75
NEDERLANDS
Precision Wrench™ (Afb. C)
Behalve de standen voor slagkracht bij lage snelheid is dit
gereedschap voorzien van de stand Precision Wrench™, die
de gebruiker meer controle geeft bij vast‑ en losdraaien.
In voorwaartse richting zal het gereedschap vastzetten bij
2000TPM tot de slagwerking begint. Het gereedschap zal
dan 0,5 seconde wachten tot de slagkracht wordt ingezet op
3250IPM, zodat de gebruiker meer controle heeft en er minder
kans is dat het bevestigingsmateriaal te vast wordt gezet of
wordtbeschadigd.
In achterwaartse richting zal het gereedschap de slagkracht
inzetten bij een normale snelheid en 3250IPM. Wanneer het
gereedschap detecteert dat het bevestigingsmateriaal los is
gekomen, zal het de slagwerking uitschakelen en de snelheid
laten afnemen zodat losraken van bouten of onderdelen
wordtvoorkomen.
Standenselectie (Afb. A, C)
Uw gereedschap is uitgerust met een
standenkeuzeschakelaar
7
waarmee u een van de drie
snelheden of de Precision Wrench™‑stand kunt selecteren.
Selecteer de stand op basis van het vereiste toerental/koppeling
en regel de snelheid van het gereedschap met de schakelaar
voor de variabele snelheid
1
.
Werklicht (Afb. A, C)
Het werklicht
6
wordt ingeschakeld wanneer de schakelaar
variabele snelheid
1
wordt ingedrukt. U kunt door de e
werklidhtschakelaar
15
herhaaldelijk in te drukken de standen
Verlichting laag, Verlichting hoog en Verlichting uitdoorlopen.
OPMERKING: Het werklicht is bedoeld voor het verlichten
van het werkoppervlak in de onmiddellijke nabijheid en
het is niet de bedoeling dat u het licht gebruikt zoals u een
zaklantaarngebruikt.
Knop vooruit/achteruit (Afb. A)
De knop vooruit/achteruit
2
bepaalt de richting waarin het
gereedschap draait en dient ook alsvergrendelingknop.
Om vooruit draaien te kiezen laat u de trekkerschakelaar los en
drukt u de vooruit/achteruit knop aan de rechterkant van het
gereedschapin.
Om achteruit draaien te kiezen laat u de trekkerschakelaar los
en drukt u de vooruit/achteruit knop aan de linkerkant van het
gereedschapin.
De middenpositie van de controleknop vergrendelt het
gereedschap in de ‘uit’ stand. Zorg ervoor dat u de trekker
loslaat als u de stand van de controleknopwijzigt.
OPMERKING: De eerste keer als het gereedschap draait
nadat de draairichting is gewijzigd, hoort u misschien een klik
bij het opstarten. Dit is normaal en betekent niet dat er een
probleemis.
Schakelaar voor variabele snelheid Aan/Uit
(Afb. A)
U kunt het gereedschap in werking zetten door de Aan/
Uit‑schakelaar in te knijpen
1
. U kunt het gereedschap
uitschakelen door de Aan/Uit‑schakelaar los te laten. Uw
gereedschap is voorzien van een rem. Het aambeeld stopt
wanneer u de Aan/Uit‑schakelaar geheel loslaat. Met de
schakelaar voor variabele snelheid kunt u de beste snelheid voor
een bepaalde toepassing selecteren. Hoe verder u de schakelaar
inknijpt, des te sneller werkt het gereedschap. Gebruik de
variabele snelheid alleen als u begint te boren of schroeven, dat
komt de levensduur van het gereedschap zeer tengoede.
OPMERKING: U kunt het gereedschap beter niet voortdurend
in het variabele snelheidsbereik gebruiken. Hierdoor kan de
schakelaar beschadigd raken en u kunt het betervermijden.
Riemhaak (Als optie verkrijgbaar accessoire)
(Afb. A)
WAARSCHUWING: Beperk het risico van ernstig
persoonlijk letsel, gebruik de riemhaak van het
gereedschap UITSLUITEND om het gereedschap
aan een werkriem te hangen. Hang het gereedschap
NIET boven uw hoofd en hang geen voorwerpen op aan
deriemhaak.
WAARSCHUWING: Beperk het risico van ernstig
persoonlijk letsel, let erop dat de schroef waarmee de
riemhaak vastzit, goed isbevestigd.
VOORZICHTIG: Beperk het risico van persoonlijk
letsel of materiële schade, hang niet de boor
aan de riemhaak terwijl u het gereedschap in de
spotlight‑standgebruikt.
BELANGRIJK: Gebruik voor het bevestigen of vervangen van
de riemhaak alleen de bijgeleverde schroef
9
. Let erop dat u de
schroef stevigvastdraait.
De riemhaak
8
kan voor links‑ of rechtshandig gebruik aan
beide zijden van het gereedschap worden bevestigd, maar
alleen met de schroef
9
die is meegeleverd. Als u de riemhaak
niet wilt gebruiken, kunt u deze van het gereedschapafhalen.
U kunt de riemhaak verplaatsen door de schroef
9
die de
riemhaak op z’n plaats houdt, te verwijderen en aan andere zijde
weer te monteren. Let erop dat u de schroef stevigvastdraait.
U kunt de vermogenmeter inschakelen door de knop van
de vermogenmeter
12
in te drukken. Een combinatie van
de drie groene LED‑lampjes gaat branden en dat geeft een
aanduiding van de hoeveelheid lading die de accu nog heeft.
Wanneer de lading in de accu onder het bruikbare niveau
ligt, gaat de vermogenmeter niet branden en moet de accu
wordenopgeladen.
OPMERKING: De brandstofmeter geeft slechts een indicatie
van de hoeveelheid lading die de accu nog heeft. De meter
geeft geen aanwijzingen over de functionaliteit van het
gereedschap en is onderhevig aan schommelingen afhankelijk
van productcomponenten, temperatuur en de toepassing door
deeindgebruiker.