedetweevel-
cro’somdebuizenaandezijkanten(g.17).
LETOP:dekapdientaanbeidekantenvandewandelwagente
wordenbevestigd.Controleerofhijgoedisvastgemaakt.
15.Opendekap(g.18A)enzethemvastmetdetweezijdelingse
scharnieren(g.18B).
LETOP:alsjedekapwiltsluiten,moetenaltijdeerstdezijdelingse
scharnierenwordenontgrendeld.
16.Omdeventilatieindezomervoorhetkindteverbeteren,kan
hetachterpaneelmetbehulpvanderitssluitingverwijderdwor-
den(g.18C).
2.9 DE WANDELWAGEN OPPLOOIEN
LETOP:leterbijdezehandelingopdathetkindeneventuelean-
derekinderenzichopeenveiligeafstandbevinden.Verzekerjeer
tijdensdezefasevandatdebewegendedelenvandewandelwa-
gennietinaanrakingkomenmethetlichaamvanhetkind.Voor-
datjedewandelwagenopplooit,controleerjeofdeboodschap-
penmand leeg is,of het autostoeltje (optie) ende stootbeugel
(optie)ernietopgemonteerdzijn.
17.Alsdekapgeopendis,sluitjehemdoordetweezijdelingse
scharnierenomhoogtehalen(g.19A)endevoorkantnaarde
handgrepentoetetrekken(g.19B).
18.Omdewandelwagenopteplooien,trekjedeachterstekruis-
koppeling(g.20A)omhoogendeblokkeerjehetpedaalonderde
rechterkantvandewandelwagenmetdevoet(g.20B).
19.Omhetsluitentevoltooien,duwjedehandgrepennaarvoren
(g.21).
20.Alsdewandelwagenisopgeplooid,blokkeertdehaakopde
zijkantdewandelwagen automatischopdegeslotenstand(g.
22)envoorkomtdathijongewenstweerwordtgeopend.
2.10 AFNEEMBAARHEID BEKLEDING
Destofvandewandelwagenkanvolledigverwijderdworden.
21.Omdestofteverwijderen,tiljedevoetensteun(g.23)open
neemjedestofweg(g.23A).Vervolgenshaaljedegespenweg
(g.23B),maakjedetweestoffenbandenonderdezittingmetde
drukknoppenlos(g.23C).Haaldetweevelcro’somdebuizen
vanderugleuningvanelkaar(g.24)enneemdebekledingweg.
Lethierbijopdedoorgangvandebuikgordels.
22.Maakdedrukknoppenlosdiezichopdeachterstebuizenvan
de wandelwagen bevinden (g. 25A) en maak de twee plastic
inzetstukkenopdebuizenaandezijkantenvandewandelwagen
los(g.25B).Haaldebekledingtenslottevanderugleuningdoor
hemomhoogtetrekken.
2.11 OM DE BEKLEDING WEER OP HET FRAME AAN TE BREN-
GEN
Omdebekledingweeropdewandelwagenteplaatsen,verrichtje
devervolgensbeschrevenhandelingen.
23.Plaatsdebekledingopderugleuningvandewandelwagen.
24.Steekdebuikgordelsindehiervoorbestemdegleuven(g.26)
25. Bevestig de twee plastic inzetstukken op de bijbehorende
plaatsenopdebuizenaandezijkanten(g.27A)enmaakdetwee
stoffenbandenmetdetweedrukknoppenaandeachterstebui-
zenvast(g.27B)
26.Bevestigdetweevelcro’somdebuizenvanderugleuning(g.
27C).Plaatsdebekledingopdevoetensteun(g.28)enmaakde
tweestoffenbandenonderdezittingmetdedrukknoppenvast
(g.29B).Maaktenslottedegespenvast(g.29A)
3 LIJST MET ACCESSOIRES
LETOP:hetkanzijndatdehiervervolgensbeschrevenaccessoires
bijenkeleuitvoeringenvanhetproductnietaanwezigzijn.
1Boodschappenmand
1 Regenbekleding
1Voetenzak
1Stootbumper(optie)
3.1 MAND
Dewandelwagenkanuitgerustzijnmeteenboodschappenmand.
27.Bevestigde boodschappenmanddoordeopeningenoverde
specialesteunentehalen(g.30).
3.2 REGENBEKLEDING
Dewandelwagenkanwordenuitgerustmetregenbekleding.