61
Elektrische verplaatsing:                        196 cm
3
Type brandstof:       Normale loodvrije benzine
Tankcapaciteit                                                    15 l
Motorolie:    Ongeveer. 0.6 l (15W40/<0 
o
C: 5W30)
Gewicht                                                                     46 kg
Vermogensniveau gegarandeerd geluid L
WA
: 
                                                                                 96 dB(A)
Vermogensfactor cos φ:                                     1
Vermogensklasse:                                                      G1
Max. temperatuur:                                                 40 °C
Max. hoogte (boven gemiddelde zeespiegel): 
                                                                                   1000 m
Bougie:                                                                LG F6TC 
5. Schema (B1-B2)
1 Tankindicator
2 Brandstofdop
3 * 230 V ~stopcontacten
4 Aardverbinding
5 Maximaalschakelaar
6 Votlmeter
7 Olieaftapplug
8 Olievulplug
9 Zekering bij te laag oliepeil
10 Aan/Uit-schakelaar
11 Chokehendel
12 Trekkoord
13 Benzinekraan
14 Wielen
15 Draaghandvatten
16 Transporthandvaten 
17 Luchtlterset
18 Bougie
19 Sleutelset voor bougie
20 Assemblageset voor wielen 
21 Moersleutel
6. Voor de machine aan te zetten
6.1 Wielassemblage (B5-B6)
1. Plaats eerst één uiteinde van de bout (item 20) 
door het gat in het frame en maak deze vast met 
een moer en een borgring.
2. Plaats de wielbedekking en maak ze vast met 
clips zoals uitgelegd op de binnenkant van de 
afdekking.
3. Zet het linkerwiel in elkaar volgens dezelfde 
procedure als hierboven.
6.2 Assemblage van de rubberpoten (B7)
Houd de poot tegen het frame zoals
aangegeven. Plaats eerst de bout door het gat in 
het frame en het gat in de poot en maak dit vast 
met een moer. Zet vervolgens de andere drie 
bouten en moeren volgens dezelfde procedure 
vast.
6.3 Elektrische veiligheid
- Elektrische voedingskabels en verbonden 
toestellen moeten in perfecte staat zijn.
- De generator mag alleen gebruikt worden met 
toestellen waarvan de spanning conform is met 
de outputspanning van de generator. 
- Verbind de generator nooit met het stroomnet 
(contactdoos).
- Zorg voor een zo klein mogelijke kabellengte tot 
de gebruiker.
6.4 Bescherming van de omgeving
- Ontdoe u van bevuild materiaal gebruikt voor 
het onderhoud en de werking van de machine op 
de correcte afvalpunten.
- Recycle verpakkingsmateriaal, metaal en plastic.
6.5 Aarding
Het omhulsel mag verbonden worden met 
de aarde om zich te ontdoen van statische 
elektriciteit. Om dat te doen, verbind u het ene 
uiteinde van de kabel met de aardverbinding (4) 
van de generator en het andere uiteinde met een 
externe aarding (bijvoorbeeld een aardingsstaaf).