51
+XX°C
-XX°C
Temperatūras diapazons
>XX+XX< Materiāla apzīmējums
7. Kvalitātes standarti
• SR570 kombinācijā ar ventilatora vienību SR500/SR700:
EN12941:1998, klase TH3.
• SR570 kombinācijā ar saspiesta gaisa palīgierīci SR507 un
gaisa šļūteni SR358 vai SR359: EN14594:2005, klase 3B.
• SR570 kombinācijā ar saspiesta gaisa palīgierīci SR507 un
gaisa šļūteni SR360: EN14594:2005, klase 3A.
• SR570 kombinācijā ar aizsargcepuri: EN812:2012.
Sejsegs
PC jeb polikarbonāta sejsegs apstiprināts atbilstīgi standartam
EN166:2001.
Marķējums: SR1 BT 9
Sejsega ietvars
Sejsega ietvars apstiprināts atbilstīgi standartam EN166:2001.
Marķējums: SREN166 3 9 BT.
SRSundström Safety AB
1 – optiskā klase
3 – aizsardzība pret šķidruma šļakatām
9 – aizsardzība pret kausētiem metāliem/karstām cietvielām
BT – vidējas enerģijas trieciens ekstrēmā temperatūrā
Tipa apstiprinājumu saskaņā ar Regulu (ES) 2016/425 par
individuālajiem aizsardzības līdzekļiem (IAL) atbilstīgi stand-
artam EN812:2012 ir izsniegusi pilnvarotā institūcija Nr.0402.
RISE, Brinellgatan 4, 504 62 Borås, Zviedrija.
Tipa apstiprinājumu saskaņā ar Regulu (ES) 2016/425 par
individuālajiem aizsardzības līdzekļiem (IAL) atbilstīgi standar-
tam EN352-3:2002 ir izsniegusi pilnvarotā institūcija Nr.1974.
PZT GmbH, Bismarckstr. 264 B, D-26389 Wilhelmshaven,
Vācija.
Regulas (ES) 2016/425 par individuālajiem aizsardzības
līdzekļiem (IAL) tipa apstiprinājumu ir izdevusi pilnvarotā
institūcija Nr. 0194. Lai uzzinātu adresi, skatiet lietošanas
instrukcijas otru pusi.
ES atbilstības deklarācija ir pieejama vietnē www.srsafety.com
Gelaatsscherm SR570
1. Algemene informatie
2. Onderdelen
3. Gebruik
4. Onderhoud
5. Technische specificaties
6. Uitleg van de symbolen
7. Goedkeuringen
1. Algemene informatie
Ademhalingsbescherming moet altijd een onderdeel zijn van
een ademhalingsbeschermingsprogramma. Zie EN529:2005
voor adviezen. Deze normen geven informatie over de
belangrijke aspecten van een ademhalingsbeschermingspro-
gramma, maar zijn geen vervanging voor nationale en lokale
voorschriften.
Als u vragen hebt over de apparatuurkeuze of het onderhoud
van de apparatuur, raadpleeg dan uw leidinggevende of neem
contact op met uw verkooppunt. U kunt ook contact opnemen
met de afdeling Technical Service van Sundström Safety AB.
1.1 Beschrijving van het systeem
De SR570 maakt samen met de ventilatoreenheid SR500/
SR700 en goedgekeurde filters onderdeel uit van de Sund-
ström adembeschermingsinrichting met geforceerd ventilatie-
systeem volgens EN12941:1998 (afb. 1). De ademhalingsslang
moet worden aangesloten op de ventilatie-eenheid met filters.
De atmosferische overdruk die wordt veroorzaakt in de hoofd-
kap, voorkomt dat stofdeeltjes en andere verontreinigingen in
de ademzone komen.
De SR 570 kan ook worden gebruikt in combinatie met
persluchtaansluiting SR507 conform EN14594:2005 (afb. 2).
1.2 Toepassingsgebieden
De apparatuur is geschikt als filterbescherming in alle situaties
waarin een dergelijke bescherming wordt aanbevolen. Dit
geldt in het bijzonder voor plaatsen waar het warm is, en voor
fysiek zware of langdurige werkzaamheden. Bij de keuze van
de hoofdkap moet onder andere rekening worden gehouden
met het volgende:
• type verontreiniging;
• concentraties
• werkdruk;
• eisen aan de bescherming in aanvulling op
ademhalingsbeschermingsapparatuur.
Het vizier beschermt de ogen en het gezicht tegen verschil-
lende gevaren, zoals rondvliegende voorwerpen, stoten,
spatten en zwevende deeltjes.
De stootkap biedt hoofdbescherming die de gebruiker bes-
chermt bij botsingen met stilstaande objecten.
De risico's dienen te worden geanalyseerd door een persoon
die hiervoor geschoold is en ervaring heeft op dit gebied.
1.3 Waarschuwingen/beperkingen
Houd er rekening mee dat er lokale verschillen kun-
nen zijn in de voorschriften voor het gebruik van
ademhalingsbeschermingsapparatuur.
Gebruik de uitrusting niet in omgevingen:
• die direct levensgevaar of een gezondheidsrisico vormen;
• waar de omgevingslucht met zuurstof verrijkt is of niet het
normale zuurstofgehalte heeft;
• waar de aard van de verontreiniging onbekend is.
Gebruik de uitrusting niet:
• als de ventilator is uitgeschakeld. In deze ongewone situatie
biedt de apparatuur geen bescherming. Daarnaast bestaat
het gevaar dat zich in de hoofdkap een hoge concentratie
kooldioxide verzamelt, waardoor er een tekort aan zuurstof
ontstaat.
• als de gezichtsafdichting van de hoofdkap tegen het gezicht
niet is gegarandeerd. De gezichtsafdichting moet stevig op
uw gezicht drukken om voldoende druk op te bouwen voor
de benodigde beschermingsfactor. Dit kan moeilijk worden
als de gebruiker een baard of bakkebaarden heeft.
NL