21
4/ Het apparaat aansluiten
- Het apparaat moet worden gevoed met 230 V 50Hz.
- Het apparaat wordt aangesloten op de netspan-
ning met behulp van een 3-aderige kabel door
middel van een aansluitkast. In vochtige ruimten
zoals badkamers en keukens, moet de aansluit-
kast op een hoogte van minstens 25 cm van de
vloer worden geïnstalleerd.
- Om per ongeluk inschakelen van de thermische
schakelaar te voorkomen, met alle risico’s van-
dien, mag dit apparaat niet gevoed worden mid-
dels een externe schakelaar zoals bijvoorbeeld
een tijdschakelaar, of aangesloten worden op een
circuit dat regelmatig aan en uitgezet wordt door
de stroomleverancier.
- De installatie moet een omnipolair uitschakelsysteem bevatten met een contactopeningsafstand van
minstens 3mm.
-
Het is verboden om het apparaat te aarden. Nooit de hulpdraad (zwart) van het apparaat aarden.
- Indien de voedingskabel beschadigd is, moet hij ter voorkoming van elk risico, worden vervangen
door een gekwalificeerde persoon.
- Als een sturend of bestuurd apparaat wordt beschermd door een differentieel van 30mA: badkamer),
dan moet de voeding van de stuurdraad op dit differentieel worden beveiligd.
Tabel met commando’s die het apparaat kan ontvangen op de stuurstroomdraad
(moet worden gemeten tussen de stuurstroomdraad en de nulleider)
K
abel van het apparaat
Fase=Bruin
N
ulleider=Blauw
F
ASE
NULLEIDER
Elektriciteitsnet
1e geval : apparaat alleen
Stuurstroomdraad=Zwart
Drie mogelijke gevallen
A
pparaat niet bestuurd
D
e stuurstroomdraad is
nergens op aangesloten
2e geval: slavenapparaat
3e geval: hoofdapparaat
N
aar apparaat met cassette of de
programmeringscentrale
Naar stuurstroomdraad van een
apparaat met elektronische
regeling