28
11. Probleemverhelping
Fout Oorzaak Remedie
Motor start niet Beveiliging tegen olietekort reageert 
niet
Bougie vervuild
Geen brandstof
Batterijspanning te laag 
Controleer oliepeil, vul olie bij
Reinig of vervang de bougie
(elektrodeafstand 0,6 mm)
Vul bij/controleer de benzinekraan
Laad de batterij op
Generator heeft te weinig of geen 
spanning
Controller of condensator kapot
Overbelastingsbeveiliging is 
ingeschakeld
Luchtlter vuil
Contacteer uw verdeler
Start de circuitonderbreker en 
reduceer de verbruikers
Reinig of vervang de lter
N
L
12 Onderhoudsplanning
       Geregelde serviceperiode. Doe het     
       volgende na de aangegeven tijdsduur 
       maar minimaal na het gegeven aantal 
       bedrijfsuren.
    ONDERHOUDSPUNT 
 
Na elk 
gebruik
Eerste maand 
of 20 uur.
Elke drie 
maanden of 
50 uur
Elke zes 
maanden of 
100 uur
Elk jaar of 200 
uur.
Motorolie   Peil 
controleren
O
Verversen  O O
Luchtreiniger  Controleren O
Schoonmaken   O (1)
Bougie  Controleren, 
instellen
O
Vervangen O
Vonkvanger Schoonmaken  O
Klepspeling  Controleren, 
instellen
O (2)
Verbrandingskamer Schoonmaken Steeds na 300 uur. (2)
Brandstoftank en lter  Schoonmaken  O (2)
Brandstofslang Controleren Steeds na 2 jaar (zo nodig vervangen) (2)
Opmerken: 
(1) Vaker in een stofge omgeving. 
(2) Deze punten worden verricht door uw leverancier. Zie de handleiding voor de serviceprocedures. 
Wordt het onderhoudsplan niet goed gevolgd, dan kan dat resulteren in storingen die buiten de garantie vallen.