EasyManua.ls Logo

IPC SD13 - A - Controles Voor Het Gebruik; Functionering; Handvat Stuur; Inclinatie Van Het Handvat Afstellen

IPC SD13
Print Icon
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
NEDERLANDS -
6
3.1 KEN UW MACHINE
(Afb. 21)
51) Handvat stuur
51a) Doos met elektrische bedieningen
52) Starthendels rotatie borstel (on-off)
53) Stelhendel waterafgifte
54) Hendel inclinatie handvat
55) Voedingskabel
56) Ontgrendelknop hendels rotatie borstel
57) Lichaam machine
58) Wielen
59) Steunen
60) Elektrische aansluiting
61) Extra stopcontact (indien voorzien)
4.1 DE INCLINATIE VAN
HET HANDVAT AFSTELLEN
(Afb. 22)
WAARSCHUWING:
Stel de stand van het handvat af als de
machine uitgeschakeld is.
- Trek aan de hendel (63) als u de stand
van het handvat (62) wilt veranderen.
Zodra u de hendel loslaat zal het handvat
zich plaatsen en in de dichtstbijzijnde ver-
plichte stand vergrendelde stand geblok-
keerd worden.
OPMERKING:
Tijdens de functionering van de machine
moet het handvat (62) zich ter hoogte van
uw heupen bevinden.
Start de machine nooit als u het handvat nog
niet in de juiste stand geplaatst heeft.
5.1 HANDVAT STUUR
(Afb. 21 en 23)
1) Ontgrendelknop hendels rotatie bor-
stel (56) (Afb. 21)
Druk de knop (56) in om de starthendels
rotatie borstel (52) te ontgrendelen.
2) Starthendels rotatie borstel (52)
(Afb.21)
De rotatie van de borstel wordt opgestart
zodra u aan de starthendels rotatie bor-
stel (52) trekt.
De rotatie van de borstel wordt onderbro-
ken en de machine komt automatisch tot
stilstand als u de hendels (52) loslaat.
Voor een continue functionering van de
machine moet u voortdurend aan de hen-
dels (52) trekken.
3) Stelhendel waterafgifte (53)
(indien een Optionele tank voorzien is)
(Afb. 23)
Trek aan de hendel (64). De waterafgifte
voor het reinigen van de vloer wordt ge-
activeerd.
De waterafgifte wordt onderbroken zodra
u de hendel (64) loslaat.
6.1 FUNCTIONERING
6.1.a - Controles voor het gebruik
(Afb.18)
- Controleer als de zuiggroep (Optioneel)
gemonteerd is of de zuigslangen (48)
correct op het onderstel van de machine
en de zuiginstallatie zijn aangesloten.
- Controleer de verbindingselementen op
het onderstel van de machine; ze mogen
niet verstopt zijn.
- Controleer als de tank (Optioneel) ge-
monteerd is of er voldoende reinigings-
vloeistof in aanwezig is om de reiniging
te kunnen verrichten. Controleer tevens
of de slang correct is aangesloten.
- Controleer de staat van de borstel of de
pad.
Vervang ze als ze slijtage vertonen.
- Controleer of het apparaat en met name
de voedingskabel integer zijn en geen

Table of Contents

Related product manuals