Gebruik de achteruitversnelling nooit om snel-
heid te minderen; dit kan de macht over het stuur doen verliezen,
vooral op gladde terreinen.
R
ijd nooit een helling af met de versnelling of
de koppeling in de vrije stand! Schakel altijd een lage versnelling
in voordat u de machine onbeheerd achterlaat.
Het afdalen van een helling kan uitgevoerd worden zonder het koppe-
lingspedaal te bedienen ( 4.32/33) , om zoveel mogelijk gebruik te ma-
ken van het remeffect van de hydrostatische aandrijving als de koppeling
niet is ingeschakeld.
5.6 HET VERVOEREN VAN DE MACHINE
Indien de machine moet worden getransporteerd
op een vrachtwagen of aanhangwagen, worden een platform ge-
bruikt dat voldoende sterk, breed en lang is. Laad de machine met
uitgeschakelde motor, zonder bestuurder.Vorozie voldoende man-
kracht om de machine voort te duwen. Tijdens het transport, zet u
het maaidek in de laagste stand, schakelt u de handrem in en zorgt
u ervoor dat de machine goed bevestigd is aan het vervoermiddel
met touwen of kettingen.
5.7 NUTTIGE WENKEN VOOR EEN MOOI MAAIBEELD
1. Voor een mooi, groen en zacht gazon is het nodig dat het gras regelma-
tig en op de juiste manier gemaaid wordt.
2. Het is beter om het gras te maaien als het gazon goed droog is.
3. De messen dienen geen gebreken te vertonen en goed scherp te zijn, zo-
dat het gras op de juiste manier wordt afgesneden zonder uitgerukt te wor-
den. Dit kan namelijk tot vergeling van de punten leiden.
4. De motor dient op volle toeren te draaien om zowel het gras op de juiste
manier af te snijden als een goede afvoer van het gras naar het uitwerp-
kanaal te verkrijgen.
5. De maaifrequentie wordt bepaald aan de hand van de groei van het
gras, waarbij vermeden moet worden dat het gras te hoog wordt.
6. In de warmste en droogste tijden van het jaar is het beter om het gras iets
hoger te laten worden zodat het gazon niet uitdroogt.
7. Als het gras erg hoog is, raden wij aan om het gazon, met tussenpoos van
één dag, in twee keer te maaien, de eerste keer keer met de messen in
de hoogste stand en smallere grasstroken tegelijk maaiend en de tweede
keer met de messen in de gewenste stand.
8. Het gazon zal er mooier uitzien als het maaien afwisselend, in de lengte-
en in de dwarsrichting uitgevoerd wordt.
9. Als het uitwerpkanaal zich telkens verstopt met gras is het beter om de
snelheid te vertragen zodat het maaien niet te snel gebeurt ten opzichte
van de toestand van het gazon; mocht het probleem aanhouden dan kan
het ook zijn dat de messen niet goed geslepen zijn of dat het profiel van
de vleugels vervormd is.
10. Pas erg goed op bij het maaien langs struiken en lage bordessen, die
de stand van het maaidek kunnen ontregelen en de zijkant van het
maaidek en het mes beschadigen.
LET OP!
GEVAAR!
HF2•••H
♦
•
GEVAAR!
HF2315SB•
13 NL
5.8 OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE HANDELINGEN
TIJDENS HET GEBRUIK
Om ...
Dient het volgende te worden uitgevoerd
...
D
e motor te starten ( 5.4.1)
Bereid de machine voor op het starten
en steek de sleutel in het contact.
M
et rijden te beginneni
(
5.4.2)
B
edien de gashendel;
H
et pedaal tot op het ein-
d
e toe indrukken, de versnelling inscha-
kelen ( 4.22) en het pedaal langzaam
loslaten;
T
rap het koppelingspe-
d
aal ( 4.32) vooruit.
H
F2•••H
•
HF2315SB•
T
e remmen of te stoppen ( 5.4.3)
Laat de motor in toeren afnemen en druk op
h
et rempedaal.
A
chteruit te rijden ( 5.4.4)
Breng de machine;
De versnelling in de vrije
stand zetten, het pedaal tot op het
e
inde toe indrukken, de achteruit
i
nschakelen en het pedaal langzaam
l
oslaten ( 4.22)
en het koppelingspedaal
achteruit ( 4.33).
H
F2•••H
•
H
F2315SB•
T
e maaien ( 5.4.5)
Breng de opvangzak of de steenbescher-
mingskap aan, stel de hoogte van de be-
schermwieltjes in en bedien de gashendel;
s
chakel de messen in en stel de maaihoog-
t
e in.
Het pedaal tot op het
einde toe indrukken, de versnelling
inschakelen en het pedaal langzaam
loslaten ( 4.22)
Trap het koppelingspe-
daal ( 4.32) vooruit;
HF2•••H
••
HF2315SB•
De opvangzak te legen ( 5.4.6)
Stop met rijden, ontkoppel de messen en
voer met de hendel de handelingen uit voor
het omkiepen van de zak.
Het uitwerpkanaal schoon
te maken ( 5.4.7)
Schakel de hendel voor de afstelling van de
maaihoogte meerdere malen aan om het
kanaal te schudden en vrij te maken.
Stop met rijden, ontkoppel de messen
en schakel de motor uit; verwijder de
opvangzak en reinig het uitwerpkanaal.
Schakel de functie “Mulching” in
( 5.4.8)
Schakel de messen uit.
Verwijder de zak en plaats het
toebehoren.
Schakel de hendel aan ( 4.10)
Dit accessoire (op aan-
vraag leverbaar) moet gemonteerd
worden zoals in de desbetreffende
aanwijzingen vermeld is.
De functie “Mulching”
wordt in- en uitgeschakeld met een
daarvoor bestemde hendel (2)
( 4.10).
HF2417HB•
HF2315
◊
•
Met maaien te stoppen ( 5.4.8)
Ontkoppel de messen en laat de motor in
toeren afnemen.
De motor te stoppen ( 5.4.9)
Laat de motor in toeren afnemen, wacht en-
kele seconden, draai de sleutel.
De machine op te bergen ( 5.4.10)
Schakel de handrem in, haal de sleutel uit
het contact en reinig de machine, de bin-
nenkant van het maaidek, het uitwerpkanaal
en de opvangzak als dit nodig is.