122
Snedehoogte instellen
►P.6, punt7
De maaihoogte kan op meerdere niveaus
worden ingesteld (maaihoogten: ►Techni-
sche gegevens– p.126).
– Hendel(6) naar rechts trekken.
– Maaihoogte op de gewenste waarde
instellen en hendel weer laten inklikken.
Opvangzak plaatsen
►P.6, punt8
– Beschermingsklep(7) opheffen en vast-
houden.
– Opvangzak(8) inhaken.
– Zorg ervoor dat de opvangzak veilig is
geplaatst.
Uitwerpopening monteren
►P.6, punt9
– Klep(21) opheffen.
– Opvangzak(5) inhaken.
Mulchplug monteren
►P.7, punt10
– Opvangzak afnemen.
– Mulchkeil(22) in opening van het appa-
raat schuiven tot deze vastklikt.
– Beschermingsklep(7) laten zakken.
Bediening
Controleren alvorens te starten!
Controleer de veilige toestand van het appa-
raat:
– Controleer of er geen zichtbare defecten
zijn.
– Controleer of alle onderdelen van het toe-
stel stevig zijn ingebouwd.
Motor starten
►P.3, punt2
– De brandstofpomp(14) 3 tot 5 keer licht
indrukken.
– De gashendel(1) aantrekken en aange-
trokken houden.
– Trek de trekstarter(11) er langzaam uit tot
hij weerstand biedt, trek daarna snel en
krachtig verder tot er een eerste ontste-
kingsgeluid hoorbaar is.
– Trek de trekstarter er opnieuw snel en
kracht uit tot de motor loopt.
– Laat de motor 10 tot 15seconden warm-
lopen.
Motor uitschakelen
►P.3, punt2
– Gashendel(1) loslaten.
Maaien
– Druk de koppelingshendel voor rijaandrij-
ving(10) langzaam door tot de aanslag en
houdt hem vast.
– Apparaat in gelijkmatige, langzame snel-
heid (stapvoets) in zo recht mogelijke
banen sturen.
Belangrijke aanwijzingen
• Altijd dwars op de helling werken.
• Indien mogelijk geen nat gras maaien.
• Maai in overlappende sporen voor een
gelijkmatig maaibeeld.
Aanwijzing: Bij gebruik van de uit-
werpopening zijn mulchplug en
opvangzak niet nodig.
Gesneden materiaal wordt op het
groenvlak verdeeld.
GEVAAR! Risico op letsel! Het
apparaat mag uitsluitend in gebruik
worden genomen als er geen defec-
ten zijn gevonden. Als een onderdeel
defect is, moet dit beslist vóór het
volgende gebruik worden vervangen.
GEVAAR! Brandgevaar! Door even-
tueel gemorste brandstof kan het
toestel vuur vatten.
Veeg gemorste brandstof absoluut
zorgvuldig af vooraleer u de motor
start.
Start het toestel ten minste negen
meter verwijderd van de tankplaats.
Aanwijzing: Raadpleeg de volgende
tabel in geval van problemen bij het
starten: ►Storingen en oplossin-
gen– p.124
WAARSCHUWING! Risico op let-
sel! Schakel het toestel ook uit bij
korte periodes van niet-gebruik.
GEVAAR! Risico op letsel! Contro-
leer het terrein en verwijder alle voor-
werpen die door het toestel kunnen
worden weggeslingerd, vooraleer u
met de werkzaamheden begint.
NL
Rasenmaeher_Benzin_468446.book Seite 122 Dienstag, 12. April 2016 9:49 09