NL
- 74 -
de binnenzeskantsleutel (11) stevig vast.
• 
 Zorg ervoor dat de schijf (4) als onderleg-
plaatje voor de schroef (5) wordt gebruikt (zie 
fig. 2). Daarbij moet de welving van de schijf 
naar boven wijzen.
Waarschuwing! 
Controleer of het inzetgereedschap goed 
vast zit!
5.2 Driehoekige schuurplaat
Met de driehoekige schuurplaat kan de machine 
als driehoekschuurmachine worden gebruikt.
5.2.1 Bevestigen van het schuurpapier
Probleemloos verwisselen d.m.v. klithechting. Let 
wel dat de afzuiggaatjes in het schuurpapier en 
die van de schuurplaat overeenstemmen.
5.3 Stofafzuiging voor schuurplaat monteren 
(fi g. 3/4)
De stofafzuiging voorkomt grote vervuiling, zware 
stofoverlast in de ademlucht en vergemakkelijkt 
het verwijderen van het stof.
• 
 Breng het gereedschap in een veilige positie 
zoals beschreven in 5.1.
• 
 Plaats de stofzuiginrichting (6) op de ge-
reedschapshouder (2) zoals getoond in fig. 3. 
• 
 Bevestig de stofafzuiginrichting (6) door de 
schroef (7) vast te draaien met de binnenzes-
kantsleutel (11).
• 
Zorg ervoor dat de schijf (4) als onderleg-
plaatje voor de schroef (5) wordt gebruikt (zie 
fig. 2). Daarbij moet de welving van de schijf 
naar boven wijzen.
• 
Plaats de driehoekige schuurplaat (8) zo 
op de stofafzuiginrichting (6) en de ge-
reedschapsadapter (2), dat de pennen van 
de gereedschapsadapter (2) in de uitsparing 
van de driehoekige schuurplaat (8) passen en 
bevestig deze zoals getoond in fig. 4. 
• 
Sluit een afzuiginstallatie of een stofzuiger 
aan aan uw apparaat (zie afbeelding 5). Daar-
mee bereikt u een optimale afzuiging van stof 
en spanen van het werkstuk.
De voordelen: U spaart zowel het gereedschap 
als uw eigen gezondheid. Uw werkgebied blijft 
bovendien netjes en veilig.
6. Bediening
 6.1 In-/uitschakelen
Om het gereedschap in te schakelen schuift u de 
schakelaar (1) naar voren.
Om het apparaat uit te schakelen moet de scha-
kelaar (1) naar achter worden geschoven.
6.2 Werkaanwijzingen
• 
 Gereedschap  inschakelen.
• 
 Van het lichaam weg werken.
• 
 Met de handen nooit voor het onmiddellijke 
werkgebied komen.
• 
 Enkel intact en onbeschadigd inzetge-
reedschap gebruiken.
Inzetgereedschap
Zagen: zagen van hout en kunststof. 
Werkaanwijzingen: Let bij het zagen op vreemde 
lichamen in het materiaal en verwijder die indien 
nodig. 
Bij het dompelzagen mogen alleen zachte materi-
alen als hout of gipskartonplaten worden bewerkt.
Schuren: fi jnschuren langs randen, in hoeken of 
moeilijk toegankelijke plaatsen. Naargelang het 
schuurvel voor het schuren van hout, verf, lak enz.
Werkaanwijzingen: Het gereedschap is bijzonder 
sterk bij het schuren van moeilijk toegankelijke 
hoeken en kanten. Voor het schuren van profi elen 
en afrondingen kan ook enkel met het punt of 
met een rand van de schuurzool worden gewerkt. 
Verschillende soorten schuurpapier zijn verkrijg-
baar naargelang het te bewerken materiaal en de 
gewenste af te schuren dikte van het oppervlak. 
Het schuurvermogen wordt hoofdzakelijk bepaald 
door de keuze van het schuurpapier en door het 
gedoseerd aandrukken van de schuurzool.
Schrapen: Afschrapen van oud lakwerk of lijm-
resten.
Werkaanwijzingen: Breng het inzetgereedschap 
naar de af te schrapen plaats. Begin met een 
vlakke aanzethoek en een geringe aandrukkracht. 
Bij een te hoge aandrukkracht kan de ondergrond 
(b.v. hout, pleister) worden beschadigd.
6.3 Toerenregelaar (fi g. 7)
Door draaien van de toerenregelaar (4) kunt u het 
toerental vooraf kiezen.
PLUS-richting:  hoger toerental
MIN-richting:  lager toerental
Anl_TC_MG_220_1_E_SPK9.indb   74Anl_TC_MG_220_1_E_SPK9.indb   74 23.08.2017   08:10:5223.08.2017   08:10:52