Algemene informatie
Pak de kachel voorzichtig uit en bewaar de verpakking voor
eventueel toekomstig gebruik, voor het geval u gaat verhuizen
of de kachel naar de leverancier wilt terugsturen.
De sfeerhaard beschikt over een vlameect, dat met of zonder
verwarming gebruikt kan worden, zodat u in alle jaargetijden van
het gezellige eect kunt genieten. Het stroomverbruik van het
vlameect zonder warmte-afgifte is gering.
Controleer voordat u de kachel aansluit of de voedingsspanning
hetzelfde is als op de kachel is aangegeven.
Opmerking: als u de kachel in een omgeving gebruikt met
weinig achtergrondgeluid, dan kunt u een geluid horen
wanneer de kachel met het vlameect wordt aangezet. Dit is
normaal, dus u hoeft zich daar geen zorgen over te maken.
Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING – DIT APPARAAT MOET WORDEN
GEAARD
De radiator mag alleen met wisselstroom worden gebruikt en de
voedingsspanning moet overeenkomen met de op de radiator
aangegeven spanning.
Neem alle veiligheidswaarschuwingen en gebruiksinstructies
door voordat u de kachel aanzet.
Bedieningsknoppen - zie afb. 2
Met keuze uit drie schakelaars kunt u de warmte-instelling
bepalen. Het apparaat is in de standbystand als het hoofdsnoer in
het stopcontact is gestoken. Dit wordt aangegeven door het rode
neonlampje achter het vlameectscherm. De twee schakelaars
staan in de AAN-stand als de kant met de markeringen erop
(d.w.z. I of II) zijn ingedrukt.
Druk op de toetsschakelaar 1 Regelt de stroomtoevoer
naar de verwarming en
het vlameect.
Indien beide schakelaars 2 en 3 in de UIT-stand staan, werkt het
product uitsluitend op het vlameect.
Schakelaar 2 (I) geeft een
warmtevermogen
van 750W
Schakelaar 3 (II) geeft een van 1500W
als warmtevermogen
schakelaar
2 ook wordt ingedrukt.
Thermostaat (T) - zie afb. 3
Als u een bepaalde kamertemperatuur wilt handhaven, stelt
u de regelknop in op “max.”. Laat het apparaat op volle
kracht werken tot de gewenste kamertemperatuur is bereikt.
Draai de thermostaatregelknop terug tot het apparaat met
een hoorbare klik uitschakelt. Deze temperatuur wordt nu
bijna constant gehouden doordat de thermostaatregelknop
automatisch in- en uitschakelt. Houd er rekening mee dat
het apparaat uitsluitend kan worden ingeschakeld als de
thermostaatinstelling hoger is dan de kamertemperatuur.
Afstandsbediening - zie afb. 4
Het maximale gebruiksbereik is ~ 5meter.
Waarschuwing: Het duurt even voordat de ontvanger op de zender
reageert.
Voor een optimale werking moet u binnen twee seconden niet meer
dan eenmaal op de knoppen drukken.
Batterij-informatie - zie afb. 4
1. Verwijder om de afstandsbediening te activeren de isolatiestrip
voor de batterij. Dit is om ervoor te zorgen dat de afstandsbediening
bij levering volledig is opgeladen.
2. Voor het vervangen van de batterij van de afstandsbediening draait
u de afstandsbediening om en volgt u de instructies in het diagram
dat de afstandsbediening is gegraveerd
3. Gebruik alleen batterijen van het type CR2025 of CR2032.
WAARSCHUWING: HOUD BATTERIJEN BUITEN
BEREIK VAN KINDEREN
Inslikken kan binnen slechts 2 uur leiden tot ernstig letsel of de
dood, als gevolg van chemische brandwonden en mogelijke
perforatie van de slokdarm.
Als u denkt dat batterijen zijn ingeslikt of in een deel van het
lichaam zijn geplaatst, zoek dan onmiddellijk medische hulp.
Onderzoek apparaten en zorg ervoor dat het
batterijcompartiment correct is vergrendeld, bijv. dat de
schroef of een ander
mechanisch bevestigingsmiddel is vastgedraaid. Niet
gebruiken als het compartiment niet goed vastgezet is.
Gooi gebruikte knoopbatterijen onmiddellijk en veilig weg.
Lege batterijen kunnen nog steeds gevaarlijk zijn.
LET OP: Geen duidelijke symptomen.
Helaas is het niet duidelijk wanneer een knoop- of
knoopcelbatterij in de slokdarm van een kind vastzit.
Hieraan zijn geen specieke symptomen verbonden. Het kind
kan:
• veel hoesten, kokhalzen of kwijlen;
• maagklachten of een virus lijken te hebben;
• overgeven;
• naar de keel of maag wijzen;
• pijn in de buik, borst of keel hebben;
• moe of lethargisch zijn;
• stiller of aanhankelijker zijn dan normaal of anderszins „niet
zichzelf”;
• de eetlust verliezen of een verminderde eetlust hebben; en
• geen vast voedsel willen/kunnen eten.