40
N
L
2.  BESCHRIJVING VAN HET 
APPARAAT (Fig. 1 - 11)
1.  Aanzuigluchtlter
2.  Drukvat
3.  Wiel
4.  Steunvoetje
5.  Snelkoppeling (geregelde perslucht)
6.  Manometer (ingestelde druk kan worden afgelezen)
7.  Drukregelaar
8.  AAN/UIT-schakelaar
9.  Transportgreep
10. Veiligheidsklep
11. Aaatplug voor condenswater
12. Manometer (keteldruk kan worden afgelezen)
13. Snelkoppeling (ongeregelde perslucht)
14. Bout
15. Blokje
16. Leertje
3.  INHOUD VAN DE VERPAKKING
 ● Luchtcompressor
 ● Luchtlter
 ● Zuigleiding
 ● Gebruiksaanwijzing en andere documenten
4.  TOEPASSINGSGEBIED
De compressor dient voor de persluchtopwekking voor 
pneumatisch gereedschap.
Wij wijzen erop dat onze gereedschappen overeenkomstig 
hun bestemming niet geconstrueerd zijn voor commercieel, 
ambachtelijk  of  industrieel  gebruik.  Wij  geven  geen 
garantie indien het gereedschap in ambachtelijke of 
industriële bedrijven alsmede bij gelijk te stellen activiteiten 
wordt gebruikt.
De machine mag slechts voor werkzaamheden worden 
gebruikt waarvoor ze bedoeld is. Elk ander verder gaand 
gebruik  is  niet  reglementair. Voor daaruit  voortvloeiende 
schade of verwondingen van welke aard dan ook is de 
gebruiker/bediener, niet de fabrikant, aansprakelijk.
5.  AANWIJZINGEN OMTRENT DE 
INSTALLATIE
 ● Controleer  het  toestel  op  transportschade.  Eventuële 
schade onmiddellijk aangeven aan de vervoeronderneming 
waarmee de compressor werd geleverd.
 ● De compressor dient nabij de verbruikers te worden 
geïnstalleerd.
 ● Vermijd lange luchtkabels en toevoerleidingen 
(verlengingen).
 ● Let op droge en stofvrije aanzuiglucht.
 ● De compressor niet in een vochtige of natte ruimte 
installeren.
 ● De compressor mag slechts in gepaste ruimten (goed 
geventileerd,  omgevingstemperatuur  +5°C  -  +40°C) 
worden gebruikt. In de ruimte mogen geen stof, zuren, 
dampen, explosieve of ontvlambare gassen zijn.
 ● De compressor is geschikt voor gebruik in droge ruimten. 
Hij mag niet worden gebruikt in zones waarin met 
spatwater wordt gewerkt.
 ● Vóór inbedrijfstelling dient het oliepeil in de 
compressorpomp te worden gecontroleerd.
6.  MONTAGE EN INGEBRUIKNEMING
  Let op!  
Voor ingebruikneming het apparaat zeker volledig 
monteren!
6.1  Montage van de wielen
Indien bijgeleverd, moet de wielenkit gemonteerd worden 
zoals weergegeven in afbeelding 2.
6.2  Montage van de standvoet
Indien  bijgeleverd,  moeten  de  rubber poten  gemonteerd 
worden zoals weergegeven in afbeelding 3.
6.3  Montage van de transportgreep (voor 
de modellen die hiervan voorzien zijn)
De transportgreep op de compressor vastschroeven zoals 
getoond in g. 4.
6.4  Montage van de luchtlter
Verwijder de transportstop met een schroevendraaier 
of  iets  dergelijks  en schroef  de  luchtlter  (ref.  1) op  het 
apparaat vast (Fig. 5a-5b).
geregelde druk.
 ● Tijdens het aansluiten van een pneumatisch gereedschap 
op een buis met perslucht die door de compressor wordt 
geleverd, moet  de luchtstroom die  uit deze buis  komt 
absoluut afgesloten zijn.
 ● Het gebruik van perslucht voor de verschillende 
toepassingen  die  mogelijk  zijn  (opblazen, 
pneumatische  gereedschappen,  lakspuiten,  wassen 
met reinigingsmiddelen uitsluitend op waterbasis enz.) 
veronderstelt kennis en inachtneming van de voorschriften 
die voor de afzonderlijke gevallen gelden.
 ● Controleer of het luchtgebruik en de maximale 
bedrijfsdruk van het te gebruiken luchtdrukgereedschap 
en verbindingsleidingen (met de compressor) geschikt 
zijn voor de op de drukregelaar ingestelde druk en met 
de hoeveelheid door de compressor geleverde lucht.
 ● De prestaties van de compressor worden gegarandeerd 
voor  een  werking  tussen  0  en  1000  meter  boven 
zeeniveau.