89
NEDERLANDS
D
Reiniging
WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof uit de
hoofdbehuizing met droge lucht, zo vaak u ziet dat
vuil zich in en rond de luchtopeningen ophoopt. Draag
C
Smering
Uw elektrische gereedschap heeft geen aanvullende
smeringnodig.
ONDERHOUD
Uw gereedschap op stroom is ontworpen om gedurende een lange
tijdsperiode te functioneren met een minimum aan onderhoud. Het
continu naar bevrediging functioneren hangt af van de juiste zorg
voor het gereedschap en regelmatigschoonmaken.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig
persoonlijk letsel te verminderen, zet u het
gereedschap uit en ontkoppelt u de accu, voordat
u enige aanpassing maakt of hulpstukken of
accessoires verwijdert/installeert. Het onbedoeld
opstarten kan letselveroorzaken.
Aan de lader en de accu kan geen onderhoud wordenverricht.
Transport
VOORZICHTIG: Voorkom dat het gereedschap per
ongeluk wordt gestart, vervoer het pas nadat u de
batterijen hebt uitgenomen!
Opslag
VOORZICHTIG: Denk eraan altijd eerst de batterijen
uit te nemen voordat u het gereedschap opbergt! Berg
het gereedschap en de batterijen op een koele en droge
plaatsop.
Aanbevelingen voor werken met
hetgereedschap
• Grote gaten (8 mm tot 13mm) in metaal boren is
gemakkelijker als u een gat voorboort ((4 mm tot 5mm).
• Oefen tijdens het boren altijd in een rechte lijn druk uit op
het boortje, maar duw niet zo hard dat de motor vastloopt
of het boortje wordt gebogen. Een soepele, gelijkmatige
stroom van materiaal is een teken dat het boren
goedverloopt.
• Voorkom beschadiging van het materiaal, gebruik een
houten "steunblok" wanneer u boort in dun materiaal of in
materiaal dat gemakkelijksplintert.
WAARSCHUWING:
• Meng of pomp niet met dit gereedschap vloeistoffen
die gemakkelijk kunnen ontbranden of kunnen
ontploffen (wasbenzine, alcohol, enz.).
• Meng of roer geen brandbare vloeistoffen die als
zodanig zijngelabeld.
Een toepassing uitvoeren (Afb.A)
WAARSCHUWING: BEPERK HET RISICO VAN
PERSOONLIJK LETSEL, ZET ALTIJD het werkstuk stevig
vast. Voorkom beschadiging van het materiaal, gebruik
een "steunblok" als u boort in dunmateriaal.
WAARSCHUWING: Verander altijd pas de richting
van de rotatie wanneer de motor volledig tot stilstand
isgekomen.
1. Kies de juiste boorkop, adapter en/of het juiste boortje
en plaats deze/dit op het gereedschap. Zie Boorbit en
gereedschapshouder.
2. Selecteer met behulp van de standenselectieschakelaar
3
de stand die geschikt is voor de toepassing van uw keuze.
ZieBedrijfsstanden.
3. Stel de zijhandgreep
5
naar eigen inzichtaf.
4. Selecteer de draairichting met de knop Vooruit/achteruit
2
.
Wanneer u de stand van de regelknop wijzigt, is het
belangrijk dat u de aan/uit-knop nietindrukt.
- U selecteert de draairichting vooruit door de vooruit/
achteruit-regelknop aan de rechterzijde van het
gereedschap in tedrukken.
- U selecteert de draairichting achteruit door de vooruit/
achteruit-regelknop aan de linkerzijde van het
gereedschap in tedrukken.
NB: De middelste stand van de regelknop vergrendelt
het gereedschap in de Uit-stand.
5. Plaats het boortje/de beitel op de locatie van uwkeuze.
6. Druk de aan/uit-schakelaar in
1
. Hoe verder u de schakelaar
indrukt, des te sneller werkt het gereedschap. Gebruik de
variabele snelheid alleen als u begint te boren of schroeven,
dat komt de levensduur van het gereedschap zeer
tengoede.
7. U kunt de hamerboor stoppen door de schakelaar los
telaten.
Slagboren
Boren in beton en
metselwerk
Alleen hakken Licht hakwerk
Een bedrijfsstand selecteren:
1. Druk de vrijgaveknop
4
van de
standenselectieschakelaarin.
2. Draai de standenselectieschakelaar zo dat de pijl wijst naar
het symbool van de stand van uwkeuze.
OPMERKING: De standenselectieschakelaar
3
moet altijd
in de stand Boren, Slagboren of Alleen hakken staan. Er zijn
hiertussen geen bruikbare posities. Het kan nodig zijn de motor
kort te laten draaien nadat u hebt overgeschakeld van ‘alleen
hakken’ naar de standen voor ‘boren’, zo zorgt u ervoor dat de
tandwielen goed in elkaargrijpen.