EasyManua.ls Logo

Parker SPL040 - Page 40

Parker SPL040
106 pages
Go to English
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
Nederlands
SPL040-060
2 / 4
2 Inleiding
Deze handleiding hee betrekking op koeldrogers die ontworpen zijn
om een kwalitatief hoogstaande behandeling van perslucht te garande-
ren.
2.1 Transport
De verpakte eenheid moet:
• in een verticale positie worden gehouden;
• beschermd worden tegen atmosferische invloeden;
• beschermd worden tegen botsingen en stoten.
2.2 Hantering
Gebruik een vorkhe ruck die geschikt is voor het te tillen gewicht en
vermijd botsingen tegen de verpakking.
2.3 Inspectie
a) In de fabriek worden alle units geassembleerd, bedraad, gevuld met
koelmiddel en olie, en getest volgens de standaard bedrijfsomstan-
digheden;
b) controleer bij ontvangst de staat van de machine: protesteer geef
eventuele schade gelijk aan bij het transportbedrijf;
c) pak de eenheid uit in de buurt van de installatieplaats.
2.4 Opslag
Als meerdere eenheden boven elkaar moeten worden geplaatst, de op-
merkingen op de verpakking opvolgen. De verpakte eenheid op een
schone plaats en beschermd tegen vocht en weersinvloeden opslaan.
3 Installatie
3.1 Procedure
Installeer de droger in een schone ruimte en beschermd tegen directe
atmosferische invloeden (ook tegen zonlicht).
Y De aanwijzingen uit de paragrafen 8.2 en 8.3 opvolgen.
Alle drogers dienen voorzien te zijn van een passend voor lter dat zo
dicht mogelijk bij de inlaat van de droger gemonteerd dient te worden.
De verkoper is nimmer aansprakelijk of verplicht tot schadevergoeding
voor elke directe of indirecte schade veroorzaakt door het ontbreken
hiervan
Y Het voor lterelement (voor  ltering tot 3 micron of lager) moet
minstens eenmaal per jaar worden vervangen of na de periode die door
de fabrikant is aangegeven.
3.2 Werkruimte
Y Zorg voor een vrije ruimte van 1,5 meter rondom de eenheid.
3.3 Aanbevelingen
Om de interne componenten van de droger en de luchtcompressor
niet te beschadigen, de machine niet installeren in een ruimte waar
de omgevingslucht verontreinigende sto en of dampen bevat: let
dus op zwavel, ammoniak, chloor, en bij installaties in een zeemilien.
Voor de uitvoeringen met axiale ventilator is de kanalisatie van de ver-
bruikte lucht afgeraden.
3.4 Elektrische aansluiting
Gebruik een kabel die voldoet aan de lokale wetten en voorschri en (zie
voor de minimale kabeldoorsnede paragraaf 8.3).
Installeer de thermomagnetische di erentieelschakelaar (RCCB - IDn =
0.3A) bovenstrooms van de installatie met een afstand tussen de contac-
ten bij een geopende schakelaar 3 mm (zie de toepasselijke plaatselijke
voorschri en).
De nominale stroom “In” van deze installatieautomaat moet gelijk zijn
aan FLA en de D-curve.
3.5 Aansluiting voor condensafvoer
De droger wordt geleverd met ofwel een vlotterafvoer een getimede af-
voer of een elektronische niveaudetecterende afvoer.
Gebruik de klemmen CN (R1-S1) (zie paragraaf 8.8) als er een getimede
of elektronische afvoer aanwezig is.
Voor getimede en elektronische afvoeren: zie de aparte handleiding die
bij de droger geleverd wordt voor speci eke details over de condensaf-
voer.
Y Maak een aansluiting met het afvoersysteem en vermijd de aanslui-
ting op een gesloten circuit waarop reeds andere onder druk staande af-
voerlijnen zijn aangesloten. Controleer of de condens op de juiste wijze
in het afvoerkanaal wegvloeit. Alle condens moet in overeenstemming
met de plaatselijke geldende milieuvoorschri en worden afgevoerd.
4 Inbedrijfstelling
4.1 Voorafgaande controles
Alvorens de droger te starten nagaan of:
• de installatie uitgevoerd is volgens de aanwijzingen in hoofdstuk 3;
de luchtinlaatkleppen gesloten zijn en er geen lucht door de droger
heen stroomt;
• of de netspanning overeenkomt;
4.2 Opstarten
a) Start eerst het droogtoestel en dan de luchtcompressor met de
hoofdschakelaar “QS” ; het lampje (groen) dat aangee dat er stroom
is gaat branden;
b) nadat er tenminste 5 minuten verstreken zijn, langzaam eerst de
luchtinlaatklep en vervolgens de luchtuitlaatklep openen: de droger
is nu aan het drogen.
4.3 Werking
a) Laat de droger werken zolang de luchtcompressor in werking is;
b) de droger werkt geheel automatisch, en hoe niet ter plekke te wor-
den afgesteld;
c) bij een te grote en onverwachte luchtstroom moet een bypass wor-
den gebruikt om te voorkomen dat het droogtoestel overbelast raakt.
4.4 Uitschakelen
a) Stop de droger 2 minuten nadat de luchtcompressor is gestopt en in
ieder geval nadat de luchtstroomtoevoer is onderbroken;
b) er dient te worden vermeden dat er perslucht in de droger stroomt
wanneer deze niet in werking is;
c) sluit de stroomtoevoer af met de hoofdschakelaar “QS, de lamp gaat
samen met de compressor uit.
5 Controle
QS
11: Indicator dauwpunt
QS: Hoofdschakelaar
De indicator van het dauwpunt kent 3 standen:
blauw: laag dauwpunt
groen: optimaal dauwpunt
rood: hoog dauwpunt
5.1 Optie free contact
Op het paneel wordt een regelbare thermostaat (met spanningsvrije
contacten) geïnstalleerd, om een hoog dauwpunt te signaleren. Met een
timer kan een vertraging (van 10 minuten) worden ingesteld die ingaat
nadat het alarm is gesignaleerd.

Related product manuals