NL
63
3.1) Elektrische aansluitingen
De motor/besturingseenheid moet van stroom voorzien worden door de netkabel aan te sluiten zoals dat in de aanwijzingen
van de motor/besturingseenheid in kwestie aangegeven is.
TTP communiceert met de motor/besturingseenheid via de verbinding TTBUS; het is dus noodzakelijk de klemmetjes van de bij de TTP mee-
geleverde kabel TTP op de ingangen van de motor/besturingseenheid aan te sluiten.
De op de TTP aan te sluiten kabels zijn uitsluitend laagspanningkabels, waarbij de polaritieit van de signalen nauwgezet in acht genomen
dient te worden zoals dat op Afbeelding 2 te zien is.
Bij de motoren met een 6-aderige verbindingskabel dient u de kabels aan te sluiten die met het groene etiket gemerkt zijn:
• zwarte kabel (GEMEENSCHAPPELIJK – 0V) op de zwarte kabel van TTP
• witte kabel (STAP-VOOR-STAP + TTBUS) op de witte kabel van TTP
• oranje kabel (KLIMAATSENSOREN) op de oranje kabel van TTP
Bij de besturingseenheden voorzien van een klemmenbord dient u de ingangen als volgt aan te sluiten:
• GEMEENSCHAPPELIJK – 0V ( ) op de zwarte kabel di TTP
•STAP-VOOR-STAP + TTBUS (P/B) op de witte kabel di TTP
• KLIMAATSENSOREN (S) op de oranje kabel di TTP
Sluit één enkele motor/besturingseenheid per keer op de programmeringseenheid TTP aan.
Houd u nauwgezet aan de aanwijzingen voor de aansluitingen zoals die voorzien zijn; waag u in geval van twijfel niet aan
experimenten, maar raadpleeg de daarvoor bestemde gespecificeerde technische bladen die ook op de site www.nicefory-
ou.com te vinden zijn. Een verkeerd uitgevoerde aansluiting kan ernstige schade of een gevaarlijke situatie veroorzaken.
De programmeringseenheid TTP werkt op batterijen type “AA” van
1,5V. Als alternatief kunnen er oplaadbare batterijen type “AA” van
1,2V gebruikt worden die zo nodig met de desbetreffende batterij-
oplader (zie paragraaf 2.1) Componenten en accessoires) opgeladen
worden.
Om de TTP aan te zetten drukt u op de toets ON/OFF; als de pro-
grammeringseenheid aangesloten is op een motor/besturingseen-
heid worden onmiddellijk de beschikbare functies gevisualiseerd en
in de motor/besturingseenheid geprogrammeerd.
Indien de programmeringseenheid niet gebruikt wordt, gaat die
automatisch na 1 minuut uit; om ze uit te zetten dient u de toets
ON/OFF enkele seconden ingedrukt te houden totdat u het geluids-
sisgnaal hoort.
3) Toepassing
2
N.B.: Van nu af aan zullen we elke inrichting die met TTP aangesloten en geconfigureerd kan worden (of het nu om een besturingseenheid
of buismotor gaat), in het algemeen “motor” noemen.
To Next Page
Loading...
Need help?
General