48
NEDERLANDS
- Het zal de taak beter en veiliger uitvoeren wanneer het op de bedoelde wijze
wordtgebruikt.
7 . Maak gebruik van het juistegereedschap.
- Gebruik geen licht gereedschap om het werk van zware machines uit te voeren. Gebruik
het gereedschap niet voor doeleinden waarvoor het niet bestemd is; gebruik bijvoorbeeld
cirkelzagen niet om boomtakken of houtblokken tezagen.
8 . Draag geschiktekleding.
- Draag geen loszittende kleding of juwelen, want deze kunnen vast komen te zitten in
bewegende delen. Schoenen met profielzolen zijn aanbevolen wanneer u buitenshuis
werkt. Houd lang haarbijeen.
9 . Gebruik beschermendmateriaal.
- Draag altijd een veiligheidsbril. Draag een gezichts- of stofmasker bij werkzaamheden
waarbij stof of rondvliegende deeltjes vrijkomen. Draag ook een hittebestendige schort
indien deze deeltjes heet kunnen zijn. Draag altijd gehoorbescherming. Draag altijd
eenveiligheidshelm.
10 . Sluit voorziening voor stofafvoeraan.
- Als er hulpmiddelen zijn geleverd voor de aansluiting van voorzieningen voor afvoer en
opvang van stof, zorg dan dat deze zijn aangesloten en naar behoren wordengebruikt.
11 . Gebruik het snoer nietverkeerd.
- Trek nooit aan het snoer om de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd het
snoer uit de buurt van hitte, olie en scherpe randen. Draag het gereedschap nooit aan
hetsnoer.
12 . Zeker hetwerkstuk.
- Gebruik waar mogelijk klemmen of een bankschroef om het te bewerken deel vast te
zetten. Dit is veiliger dan wanneer u uw handen gebruikt en bovendien kunt u de machine
dan met beide handenbedienen.
13 . Zorg voor een veiligehouding.
- Zorg altijd voor een juist, stabielehouding.
14 . Onderhoud gereedschap metzorg.
- Houd zaagwerktuigen scherp en schoon voor betere en veiligere prestaties. Volg
aanwijzingen voor het smeren en verwisselen van hulpstukken. Inspecteer het
gereedschap regelmatig en laat het repareren door een bevoegde reparatieservice als het
is beschadigd. Houd handgrepen en schakelaars droog, schoon en vrij van olie envet.
15 . Trek de stekker van het gereedschap altijd uit hetstopcontact.
- Haal de stekker uit het stopcontact als u de machine niet gebruikt en wanneer
u onderhoud aan de machine uitvoert of accessoires als bladen, boren en
snijstukkenverwisselt.
16 . Verwijder stel- enmoersleutels.
- Maak er een gewoonte van om te controleren dat de stel- en moersleutels zijn verwijderd
voordat u het gereedschapgebruikt.
17 . Vermijd onbedoeldinschakelen.
- Draag het gereedschap niet met een vinger op de schakelaar. Zorg ervoor dat het
gereedschap uit staat voordat u de stekker in het stopcontactsteekt.
18 . Maak gebruik van verlengsnoeren die geschikt zijn voorbuitengebruik.
- Controleer voor gebruik de verlengkabel en vervang deze als die beschadigd is. Gebruik,
wanneer het gereedschap buiten wordt gebruikt, alleen verlengsnoeren die geschikt zijn
voor buitengebruik en als zodanig zijngemarkeerd.
19 . Blijfalert.
- Kijk wat u doet. Gebruik uw gezond verstand. Gebruik het gereedschap niet wanneer u
moe bent of wanneer u drugs of alcohol hebtgebruikt.
20 . Controleer op beschadigdeonderdelen.
- Controleer voor gebruik het gereedschap en het stroomsnoer zorgvuldig om vast te stellen
dat het op juiste wijze werkt en de bedoelde taken uitvoert. Controleer of bewegende
delen zich in de juiste positie bevinden en goed zijn bevestigd, of er defecte onderdelen
zijn, of ze juist zijn gemonteerd en of er sprake is van andere zaken die bediening kunnen
beïnvloeden. Een beschermstuk of ander onderdeel dat is beschadigd dient op de juiste
wijze te worden vervangen of gerepareerd door een bevoegde reparatieservice, tenzij in
de handleiding anders wordt aangegeven. Laat een bevoegde reparatieservice defecte
schakelaars vervangen. Gebruik het gereedschap niet als de aan-/uitschakelaar niet naar
behoren werkt. Probeer nooit zelf reparaties uit tevoeren.
WAARSCHUWING: Het gebruik van een accessoire of hulpstuk of het uitvoeren
van werkzaamheden met dit gereedschap buiten wat is aanbevolen in deze
instructiehandleiding, kan risico op persoonlijk letsel met zichmeebrengen.
21 . Laat uw gereedschap repareren door een bevoegdpersoon.
- Dit elektrisch gereedschap voldoet aan de relevante veiligheidsvoorschriften. Reparaties
mogen alleen worden uitgevoerd door bevoegde personen die gebruikmaken van
originele reserveonderdelen; dit kan anders resulteren in aanzienlijk gevaar voor de
Aanvullende veiligheidsregels voor vlak- en vandiktebanken
Aanvullende veiligheidsregels voor zagen met zwenkbare arm
• Beveilig de elektrische stroomvoorziening met een geschikte zekering ofcircuitonderbreker.
• Houd de steunpunten in de arm en de steunen op de rolkop assemblage schoon en vrij
vanvet.
• Zorg er voordat u de zaag aan zet voor dat de afscheiding in de juiste positie staat. Het
zaagblad dient niet in contact met het materiaal te komen totdat de zaag aan de hendel
wordtgetrokken.
• Stel de vingerbeveiliging altijd zo in dat deze boven de vaste afscheiding is of 3 mm boven het
oppervlakte van het materiaal dat wordt gezaagd, welke van de twee hogeris.
• Controleer regelmatig aanpassing op nauwkeurigheid en pas deze indien nodigaan.
• Zorg ervoor dat het zaagblad in de juiste richting draait en dat de tanden naar de
afscheidingwijzen.
• Zorg ervoor dat alle klemhendels goed vast zitten voordat u een handelingbegint.
• Bedien de machine nooit zonder dat alle beveiligingen op hun plaatszitten.
• Bescherm het zaagblad volledig met de zaagbeveiliging als deze niet in gebruikis.
• Sluit de machine af van de stroomvoorziening als deze niet in gebruik is, als u de zaagbladen
verwisselt, of als u onderhouduitvoert.
• Gebruik altijd de juiste, scherpe zaagbladen die gemaakt zijn in overeenstemming met
EN847-1 en met een spaanhoek van +/–5mm.
• Gebruik nooit zaagbladen waarvan de maximum aangegeven snelheid lager is dan de
draaisnelheid van despil.
• Gebruik geen HSS (hoge snelheid staal)zaagblad.
• De aanbevolen zaagbladdiameter staat vermeld in de technischegegevens.
• Klem niets tegen de koeling aan om de motorkast vast tehouden.
• Zorg ervoor dat de veiligheidsuitrustingen, de rem, de automatische terugslag en
vergrendelingapparaten correct functioneren voordat u de machine gebruikt. Gebruik de
machine niet als deze apparaten defectzijn.
• Gebruik als u een rond werkstuk zaagt ALTIJD een geschikte mal of prisma om het
ronddraaien van het werkstuk tevoorkomen.
• Forceer de snijdhandeling niet. (Het vastlopen of gedeeltelijk vastlopen van de motor kan
ernstige schade veroorzaken.) Laat de motor de volledige snelheid bereiken voordat uzaagt.
• Til de machine niet op aan dewerktafel.
• Snijd geen ijzerhoudende metalen, niet-ijzerhoudende metalen ofmetselwerk.
• Breng geen smeermiddelen op het zaagblad aan als het in werkingis.
• Plaats nooit één van de handen in het gebied van het zaagblad als de zaag op de
stroomvoorziening isaangesloten.
• Grijp niet achter het zaagblad als dit in gebruikis.
• Plaats uw handen niet dichter dan 150 mm bij het zaagblad tijdens hetsnijden.
• Gebruik geen gebroken of beschadigdezaagbladen.
• Vervang de afscheiding als deze beschadigd is en/of niet langer voldoende ondersteuning
biedt. De afscheiding dient regelmatig te wordenvervangen.
• Zorg ALTIJD voor veilige bediening. De zagen met zwenkbare arm dienen aan de vloer te
worden bevestigd met 8 mm diameter bouten met een minimum lengte van 80mm.
WAARSCHUWING: Als u een rond werkstuk snijdt, is het noodzakelijk om het werkstuk te
beveiligen tegen ronddraaien door een mal of houder tegebruiken.
• Gebruik de machine niet op locaties waar de temperatuur minder dan –5˚C of meer dan
40˚C kan bereiken. De geschikte temperatuur is 20˚C.
• De operator dient te worden geïnstrueerd over factoren die blootstelling aan geluid
beïnvloeden (bv. het gebruik van een zaagblad dat is ontworpen om de geluidsemissie te
verminderen, en onderhoud aan de machine); Meld defecten aan de machine, inclusief
beveiligingen of het zaagblad, zodra deze worden ontdekt. Zorg ervoor dat de operator
adequaat is getraind in het gebruik, het afstellen en de bediening van demachine.
• Sluit de zaag aan op een stof verzamelapparaat als u hout zaagt. Houd altijd rekening met
factoren die blootstelling aan stof beïnvloeden, zoals:
- Type materiaal dat verwerkt wordt (spaanplaat veroorzaakt meer stof dan hout).
- De juiste aanpassing van hetzaagblad.
- Zorg ervoor dat de plaatselijke afscheiding evenals beschermkappen, schotten en goten
juist staanafgesteld.
• Draag altijd werkhandschoenen als u onderhoud aan de machine uitvoert, grove werkstukken
verwerkt of het zaagbladverwisselt.
• Als zich een voltagefout voordoet terwijl de machine niet wordt gebruikt, laat u de hendel
onmiddellijk los om ervoor te zorgen dat de zaagkop automatisch terugkeert naar
deruststand.
WAARSCHUWING: Defecte elektrische bedrading dient onmiddellijk te
wordenvervangen.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te verminderen schakelt u het
apparaat uit en sluit u de stroombron van de machine af voordat u accessoires
installeert of verwijdert, voordat u instellingen aanpast of wijzigt, of als u reparaties
uitvoert. Verzeker u ervan dat de schakelaar in de OFF (UIT) positie staat. Het per ongeluk
opstarten kan letselveroorzaken.
• Rapporteer de storing en breng een geschikte aanduiding op de machine aan zodat andere
mensen niet proberen de niet (goed) functionerende machine tegebruiken.
• Wanneer het zaagblad is geblokkeerd als gevolg van abnormale aanvoerdruk tijdens het
zagen, zet de machine dan uit en trek de stekker uit het stopcontact. Verwijder het werkstuk en
zorg voor vrijloop van het zaagblad. Zet de machine aan start de zaagwerkzaamheden weer
met verminderdeaanvoerdruk.
WAARSCHUWING: Wij adviseren een aardlekschakelaar met een reststroomwaarde van
30mA of minder tegebruiken.
Overige risico’s
De volgende risico’s zijn inherent aan het gebruik van zagen met zwenkbare arm:
Ondanks het toepassen van de relevante veiligheidsvoorschriften en het toepassen van
veiligheidsapparaten, kunnen sommige overige risico’s niet wordenvermeden.
Dit zijn:
• Letsel veroorzaakt door het aanraken van roterendedelen.
• Gehoorbeschadiging.