9
Controleer of de elektrische voeding en de netwerkfrequentie
overeenstemmen met de vereiste werkstroom, door rekening te houden
met de specifieke plaatsing van het toestel en de noodzakelijke stroom
om alle andere toestellen die op hetzelfde circuit aangesloten zijn, te
voeden.
ENPI4M 230V +/- 10 % 50 Hz 1 Fase
ENPI6M 230V +/- 10 % 50 Hz 1 Fase
Bestudeer het overeenkomstige bedradingsschema in bijlage.
De aansluitdoos bevindt zich aan de rechterkant van de eenheid. Drie
connecties zijn voor de elektrische voeding en twee voor de besturing
van de warmtepomp (Bediening).
3. INSTALLATIE EN AANSLUITING (vervolg)
3.4 Elektrische aansluiting
F NF C15-100 GB BS7671:1992
D DIN VDE 0100-702 EW EVHS-HD 384-7-702
A ÖVE 8001-4-702 H MSZ 2364-702/1994/MSZ 10-553 1/1990
E UNE 20460-7-702 1993,
RECBT ITC-BT-31 2002
M MSA HD 384-7-702.S2
IRL Wiring Rules + IS HD 384-7-702 PL PN-IEC 60364-7-702:1999
I CEI 64-8/7 CZ CSN 33 2000 7-702
LUX 384-7.702 S2 SK STN 33 2000-7-702
NL NEN 1010-7-702 SLO SIST HD 384-7-702.S2
P RSIUEE TR TS IEC 60364-7-702
De elektrische installatie en de bekabeling van deze uitrusting moeten
comform zijn met de plaatselijk geldende normen.
L N 1 2
= = = =
K2
Algemene voeding
230V / 50Hz
Spanningvrij contact
16A max. Voltvrij
Prioritaire
verwarmingsfunctie