128 NL
3 Verwijder het klepje van de
luchtkwaliteitsensor (afb. s).
4 Maak de luchtkwaliteitsensor,
de stofinlaat en de stofuitlaat
schoon met een licht bevochtigd
wattenstaafje (afb. t).
5 Maak deze droog met een droog
wattenstaafje.
6 Plaats het klepje van de
luchtkwaliteitsensor terug (afb. u).
Het voorlter
schoonmaken (afb. v)
Indicatielampje
filterstatus
Doe dit
F0 wordt
weergegeven op
het scherm
Het voorfilter
schoonmaken
1 Schakel de luchtzuiveraar uit en
haal de stekker uit het stopcontact.
2 Trek aan het onderste deel van het
voorpaneel om dit los te maken van
het apparaat (afb. d).
3 Druk de twee uitsteeksels omlaag
en trek het voorfilter naar u toe
(afb. e).
4 Maak het voorfilter schoon onder
de kraan. Als het voorfilter heel
vuil is, kunt u een zachte borstel
gebruiken om het stof weg te
borstelen (afb. w).
5 Laat het voorfilter aan de lucht
drogen.
Opmerking
• Zorg ervoor dat het voorfilter volledig
droogt na het schoonmaken om
te zorgen dat het zo lang mogelijk
meegaat.
• Was uw handen na het aanraken van
het filter.
6 Plaats het voorfilter terug in het
apparaat (afb. g).
Opmerking
• Zorg dat de kant met de twee
uitsteeksels in uw richting wijst, en dat
alle haakjes van het voorfilter op de
juiste manier op de luchtreiniger zijn
bevestigd.
7 Plaats het voorpaneel terug door
eerst het paneel bovenop het
apparaat te plaatsen (1). Druk
vervolgens zachtjes het paneel
tegen het apparaat (2) aan (afb. h).
8 Houd de resetknop 3 seconden
ingedrukt om de schoonmaaktijd
van het voorfilter te resetten
(afb. x).