83
NEDERLANDS
Juiste positie van de handen (Afb.C)
WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig persoonlijk
letsel te verminderen, dient u ALTIJD de handen in de
juiste positie te hebben, zoalsafgebeeld.
WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig persoonlijk
letsel te verminderen, houdt u het ALTIJD stevig vast,
anticiperend op een plotselingreactie.
Voor een juiste positie van de handen zet u één hand op de
hoofdhandgreep
3
en één hand op deaccu.
Werklicht (Afb.A)
Er bevindt zich een werklicht
8
op de voet van het
gereedschap. Het werklicht wordt ingeschakeld wanneer u de
aan/uit-schakelaar indrukt. Wanneer u de aan/uit-schakelaar
loslaat, blijft het werklicht tot wel 20seconden langbranden.
OPMERKING: Het werklicht is bedoeld voor het verlichten van
het werkoppervlak in de onmiddellijke nabijheid en het is niet
de bedoeling dat u het licht gebruikt alszaklantaarn.
Een toepassing uitvoeren (Afb.A, D)
WAARSCHUWING: Beperk het risico van persoonlijk
letsel, zet ALTIJD het werkstuk stevigvast.
WAARSCHUWING: Verander altijd pas de richting
van de rotatie wanneer de motor volledig tot stilstand
isgekomen.
Voor u werkzaamheden uitvoert:
• Stel de selectieknop
7
voor de snelheid in.
RaadpleegSnelheidselectie.
• Plaats het juiste boortje of accessoire in de boorkop.
Raadpleeg Een boortje of accessoire in de sleutelloze
boorkopplaatsen.
WAARSCHUWING:
• Meng of pomp niet met dit gereedschap vloeistoffen
die gemakkelijk kunnen ontbranden of kunnen
ontploffen (wasbenzine, alcohol, enz.).
• Meng of roer geen brandbare vloeistoffen die als
zodanig zijngelabeld.
Schroevendraaien
Uw gereedschap heeft een koppeling met verstelbare torsie
voor het in- en uitdraaien van bevestigingsmateriaal in een
uitgebreide reeks vormen en maten. Met de getallen op de
kraag
6
voor selectie van de werkstand kunt u een torsiebereik
voor schroevendraaien instellen. Hoe hoger het getal op de
kraag, des te hoger is het aanhaalmoment en des te groter het
bevestigingsmateriaal dat kan wordengeschroefd.
1. Draai de kraag
6
voor selectie van de werkstand in de stand
van uw keuze. Raadpleeg Standenselectie.
2. Trek de Aan/uit-schakelaar in en oefen in een rechte lijn druk
uit met het schroefbit, tot het bevestigingsmateriaal op de
gewenste diepte in het werkstukkomt.
Aanbevelingen voor schroevendraaien
• Begin met een lagere instelling voor de torsie, en ga
vervolgens door naar hoger instellingen voor de torsie
zodat u niet het werkstuk of het bevestigingsmateriaal
kuntbeschadigen.
• Probeer in een stuk afvalhout of op een onzichtbare plek of
u de kraag voor selectie van de werkstand in de juiste stand
hebtgezet.
Boren
1. Draai de kraag
6
voor selectie van de werkstand naar het
symbool van het boortje. RaadpleegStandenselectie.
2. Maak met het boortje contact met hetwerkstuk.
OPMERKING: Gebruik alleen scherpeboortjes.
3. Trek de Aan/uit-schakelaar in en oefen in een rechte lijn druk
uit met het boortje, tot het de gewenste dieptebereikt.
WAARSCHUWING: Boormachine kan vastlopen
als u deze overbelast en er kan dan een plotselinge
draaibeweging ontstaan. Wees altijd voorbereid op het
vastlopen. Grijp de boormachine stevig met beide handen
vast zodat u de draaibeweging kunt beheersen en letsel
kuntvermijden.
4. Laat de motor draaien terwijl u het bitje terugtrekt uit het
geboorde gat, zodat het niet kan vastlopen.
Aanbevelingen voor boren
• Oefen tijdens het boren altijd in een rechte lijn druk uit op
het bitje, maar duw niet zo hard dat de motor vastloopt of
het bitje wordtgebogen.
• ALS DE BOORMACHINE VASTLOOPT:
- LAAT DE AAN/UITSCHAKELAAR ONMIDDELLIJK
LOS, haal het boortje uit het werkstuk, en bepaal wat de
oorzaak van het vastlopen is.
‑ DRUK NIET DE AAN/UIT-SCHAKELAAR
STEEDS OPNIEUW IN IN EEN POGING DE
VASTGELOPEN BOOR TE STARTEN—DIT KAN DE
BOORMACHINEBESCHADIGEN.
‑ U kunt het doorbreken van het materiaal en het
vastlopen tot een minimum beperken door de druk
op de boormachine te verminderen en het boortje
geleidelijk door het laatste gedeelte van het boorgat
teleiden.
• Grote gaten (7,9 mm tot 12,7 mm) in metaal boren is
gemakkelijker als u een gat voorboort (4 mm tot 4,8mm).
• Voorkom beschadiging van het materiaal, gebruik een
houten "steunblok" wanneer u boort in dun materiaal of in
materiaal dat gemakkelijksplintert.
Werken met de hamerboor
WAARSCHUWING: Draag geschikte bescherming van
uw luchtwegen. Vang stofresten op met een stofzuiger
of een systeem voor stofafzuiging dat ontworpen is voor
detoepassing.
Alleen DCD709
BELANGRIJK: Gebruik voor het werken met de slagboor
alleen hardmetalen boortjes of boortjes die geschikt zijn
voormetselwerk.