V. AUX VCR-1 VCR-2 VCR-3 VCR-1 VCR-2 VCR-3
V. AUX VCR-1 VCR-2
S. BACK
V. AUX VCR-1 VCR-2 VCR-3 VCR-1 VCR-2 VCR-3
V. AUX VCR-1 VCR-2
S. BACK
SWITCHED 100W MAX.
S. BACK
Andere kamer
Geïntegreerde voorversterker
Voor bedieningsvoorschriften bij gebruik van de MULTI ZONE-aansluitingen, zie blz. 225.
Aansluiten van de MULTI ZONE-aansluitingen
• Als een andere (geïntegreerde) voorversterker is aangesloten, kunnen de MULTI ZONE-aansluitingen worden
gebruikt om tegelijkertijd een andere programmabron weer te geven in een andere kamer. (Zie blz. 225.)
Luidsprekerimpedantie
• Luidsprekers met een impedantie van 6 tot 16
Ω/ohm worden aangesloten als voor- en
middenluidsprekers.
• Luidsprekers met een impedantie van 6 tot 16
Ω/ohm kunnen worden aangesloten als
surroundluidsprekers.
• Wees voorzichtig wanneer u twee paar
surroundluidsprekers (A + B) tegelijk gebruikt, want
het gebruik van luidsprekers met een impedantie
van minder dan 8 Ω/ohm zal beschadiging
veroorzaken.
• Het beveiligingscircuit kan in werking treden als het
toestel lange tijd met een hoog volume wordt
gebruikt en luidsprekers met een lagere dan de
voorgeschreven impedantie zijn aangesloten.
OPMERKING:
Raak de luidsprekerklemmen NOOIT aan terwijl
de spanning is ingeschakeld.
Dit kan resulteren in elektrische schokken.
Aansluiten van de luidsprekersnoeren
1. Zet los door naar
links te draaien.
2. Steek het
snoer in.
3. Zet vast door naar
rechts te draaien.
Draai de kerndraden goed in elkaar of snijd de overtollige draad af.
Beveiligingscircuit
• Dit toestel is uitgerust met een ultrasnel beveiligingscircuit. Dit circuit beschermt de luidsprekers onder
bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld wanneer de uitgang van de vermogensversterker per ongeluk
wordt kortgesloten en er een sterke stroom wordt opgewekt, wanneer de omgevingstemperatuur van
het toestel ongewoon hoog wordt, of wanneer het toestel langdurig met een hoog vermogen wordt
gebruikt, wat resulteert in een extreme stijging van de temperatuur.
Wanneer het beveiligingscircuit in werking treedt, wordt de uitvoer naar de luidsprekers automatisch
afgesneden en begint de spanningsindicator te knipperen. Ga in dit geval als volgt te werk: schakel de
spanning van het toestel uit, controleer of de luidspreker- of ingangskabels goed zijn aangesloten en laat
het toestel afkoelen als het erg heet is. Zorg voor een betere ventilatie rond het toestel en schakel de
spanning opnieuw in.
Als het beveiligingscircuit nogmaals in werking treedt, hoewel er geen problemen zijn met de bedrading
of de ventilatie van het toestel, schakel de spanning dan uit en neem contact op met een DENON-
servicecentrum.
Opmerking betreffende de luidsprekerimpedantie
• Het beveiligingscircuit kan in werking treden als het toestel lange tijd met een hoog volume wordt gebruikt
en luidsprekers met een lagere dan de voorgeschreven impedantie zijn aangesloten (bijvoorbeeld
luidsprekers met een impedantie van minder dan 4 Ω/ohm). Als het beveiligingscircuit in werking treedt,
wordt de uitvoer naar de luidsprekers afgesneden. Schakel de spanning van het toestel uit, laat het toestel
afkoelen, zorg voor een betere ventilatie rond het toestel en schakel vervolgens de spanning opnieuw in.
Aansluitingen van het luidsprekersysteem
• Verbind de luidsprekerklemmen met de
luidsprekers, ervoor zorgend dat de polariteiten
overeenstemmen ( < op < , > op > ). Wanneer de
polariteiten niet overeenstemmen, resulteert dit in
een zwak middengeluid, een onduidelijke oriëntatie
van de diverse instrumenten en een verstoord
richtinggevoel van de stereo.
• Let er tijdens het maken van de aansluitingen op dat
geen van de geleiders van het luidsprekersnoer in
aanraking komt met naburige klemmen, met andere
geleiders van luidsprekersnoeren of met het
achterpaneel.