63
Hang het ventilatorapparaat om, zodanig, dat u het rode signaallamp tijdens het gebruik kunt
controleren. Aanwijzingen voor het opzetten van het gelaatsstuk worden in de desbetreffende
gebruiksaanwijzingen beschreven.
o Tijdens het gebruik brandt de rode signaallamp van het ventilatorapparaat niet constant, maar kan
knipprtrn met het ademhalingsritme. Oorzaak kan zijn te hoge stromindweerstand van de fi lter (de
fi lters beginnen verstopt te raken. Langdurig gebruik bij zware belasting verkort de levensduur van
de motor.
• Als de rode signaallamp van het ventilatorapparaat permanent brandt, de fi lters moeten
vervangen worden. Het permanent branden van de lamp aanmeldet dat het ventilatorapparaat niet
kan de minimumluchttoevoer (65 tai 120 l/min) opbrengen. Oorzaak kan zijn verstopte fi lters of
wurging van de ademslang.
Na gebruik
• Zet het ventilatorapparaat uit.
• Leg het ademhalingstoestel af, en voer het nodige onderhoud aan het vantilatorapparaat, en laad
de batterij op.
• Bewaar de batterij altijd aan de lader verbonden. De lader inhoudet een automatisch bescherming
tegen escessief opladen.
• Zorg voor dat de batterij niet in kortsluiting raakt (de positief en negatief pool van de batterij of de
lader mogen niet zich aanraken), mechanisch beschadigd wordt of in contact met water raakt.
7. Onderhoud en opslag
• Het ventilatorapparaat minstens jaarlijks voor service naar een Scott-accepterede service centrum
zenden (http://www.scottsafety.com).
• Zie WEEE. Een sterk vervuild ventilatorapparaat en gebruikte fi lters zijn schadelijk afval; zorg voor
een correcte afvoer en verwerking, rekening houdend met de gefi lterde stof (gas of partikels).
• Opslag beschermd tegen direct zonlicht, -10 °C...+50 °C en bij een relatieve luchtvochtigheid (RH)
onder75 % (geslootene fi lters RH max. 95 %).
• Reinig met een vochtige doek of spons. Maak ook de glijvlaken van de schakelaar
schoon. Regelmatige reiniging verlengt de levensduur van de schakelaar en verbetert de
gebruikszekerheid.
• Gebruik geen oplosmiddelen (bijv. aceton, terpentijn), heet water, perslucht of water onder hoge
druk.
• Bij contactprobleem, reinig de batterijpolen en de contactveren van het ventilatorapparaat met bijv.
staalwol.
• Vervang opgebruikte fi lters. Vervang altijd alle fi lters tegelijkertijd.
• Controleer de ademslang en vervang deze als deze beschadigd is. Vervang ook overige
onderdelen die aan vervanging toe zijn.
• Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
• Aanwijzingen voor het onderhouden van het gelaatsstuk worden in de desbetreffende
gebruiksaanwijzingen beschreven.
Attentie!
o Verstopte fi lters leiden tot overbelasting van de motor en verkorten de levensduur van de motor.
o De capaciteit van de batterij neemt na verloop van tijd af. Ook opslag in een warme plaats wordt
de capaciteit verslechtern.
To Next Page
Loading...
Need help?
General