NEDERLANDS
55
LED-werklicht (Afb.A)
Het LED werklicht
9
en de schakelaar
10
ervan bevinden
zich op de voet van het gereedschap. Het werklicht wordt
ingeschakeld wanneer u de aan/uit-schakelaar indrukt. U kunt
de standen laag
18
, middel
19
, en spotlight
20
wisselen door
de schakelaar op de voet van het gereedschap te verzetten. Als
u de Aan/Uit-schakelaar ingedrukt houdt, blijft het werklicht in
alle standenbranden.
Wanneer de stand laag of middel is ingeschakeld, blijft
het werklicht 20seconden branden nadat u de schakelaar
hebtlosgelaten.
Spotlight‑stand
De hoge instelling is de stand spotlight. Het spotlight blijft
20minuten branden nadat u de Aan/Uit-schakelaar hebt
losgelaten. Twee minuten voordat het spotlight dooft, knippert
het twee keer en gaat minder fel branden. U kunt voorkomen
dat het spotlight uitgaat door licht op de aan/uit-schakelaar
tetikken.
WAARSCHUWING: Staar, wanneer u het werklicht in de
stand middel of spotlight gebruikt, niet in het licht en plaats de
boormachine niet zo dat iemand anders in het licht kan kijken. Dit
kan tot ernstig oogletselleiden.
Schakelen op drie snelheden (Afb.A, C–E)
De functionaliteit schakelen op drie snelheden van uw
gereedschap stelt u in staat te schakelen tussen versnellingen
om meer mogelijkheden te hebben. Om snelheid 1te kiezen
(hoogste torsie-instelling) zet u het gereedschap uit en laat
u het tot stilstand komen. Schuif de snelheidskeuzeknop
8
geheel naar voren. Snelheid 2(middelste torsie en
snelheidsinstelling) bevindt zich in de middelste stand. Snelheid
3(hoogste snelheidsinstellingen) bevindt zichachteraan.
OPMERKING: Verander niet van versnelling als het
gereedschap aan staat. Zorg altijd dat de boor volledig tot
stilstand is gekomen voordat u van versnelling wisselt. Als
u problemen ondervindt bij het wisselen van versnellingen,
zorg dan dat de snelheidskeuzeknop zich in één van de drie
snelheidsinstellingenbevindt.
Als de versnellingswissel vast komt te zitten of als het kiezen
van de gewenste versnelling moeilijk is, trek dan de Aan/
Uit-schakelaar
3
in zodat u de motor kunt laten draaien. en kies
vervolgens de gewenstestand.
Knop vooruit/achteruit (Afb.A)
De knop vooruit/achteruit
4
bepaalt de richting waarin het
gereedschap draait en dient ook alsvergrendelingknop.
Om vooruit draaien te kiezen laat u de trekkerschakelaar los en
drukt u de vooruit/achteruit knop aan de rechterkant van het
gereedschapin.
Om achteruit draaien te kiezen laat u de trekkerschakelaar los
en drukt u de vooruit/achteruit knop aan de linkerkant van het
gereedschapin.
De middenpositie van de controleknop vergrendelt het
gereedschap in de ‘uit’ stand. Zorg ervoor dat u de trekker
loslaat als u de stand van de controleknopwijzigt.
OPMERKING: De eerste keer als het gereedschap draait
nadat de draairichting is gewijzigd, hoort u misschien een klik
bij het opstarten. Dit is normaal en betekent niet dat er een
probleemis.
Zijgreep (Afb.A, I)
WAARSCHUWING: Om het gevaar op persoonlijk letsel te
verminderen bedient u het gereedschap ALTIJD als de zijgreep
correct is geïnstalleerd. Als u dit nalaat kan het ertoe leiden dat
de zijgreep wegglijdt tijdens de bediening van het gereedschap
en u de controle erover verliest. Houd het gereedschap met beide
handen vast om zoveel controle tehouden.
De zijgreep
14
klemt vast aan de voorzijde van de
versnellingsbehuizing en kan 360º worden gedraaid voor
zowel rechtshandig als linkshandig gebruik. De zijgreep moet
voldoende stevig zijn bevestigd om weerstand te bieden
aan het wegdraaien van de boor als het accessoire vastzit
of vastloopt. Zorg ervoor dat u de zijgreep aan het uiteinde
vastpakt om het gereedschap tijdens vastlopen onder controle
tehouden.
Als het model niet is uitgerust met een zijgreep houdt u de boor
met één hand aan de handgreep vast en met de andere hand
aan deaccu.
OPMERKING: Zijgrepen worden bij alle modellengeleverd.
Aanhaalmoment Stelkraag/Elektronische koppeling
(Afb.A, C–E)
Uw gereedschap heeft een elektronisch stelmechanisme
voor het aanhaalmoment van de schroevendraaier voor het
aandraaien en verwijderen van allerlei bevestigingsmateriaal.
Rond de stelkraag aanhaalmoment
5
staan nummers
afgedrukt. Deze getallen worden gebruikt om de versnelling in
te stellen om een torsiebereik te leveren. Hoe hoger het getal op
de stelring, hoe hoger de torsie en hoe groter de bevestiging die
kan worden aangedreven. Om een getal te kiezen draait u net
zolang totdat het gewenste getal op één lijn met de pijlstaat.
WAARSCHUWING: Wanneer de stelkraag aanhaalmoment
in de stand voor de boor of de hamerboor staat, grijpt
de koppeling van de boor niet in. De boormachine kan
vastlopen als u deze overbelast en er kan dan een plotselinge
draaibewegingontstaan.
Schakelaar variabele snelheid (Afb.A)
U kunt het gereedschap inschakelen door de schakelaar voor
variabele snelheid/an/Uit in te knijpen
3
. Om het gereedschap
uit te schakelen laat u trekkerschakelaar los. Uw gereedschap
is voorzien van een rem. De boorhouder stops zodra de
trekkerschakelaar volledig wordtlosgelaten.
OPMERKING: Het continue gebruik op variabele snelheden
wordt niet aanbevolen. Dit kan de schakelaar beschadigen en
dient te wordenvoorkomen.
uitsluitend de montageschroef
12
die is meegeleverd. Let erop
dat u de schroef stevigvastdraait.
De riemhaak en de magnetische bithouder kan voor
links- of rechtshandige gebruikers aan een van beide
zijden van het gereedschap worden bevestigd, maar
alleen met de meegeleverde schroef. Als u de haak of de
magnetische bithouder niet wilt gebruiken, kunt deze van het
gereedschapafhalen.
U kunt de riemhaak of de magnetische bithouder verplaatsen
door de schroef waarmee ze vastzitten, te verwijderen en de
haak of de houder aan de andere zijde te monteren. Let erop
dat u de schroef stevigvastdraait.