34
  NEDERLANDS
35
NEDERLANDSn
Stroom LED: Brandt groen om aan te geven dat het apparaat op een juiste manier in een 
AC-stopcontact onder stroom is gestoken.
Motorfietsmodus LED: Brandt groen wanneer deze modus is gekozen (geschikt voor de 
meeste kleine voertuigen, zoals motorfietsen).
Voertuigmodus LED: Brandt groen wanneer deze modus is gekozen (geschikt voor auto’s).
Bevroren modus LED: Brandt oranje wanneer deze modus is gekozen (voor gebruik in koude 
weersomstandigheden).
GEBRUIK
De accu met behulp van de accuklemmen opladen 
WAARSCHUWING: Haal altijd eerst de AC-stekker uit het AC-stopcontact alvorens de acculader op de op te laden 
accu aan te sluiten of los te koppelen. Volg altijd de stappen zoals beschreven in de rubriek “Veiligheidsvoorschriften” 
vooraan deze handleiding.
  1. Sluit de accuklemmen op de acculader aan met behulp van de in-line connector met dubbele cilinder. 
De accuklemmen zijn kleurgecodeerd. Rood is positief; zwart is negatief. Deze klemmen rechtstreeks 
op de overeenkomstige connectoren op de accu-aansluitklemmen.
  2.  Steek de AC-stekker van de acculader in het AC-stopcontact. De Stroom LED brandt groen om aan te geven dat 
het apparaat zich in de stand-bymodus bevindt en gebruiksklaar is. 
Opmerking:   Als de Stroom LED niet brandt, controleer of de stekker juist in het AC-stopcontact is gestoken. Zorg dat het AC-stopcontact naar 
behoren werkt.
  3.  Eenmaal de oplader juist is aangesloten, kies de volgende werkingsmodus voor de op te laden accu door op de 
moduskeuzeknop te drukken.
•Motorfietsmodus, geschikt voor de meeste kleine voertuigen, zoals motorfietsen. 
•Voertuigmodus, richt zich op auto’s.
•Bevroren modus, best voor koude weersomstandigheden.
  De overeenkomstige LED brandt groen (voor Motorfietsmodus en Voertuigmodus) en oranje (voor Bevroren 
modus). Het oplaadproces start automatisch na enkele seconden en de Aan het laden LED brandt oranje om aan 
te geven dat het apparaat zich in de oplaadmodus bevindt.
Opmerking:   De Omgekeerde polariteit LED brandt rood als de batterijklemmen volgens de verkeerde polariteit zijn aangesloten. Haal de 
AC-stekker uit het AC-stopcontact en koppel vervolgens de klemmen los. Sluit de klemmen vervolgens volgens de juiste polariteit 
aan en steek de AC-stekker opnieuw in het AC-stopcontact. Selecteer vervolgens de juiste werkingsmodus.
  Als de Aan het laden LED niet brandt, controleer de aansluiting met de accu. Als de klemmen juist zijn aangesloten, is het 
mogelijk dat de accu zelf defect is. De fabrikant stelt in dit geval voor om de accu door een gekwalificeerde technicus te laten 
testen.
  4.  Eenmaal de accu volledig is opgeladen, opent de acculader automatisch de druppelladingmodus en brandt het 
Opgeladen LED groen. In deze modus controleert de oplader de accuspanning en laadt indien nodig op om ervoor 
te zorgen dat de accu zijn volledig vermogen behoudt. 
  De oplader blijft in de druppelladingmodus zolang de oplader op de accu is aangesloten en de stekker in een 
AC-stopcontact onder stroom is gestoken.
Na het opladen, koppel de acculader in volgende volgorde los: Haal de AC-stekker uit het AC-stopcontact en koppel de 
accuklemmen vervolgens van de accu-aansluitklemmen los.
De accu met behulp van de autostekker opladen
WAARSCHUWING: Sluit dit apparaat NOOIT op een positief geaard voertuig met gebruik van 
de autostekker aan. Volg altijd de stappen zoals beschreven in de rubriek “Veiligheidsvoorschriften” vooraan 
deze handleiding.
  1.  Sluit de autostekker op de acculader aan met behulp van de in-line connector met dubbele cilinder. Steek de 
stekker in de 12 V DC uitgang voor hulpstukken van het voertuig.
  2.  Steek de AC-stekker van de acculader in het AC-stopcontact. De Stroom LED brandt groen om aan te geven dat 
het apparaat zich in de stand-bymodus bevindt en gebruiksklaar is.
Opmerking:  Als de Stroom LED niet brandt, controleer of de stekker juist in het AC-stopcontact is gestoken. Zorg dat het AC-stopcontact naar 
behoren werkt.
  3.  Eenmaal de oplader juist is aangesloten, kies de volgende werkingsmodus voor de op te laden accu door op de 
moduskeuzeknop te drukken.
•Motorfietsmodus, geschikt voor de meeste kleine voertuigen, zoals motorfietsen. 
•Voertuigmodus, richt zich op auto’s.
•Bevroren modus, best voor koude weersomstandigheden.
  De overeenkomstige LED brandt groen (voor Motorfietsmodus en Voertuigmodus) en oranje (voor Bevroren 
modus). Het oplaadproces start automatisch na enkele seconden en de Aan het laden LED brandt oranje om aan 
te geven dat het apparaat zich in de oplaadmodus bevindt.
Opmerking:  Sommige voertuigen vereisen dat de ontsteking op de uitgang voor hulpstukken-positie is ingesteld alvorens de uitgang voor 
hulpstukken van stroom wordt voorzien.
  Als de Aan het laden LED nier brandt, controleer de aansluiting op de 12 V DC uitgang voor hulpstukken van het voertuig. Draai 
de stekker lichtjes om een goed contact te waarborgen. Als de aansluiting juist is gemaakt, is het mogelijk dat de accu zelf defect 
is. De fabrikant stelt in dit geval voor om de accu door een gekwalificeerde technicus te laten testen.
  4.  Eenmaal de accu volledig is opgeladen, opent de oplader automatisch de druppelladingmodus en brandt het 
Opgeladen LED groen. In deze modus controleert de oplader de accuspanning en laadt indien nodig op om ervoor 
te zorgen dat de accu zijn volledig vermogen behoudt. 
  De oplader blijft in de druppelladingmodus zolang de autostekker in de 12 V DC uitgang voor hulpstukken van het 
voertuig is aangesloten en de stekker in een AV-stopcontact onder stroom is gestoken.
Na het opladen, koppel de acculader in volgende volgorde los: Haal de AC-stekker uit het AC-stopcontact en haal 
vervolgens de autostekker uit de 12 V DC uitgang voor hulpstukken van het voertuig.
PROBLEEMOPLOSSING
Als het apparaat niet oplaadt
•Zorg dat te op te laden accu 12 volt is.
•Als de spanning van de op te laden 12 volt accu zich onder de 4 volt bevindt, kan de accu niet met deze acculader 
worden opgeladen.
ONDERHOUD
Maak het apparaat regelmatig schoon met een vochtige doek. Gebruik geen agressief schoonmaakmiddel of 
oplosmiddel. Dompel het apparaat niet onder in water.
WAARSCHUWING: Haal de stekker uit het stopcontact alvorens het apparaat te onderhouden of schoon te maken.
De zekering in de autostekker vervangen
  1.  Haal de gouden kap af door deze tegen de klok in te draaien.
  2.  Verwijder de centrale pin en de veer.
  3.  Haal de zekering uit.
  4.  Installeer een nieuwe zekering van hetzelfde type en grootte (10A).
  5.  Plaats de centrale pin en de veer terug.
  6.  Maak de gouden kap opnieuw vast door deze met de klok mee op de stekker te draaien.
BESCHERMING VAN HET MILIEU
Correcte verwijdering van dit product
Deze markering geeft aan dat dit product niet mag worden weggegooid met ander huishoudelijk afval in de gehele EU. 
Om te voorkomen dat mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door ongecontroleerde 
afvalverwijdering, verantwoorde manier recyclen, zodat het duurzame hergebruik van grondstoffen te bevorderen. Terug 
te keren het gebruikte toestel, gebruik dan de inzamelsysteem of contact opnemen  
met de winkelier waar het product is gekocht. Ze kunnen dit product  
milieuvriendelijk kunnen laten recyclen. 
Gescheiden inzameling van gebruikte producten en verpakkingen te recycleren  
materiaal en opnieuw gebruikt. Re-gebruik van gerecycleerde materialen voorkomt  
milieuvervuiling en vermindert de vraag naar grondstoffen. 
De plaatselijke voorschriften kunnen voorzien voor de gescheiden inzameling van elektrische producten uit het 
huishouden, bij gemeentelijke stortplaatsen of door de verkoper bij aankoop van een nieuw product.
BC8EU_Manual_040512.indd   34-35 4/5/2012   6:02:27 PM