10NEDERLANDS
Eigenschappen van de oplader
— Voor het opladen van 1 tot 2 HR6/AA en/of 1 tot 2 HR03/AAA
oplaadbare batterijen.
— 2 oplaadkanalen.
— Het opladen wordt afgebroken door onafhankelijke minus
delta voltage sensoren (-dV).
— Beveiligd met een onafhankelijke veiligheidstimer.
— Met sensor voor niet-oplaadbare en beschadigde batterijen.
— Eenkleurig led-indicatielampje.
Gebruiksaanwijzing
— Sluit de lader aan op een usb-poort. Het led-indicatielampje
brandt 2 seconden.
— Stop de batterijen in de oplaadkanalen volgens de aangegeven
polariteit (+/-) op de batterijen. Zie afbeelding 1.
— De status van het led-indicatielampje:
Led-lampje brandt: Bezig met opladen.
Led-lampje brandt niet: Opladen gereed.
Led-lampje knippert: Fout.
— Het led-indicatielampje knippert en de oplader functioneert
niet als er per ongeluk niet-oplaadbare batterijen of
beschadigde batterijen in de oplader worden gedaan.
Goed om te weten
— Voor nieuwe batterijen geldt dat ze na 2 tot 3 keer opladen
en gebruik optimale prestaties leveren.
— Het is normaal dat de batterijen tijdens het opladen warm
worden. Na het opladen koelen ze langzaam weer af.
— De oplaadtijd van de batterijen kan variëren naar gelang de
verschillende batterijcapaciteiten.
— De oplaadtijd kan variëren naar gelang de resterende
lading van de batterij, de leeftijd van de batterij en de
omgevingstemperatuur.
— Alleen aan te sluiten op apparaten die voldoen aan SELV
(veilige extra lage spanning).
— Bewaartemperatuur van de batterijen: -20 °C tot 25 °C.
— Gebruikstemperatuur van de oplader: 0 °C tot 40 °C.
Koppel de oplader los van de usb-poort om hem te reinigen of
als hij niet wordt gebruikt.
Reinig de oplader met een vochtige doek. Dompel de oplader
niet onder water.
Aanbevelingen voor gebruik: zie etiket op de lader.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed voor toekomstig gebruik.
To Next Page
Loading...
