56
NEDERLANDS
GEVAAR: Geeft een dreigend gevaar aan dat, als het niet
wordt voorkomen, leidt tot een ongeval met dodelijke
afloop of ernstigletsel.
WAARSCHUWING: Geeft een mogelijk gevaar aan dat,
als het niet wordt voorkomen, zou kunnen leiden tot een
ongeval met dodelijke afloop of ernstigletsel.
VOORZICHTIG: Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie
aan die, als het niet wordt kan leiden tot licht tot
middelzwaarletsel.
KENNISGEVING: Geeft een handeling aan waarbij zich
geen persoonlijk letsel voordoet maar die, als deze niet
wordt voorkomen, kan leiden tot materiëleschade.
Wijst op het gevaar voor elektrischeschok.
Wijst opbrandgevaar.
Instructies voor de veiligheid
WAARSCHUWING: Bij draadloze apparaten moeten
bepaalde elementaire voorzorgsmaatregelen, waaronder
de navolgende, in acht worden genomen zodat het gevaar
voor brand, elektrische schokken, persoonlijk letsel en
materiële schade tot een minimum wordtbeperkt.
WAARSCHUWING: De veiligheidsregels moeten worden
opgevolgd wanneer u de machine gebruikt. Lees voor uw
eigen veiligheid en de veiligheid van omstanders deze
instructies voordat u de machine gebruikt. Bewaar de
instructies voor latergebruik.
• Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u de
machine in gebruikneemt.
• In deze handleiding wordt het bedoelde gebruik
beschreven. Het gebruik van andere accessoires
of hulpstukken dan wel de uitvoering van andere
handelingen dan in deze gebruikershandleiding
worden aanbevolen, kan tot persoonlijk letselleiden.
• Bewaar deze handleiding zorgvuldig zodat u deze
altijd nog eens kuntraadplegen.
BEWAAR ALLE WAARSCHUWINGEN EN
INSTRUCTIES ZODAT U DEZE LATER OOK
KUNT RAADPLEGEN
Gebruik van de machine
Ga bij gebruik van de machine altijd voorzichtig tewerk.
• Dit apparaat mag niet zonder toezicht door jonge of
lichamelijk zwakke mensen wordengebruikt.
• De machine mag niet als speelgoed wordengebruikt.
• Laat kinderen of dieren niet in de buurt van de werkomgeving
komen, en laat ze de machine nietaanraken.
• Let extra goed op wanneer u de machine in de buurt van
kinderengebruikt.
• Gebruik de machine alleen op een droge locatie. Het apparaat
mag niet natworden.
• Dompel het apparaat niet onder inwater.
• Open de carrosserie niet. Binnenin bevinden zich geen
onderdelen waaraan de gebruiker onderhoud kanuitvoeren.
• Gebruik het apparaat niet in een omgeving met
explosiegevaar, zoals in de nabijheid van brandbare
vloeistoffen, gassen ofstof.
• Controleer voor gebruik altijd of de bladen, de bouten van
de bladen en het maaigedeelte niet versleten of beschadigd
zijn. Vervang versleten of beschadigde bladen en bouten
tegelijkertijd zodat alles beter op elkaar afgestemdblijft.
• Werk nooit met de machine terwijl er mensen, en vooral niet
terwijl er kinderen of huisdieren dicht bij u in de buurtzijn.
• Bedenk dat de gebruiker van de machine verantwoordelijk is
voor eventuele ongelukken of voor gevaren waaraan andere
mensen of hun eigendommen wordenblootgesteld.
Vóór gebruik
• Draag altijd stevige schoenen en een lange broek wanneer
u de machine gebruikt. Werk niet met de machine op blote
voeten of op sandalen. Draag geen kleding die ruim zit of die
loshangende koorden of riemenheeft.
• Inspecteer het gebied waar u met de machine aan het werk
gaat grondig en verwijder alle voorwerpen die door de
machine kunnen wordenweggeslingerd.
• Controleer voor gebruik altijd of het blad, de bladmoer
en het maaigedeelte niet versleten of beschadigd zijn.
Vervang versleten of beschadigde componenten in sets
zodat de machine in balans blijft. Vervang beschadigde of
onleesbareetiketten.
Na gebruik
• Bewaar de machine na gebruik op een droge, goed
geventileerde plaats, buiten het bereik vankinderen.
• Kinderen mogen geen toegang hebben tot deopslaglocatie.
• Wanneer de machine in de auto staat, moet u de machine in
de kofferruimte plaatsen of goed vastzetten, zodat de machine
niet kan wegschieten bij plotselinge veranderingen in snelheid
ofrichting.
Inspectie en reparaties
• Controleer de machine vóór gebruik op beschadigingen
en defecten. Controleer de machine vooral op gebroken
onderdelen, schade aan de schakelaars en andere
omstandigheden die de werking ervan kunnenbeïnvloeden.
• Gebruik de machine niet in geval van een of meer beschadigde
of defecteonderdelen.
• Laat beschadigde of defecte onderdelen repareren of
vervangen door erkendereparateur.
• Probeer nooit andere onderdelen te verwijderen of vervangen
dan in deze handleiding zijnvermeld.
• Zorg dat uw vingers bij aanpassingen aan de maaimachine
niet klem komen te zitten tussen de bewegende bladen/delen
en de vaste delen van demachine.
• Onthoud dat bij het verrichten van onderhoud de bladen
kunnen bewegen, ook al is de machineuitgeschakeld.
Aanvullende veiligheidsinstructies voor
gazonmaaiers
• Vervoer de machine niet terwijl de stroomvoorziening
isingeschakeld.