54
(Vertaling van de originele instructies)
NEDERLANDS
f.  Draag de juiste kleding. Draag geen loszittende 
kleding of sieraden. Houd uw haar en kleding weg 
bij bewegende onderdelen. Loszittende kleding, 
sieraden of lang haar kunnen door bewegende delen 
worden gegrepen.
g. Controleer dat, wanneer hulpstukken voor 
stofafzuiging en stofopvang kunnen worden 
gemonteerd, deze goed zijn aangesloten en op 
juiste wijze worden gebruikt. Het gebruik van 
stofafzuiging kan aan stof gerelateerde gevaren 
verminderen.
h. Word niet gemakzuchtig doordat u door veelvuldig 
gebruik vertrouwd bent geraakt met het 
gereedschap, en verlies niet de 
veiligheidsbeginselen voor het gereedschap uit het 
oog. Een onvoorzichtige handeling kan in een fractie 
van een seconde ernstig letsel tot gevolg hebben.
4.  Gebruik en onderhoud van elektrisch gereedschap
a.  Oefen niet te veel kracht uit op het elektrisch 
gereedschap. Werk met het juiste elektrische 
gereedschap voor uw toepassing.Met het juiste 
elektrisch gereedschap kunt u de werkzaamheden 
waarvoor het gereedschap is ontworpen, beter en 
veiliger uitvoeren.
b. Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de 
schakelaar defect is. Ieder elektrisch gereedschap 
dat niet met de schakelaar kan worden bediend, is 
gevaarlijk en moet worden gerepareerd.
c.  Haal de stekker uit het stopcontact en/of neem de 
accu uit het gereedschap voordat u aanpassingen 
uitvoert, accessoires verwisselt, of het elektrische 
gereedschap opbergt. Dergelijke preventieve 
veiligheidsmaatregelen verminderen het risico dat het 
elektrisch gereedschap per ongeluk wordt gestart.
d. Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschappen 
buiten bereik van kinderen. Laat het gereedschap 
niet gebruiken door personen die er niet vertrouwd 
mee zijn en deze aanwijzingen niet hebben 
gelezen. Elektrisch gereedschap is gevaarlijk in 
handen van ongetrainde gebruikers.
e.  Onderhoud elektrisch gereedschap en accessoires 
goed. Controleer dat bewegende delen van het 
elektrisch gereedschap wel goed functioneren en 
niet klemmen, en dat er niet onderdelen zodanig 
zijn gebroken of beschadigd dat de werking van 
het gereedschap nadelig wordt beïnvloed. Laat het 
gereedschap voor gebruik repareren als het 
beschadigd is. Veel ongelukken worden veroorzaakt 
door slecht onderhouden elektrisch gereedschap.
f.  Houd gereedschap voor maaien en zagen scherp 
en schoon. Goed onderhouden zaaggereedschap met 
scherpe snijvlakken loopt minder snel vast en is 
gemakkelijker onder controle te houden.
g. Gebruik elektrisch gereedschap, accessoires, 
hulpstukken en dergelijke volgens deze 
aanwijzingen. Let daarbij op de 
arbeidsomstandigheden en de uit te voeren 
werkzaamheden.
  Gebruik van het elektrisch gereedschap voor 
werkzaamheden die anders zijn dan bedoeld, kan 
leiden tot een gevaarlijke situatie.
h. Houd de handgrepen en oppervlakken die u 
vastpakt, droog, schoon en
  vrij van olie en vet. Gladde handgrepen en 
greepoppervlakken maken het moeilijk het 
gereedschap veilig te hanteren en onder controle te 
houden in onverwachte situaties.
5.  Service
a.  Laat het gereedschap alleen repareren door 
gekwaliceerd en vakkundig personeel en alleen 
met originele vervangingsonderdelen. De veiligheid 
van het gereedschap blijft dan behouden.
Veiligheidsinstructies voor verstekzagen
a.  Verstekzagen zijn bedoeld voor het zagen van hout 
of houtproducten, zij kunnen niet worden gebruikt 
met slijpschijven voor het zagen van ferro-
materialen, zoals staven, stangen, steunen, enz. 
Door stofdeeltjes die ontstaan bij het zagen kunnen 
bewegende delen, zoals de onderste beschermkap, 
vast komen te zitten. Vonken die ontstaan bij zagen en 
slijpen zullen inbranden op de onderste beschermkap, 
het inzetstuk voor de zaagsnede en andere kunststof 
onderdelen.
b. Ondersteun het werkstuk met klemmen wanneer 
dat maar mogelijk is. Ondersteunt u het werkstuk 
met de hand, dan moet u uw hand altijd op een 
afstand van tenminste 100 mm van beide zijden 
van het zaagblad houden. Zaag met deze 
zaagmachine niet stukken die te klein zijn om 
stevig te worden vastgezet of vastgehouden te 
worden met de hand. Bevindt uw hand zich te dicht 
bij het zaagblad, dan bestaat er het risico dat u letsel 
oploopt door contact met het zaagblad.
c.  Het werkstuk moet stilliggen en tegen zowel de 
langsgeleiding als de tafel worden geklemd of 
gehouden. Voer het werkstuk niet met de hand 
naar het zaagblad toe en zaag op geen enkele 
manier “uit de vrije hand”. Werkstukken die niet zijn 
vastgezet en kunnen bewegen kunnen bij hoge 
snelheid worden teruggeworpen en daardoor kan letsel 
ontstaan.