LET OP!
Gebruik alleen goedgekeurde reserveonderdelen.
LET OP!
Zorg dat de kunststof onderdelen niet in contact
komen met remvloeistoffen, benzine of producten op
basis van aardolie. Chemicaliën kunnen het kunststof
beschadigen en het kunststof onbruikbaar maken.
LET OP!
Maak de kunststof behuizing of onderdelen niet
schoon met agressieve oplosmiddelen of
schoonmaakmiddelen.
OPMERKING
Aanbevolen aandraaimoment (Mes): 33-37(Nm).
5.1 ALGEMEEN ONDERHOUD
• Voor elk gebruik dient u het complete gereedschap
op beschadigingen, missende of los zittende
onderdelen zoals schroeven, moeren, bouten en
doppen te controleren.
• Draai alle bevestigingen en doppen goed vast.
• Maak het gereedschap schoon met een droge doek.
Gebruik geen water.
5.2 SMERING
Breng een voldoende hoeveelheid hoogwaardig
smeermiddel aan op alle lagers. Bij normale
bedrijfsomstandigheden is geen lagersmering meer
nodig.
WAARSCHUWING
Smeer de wielcomponenten niet. Smering kan schade
aan de wielcomponenten veroorzaken tijdens het
gebruik.
5.3 VERVANG HET MES
Afbeelding 11.
WAARSCHUWING
Gebruik alleen goedgekeurde vervangende messen.
WAARSCHUWING
Draag zware handschoenen of draai een doek om het
mes als u het mes aanraakt.
1. Schakel het gereedschap uit.
2. Zorg ervoor dat de messen volledig stoppen.
3. Verwijder de veiligheidssleutel en het accupack.
4. Draai het gereedschap op de zijkant.
5. Gebruik een stuk hout om te voorkomen dat het
mes beweegt.
6. Verwijder de montageschroef met een sleutel of
contact.
7. Verwijder het mes.
8. Installeer het nieuwe mes. Zorg ervoor dat de pijlen
in de gaten van het mes grijpen.
9. Breng de bevestigingsschroef aan en draai hem
vast.
5.4 HET GEREEDSCHAP OPBERGEN
• Reinig het gereedschap vóór het opbergen.
• Zorg ervoor dat de motor niet heet is wanneer u het
gereedschap opbergt.
• Zorg ervoor dat het gereedschap geen losse of
beschadigde onderdelen heeft. Als het nodig is,
voert u deze stappen/instructies uit:
• Vervang de beschadigde onderdelen.
• Draai de bouten vast.
• Neem contact op met een persoon van een
erkend servicecentrum.
• Berg het gereedschap op in een droge ruimte.
• Zorg ervoor dat kinderen niet in de buurt van het
gereedschap kunnen komen.
6 PROBLEEMOPLOSSING
Probleem Mogelijke oor-
zaak
Oplossing
De handgreep
bevindt zich niet
op de juiste posi-
tie.
De bouten zijn
niet correct bev-
estigd.
Pas de hoogte
van de hand-
greep aan en
zorg ervoor dat
de knoppen en
bouten goed zijn
uitgelijnd.
Het gereedschap
start niet.
De accu is bijna
leeg.
Laad het accu-
pack op.
De borgschake-
laar is defect.
Vervang de
borgschakelaar.
De accusleutel is
niet geplaatst.
Plaats de accus-
leutel.
Het gereedschap
maait het gras
ongelijk.
Het gazon is
ruw.
Bekijk het maai-
gebied.
De meshoogte is
niet goed inges-
teld.
Verplaats de
wielen naar een
hogere positie.
49
Nederlands
NL