8 Onderhoud
31
8.4 Bougie
Zie onderstaande afbeelding
Reinig of vervang de bougie, indien nodig. Zie handleiding voor de motor.
Deuitlaatwordtzeerheettijdensdewerkingenblijftnogenigetijdnahetuitschakelen
vandemotorheet. Raak een hete uitlaat nooit aan.
WAARSCHUWING
Opmerking: Zie de technische gegevens voor de aanbevolen bougie en de
luchtspleet voor de bougie.
1. Verwijder en controleer de bougie.
2. Vervang de bougie als de isolator gebarsten of gescheurd is.
3. Maak de bougie-elektroden schoon met een draadborstel.
4. Pas de luchtspleet van de bougie (a) aan.
5. Schroef de bougie opnieuw in en draai vast.
MEDEDELING: Een losse bougie kan zeer warm worden en de motor
beschadigen.