p. 39 p. 40
[4] Wielafschermingen
• Draai de wielafschermingen aan weerszijden van de aanhanger 90graden om de reflector zichtbaar te maken.
[5] Montage van het wandelwiel (zie punt 18 om het wandelwiel weer te verwijderen)
• Voer het wandelwiel [5a] in het centrale koppelpunt [5b] in. Controleer of het wandelwiel stevig is bevestigd door er fors aan te
trekken.
• Het wandelwiel kan in voorwaartse richting worden vergrendeld. Zorg ervoor dat het wandelwiel recht vooruit wijst en
vergrendel het in positie door de knop [5c] naar beneden te drukken. Om het los te maken, drukt u de knop van onderen
omhoog.
[6] De aanhanger uitvouwen
• Laat de duwstang in zijn huidige positie staan. Grijp de riem [6a] aan de achterkant vast en trek deze omhoog. Het achterframe
ontvouwt zich nu en de duwstang komt omhoog.
• Wanneer het achterframe volledig is opengeklapt [6b], grijpt u de duwstang [6c] en draait u deze stevig naar achteren in de
vergrendelde positie. Help indien nodig de vergrendeling door het uiteinde van de aanhanger stabiel te houden.
• Zorg ervoor dat de opvouwvergrendelingen [6d] aan beide zijden automatisch vergrendeld zijn door te proberen de duwstang
naar voren te drukken. De vergrendelingshuls [6d] moet zich helemaal onderaan bevinden en de veiligheidsknop [6e] moet
helemaal naar buiten zijn gericht.
[7] De dwarsbalk installeren
• Draai de dwarsbalk [7a] naar boven en bevestig deze met twee schroeven [1i].
[8] De koppeling op uw fiets bevestigen
• Verwijder de snelkoppeling of de moer [8a] aan de linkerkant van de achteras van uw fiets. Als uw fiets een inkeping [8d] hee,
plaatst u de rotatievergrendelingsring [8c] met de plooiing van de sluitring in de inkeping [8d]. Dit helpt om de koppeling in de
juiste hoek te houden, maar de koppeling kan ook zonder dit worden bevestigd.
• Plaats de koppeling [8b] tussen de snelkoppeling of de moer en het frame. Indien een vergrendelingsring [8c] is geïnstalleerd,
monteer deze dan zo dat de groeven ervan in de groeven van de koppeling komen te liggen. Zorg ervoor dat de oriëntatie van
de koppeling [8b] die van de aeelding benaderd.
• Draai de snelkoppeling of de moer weer vast volgens de instructies van de fietsfabrikant.
GEBRUIK
[9] Gebruik van de parkeerrem
• Om te activeren: druk de handrempedaal [9a] naar beneden totdat deze vergrendelt. Mogelijk moet u de aanhanger iets heen
en weer bewegen om de rem te laten vastklikken. Controleer altijd of de rem is geactiveerd door de aanhanger vooruit te
duwen.
• Om de deactiveren: Trek de rempedaal [9a] omhoog met de punt van uw voet zodat de pedaal [9a] omhoog draait.
[10] Hoogte van de duwstang aanpassen
• Stel de hoogte van de duwstang af door de instelhulzen [10a] aan beide zijden tegelijkertijd te trekken en vervolgens de
duwstang naar de gewenste hoogte te trekken of te duwen.
• Los de instelhulzen van de duwstanghoogte en blijf de duwstang drukken of trekken totdat beide zijden goed vastklikken in een
van de vergrendelingsposities.
• Belangrijk! Stel de duwstang in op de positie waar het fietslogo [10b] zichtbaar is wanneer u gaat fietsen.
[11] Handrem
• Druk tijdens het wandelen of joggen op de centrale knop [11a] op de duwstang om de snelheid te verminderen en de controle op
hellingen te vergemakkelijken.
• De rem kan worden afgesteld met de verstelinrichtingen [11b] aan beide zijden als de rem tegen de schijf van de wielrem
schuurt of als de rem niet goed of ongelijkmatig remt.
[12] Bagage-opbergzak
• De afneembare bergzak kan tot maximaal 2kg dragen wanneer deze aan de aanhanger is bevestigd.
• Houd er rekening mee dat de stabiliteit van de aanhanger kan worden beïnvloed als de bergzak wordt overbelast.
• Haak de lussen over de haken [12a] aan de achterkant van de aanhanger om de zak te bevestigen.
• Haak vervolgens de onderste haken van de zak aan de riemlussen [12b] aan elke kant van de aanhanger en trek aan de riemen
om de zak stevig aan de aanhanger vast te maken.
• Om de bergzak los te maken maakt u alle vier de haken weer los.
TIP: Wanneer de onderste haken van de bergzak niet aan de aanhanger zijn bevestigd, kunnen ze netjes worden opgeborgen door
ze in de riemlussen ernaast te haken.
[13] 5-punts veiligheidsharnas
• Laat uw kind plaats nemen en leid de armen door de opening tussen de schouder- [13a] en de heupriem [13b]. Controleer
of de schouderbanden zijn uitgelijnd met de schouders van uw kind. Stel de hoogte in door de gespen [13e] bovenop de
schouderriemen omhoog of omlaag te schuiven.
• Verbind de twee gespen van de schouderriemen met elkaar en steek ze in de gesp [13c] op de kruisriem [13d] totdat deze
vergrendelt. Pas de lengte van de kruisriem [13f] en de schouderriemen [13g] aan, zodat uw kind stevig vastgesnoerd zit.
Controleer of het veiligheidsharnas is vergrendeld door aan beide schouderbanden te trekken.
[14] Zitje achteruit leunen
• Om de rugleuning van een van de stoelen in een meer achteroverliggende positie te plaatsen, opent u de bovenste dakingang
door de ritssluitingen te openen.
• Rol instellingsknop [14a] van de rugleuning naar voren of naar achteren totdat deze de volgende gewenste
vergrendelingspositie bereikt.
• Er zijn 3 achterover hellende posities voor elk zitje [14b, 14c en 14d].
[15] Frontale afdekkingen en zonneschermen
• De aanhanger hee een gaasafdekking [15a] en een extra zonnescherm [15b]. De gaasafdekking kan worden afgesloten met
een ritssluiting. Het zonnescherm kan op en neer worden geschoven.
• Wanneer deze afdekkingen niet in gebruik zijn, kunnen ze in de bovenste tas [15c] worden opgeborgen. Sluit de tas met het
klienband om te voorkomen dat de afdekkingen er tijdens een rit uitvallen.
• Bescherm de aanhanger indien nodig met het regenzeil [15d] dat in de achterste gaastas [15f] is opgeborgen. Als het regenzeil
vochtig is, laat het dan goed drogen voordat u het opbergt.
• Bevestig de voorkant van het regenzeil aan de haken [15e] onder het frame aan de voorkant.
[16] Aanpassing van de ophanging
• Belangrijk! De ophanging moet worden aangepast aan de belasting in de aanhanger. De ophangingsversteller moet helemaal
naar achteren zijn geplaatst wanneer de aanhanger volledig is geladen.
• Open de ophangingsversteller [16a], schuif deze naar de juiste instelling en sluit de ophangingsversteller opnieuw.
• Controleer regelmatig of de ophangingsversteller nog steeds op de juiste instelling staat.
[17] Bevestiging van de fietsarm [17a] aan de aanhanger
• Schuif de fietsarm [17a] volledig in de fietsarmkoppeling [17b] en trek het uiteinde van de fietsarm omhoog. De knop voor het
aansluiten van de fietsarm [17c] schui automatisch naar voren en vergrendeld de fietsarm.
• Trek aan de fietsarm om te controleren of de koppeling stevig vast zit.
• Bevestig de veiligheidsriem [17d] aan de D-ring om een veilige koppeling te garanderen.
• De fietsarm kan met de meegeleverde sleutel [17e] in de fietsarmkoppeling worden vergrendeld.
[18] Het wandelwiel van de aanhanger verwijderen
• Druk op de kleine knop [18a] en trek vervolgens de grote neusknop [18b] omhoog om te ontgrendelen en trek het wandelwiel
dan uit het centrale koppelingspunt [18c].
• Tijdens het fietsen kunt u het wandelwiel ondersteboven opbergen in het centrale koppelingspunt. Zorg ervoor dat het wiel zich
boven het centrale koppelingspunt bevindt en niet kan draaien [18d, 18e].
[19] Verbinding van de aanhanger met de fiets
• Plaats de fiets en de aanhanger op een horizontaal oppervlak voordat u de aanhanger op de fiets gaat koppelen.
• Trek de veiligheidshuls [19a] naar achteren, druk op de grijze knop [19b] en duw de fietsarm helemaal op de koppeling [19c].
Laat de knop los en laat de veiligheidshuls terugkeren.
• Controleer of de fietsarm stevig is bevestigd door er fors aan te trekken.
• Wikkel de veiligheidskabel [19d] om het fietsframe en bevestig de haak aan de ring [19e].
• Vergeet niet de veiligheidsriem om de keinghouder [19f] of de zadelhouder [19g] van uw fietsframe te wikkelen.
• Belangrijk! Stel de duwstang altijd in op de positie waar het fietslogo [19h] zichtbaar is wanneer u gaat fietsen.
• Belangrijk! Gebruik altijd de veiligheidsvlag wanneer u gaat fietsen.
• Sluit de twee stukken van de veiligheidsvlag aan elkaar aan en plaats de veiligheidsvlag [19i] in de vlaghouder [19j] naast het
zijraam. Plaats de veiligheidsvlag aan de kant van de fietsaanhanger die het meest aan de weg is blootgesteld.
[20] Achterlicht
• Bevestig het rode achterlicht [20a] op de duwstang. Trek het rubberelastiek rond de duwstang en bevestig het aan de rails aan
elke kant van het licht.
• Plaats het licht aan de kant van de aanhanger die het meest aan de weg is blootgesteld.
• Over het licht: Naam: Presto 2; K-markering: K1180; Baerijen: 2x AG13/LR44 1,5V .(inbegrepen).
• Druk op beide zijden en verwijder de voorklep om de baerijen te vervangen.
[21] Verbinding van de aanhanger met de fiets verbreken
• Om de aanhanger van de fiets los te koppelen verwijdert u eerst de veiligheidsriem [21a], trekt u vervolgens aan de
veiligheidshuls [21b] en drukt u op de grijze knop [21c] en trekt u tensloe de fietsarm van de koppeling [21d]. De
veiligheidsriem kan nu terug in de fietsarm worden geduwd.
H1603 User Manual Hamax Breeze and Cocoon, Rev. 005, 2022.02.28.indd 39-40H1603 User Manual Hamax Breeze and Cocoon, Rev. 005, 2022.02.28.indd 39-40 28/02/2022 17:25:3628/02/2022 17:25:36