222 223
DE
EN
FR
NL
Als een FM-station met een voldoende sterk signaal wordt gevonden, stopt het
zoeken en wordt het station afgespeeld. Als een RDS-zender wordt ontvangen,
verschijnt de zendernaam en eventueel radiotekst.
Gebruik voor het instellen van zwakkere stations de handmatige zenderkeuze.
8.4 Handmatige zenderkeuze
> Druk herhaaldelijk kort op < of > om de gewenste zender of frequentie in te
stellen.
Het display toont de frequentie in stappen van 0,05 MHz.
8.5 Scaninstelling
In deze menuoptie kunt u de gevoeligheid van de scanfunctie instellen.
> Houd kort de toets SELECT/MENU ingedrukt. Gebruik de toetsen < of > om de
optie [Instelling zenderscan] te selecteren en druk dan op SELECT/MENU.
> Selecteer of u de scan alleen bij sterke zenders [Alleen sterke zenders] of voor
alle stations (ook bij zwakke zenders) [Alle zenders] wilt laten stoppen.
Bij de eerste keer inschakelen is de frequentie 87,5 MHz ingesteld.
Als u al een station hebt ingesteld of opgeslagen, speelt de radio de als laatste
ingestelde zender af.
Bei RDS-zenders verschijnt de naam van de zender.
Om de ontvangst te verbeteren, kunt u de antenne opnieuw richten (zie punt
5.3.2).
8.2 FM-ontvangst met RDS- informatie
RDS is een methode voor het verzenden van aanvullende informatie via FM-zenders.
Omroepen met RDS verzenden bijv. hun stationsnaam of programmatype. Dit wordt
op het display weergegeven. Het apparaat kan de RDS-informatie RT (radiotekst), PS
(stationsnaam), PTY (programmatype) weergeven.
8.3 Automatische zenderkeuze
> Houd de toetsen < of > langer ingedrukt (2 tot 3 sec.) om automatisch naar het
volgende station met voldoende signaal te zoeken.
> Als alternatief kunt u ook op de toetsSELECT/MENU drukken.