Aan de hand van de snelheid waarmee het foutcontrolelichtje knippert, terwijl de printkop naar de positie voor het vervangen van de
inktpatroon wordt verplaatst, kunt u het inktvulniveau bestemmen. Zie de volgende tabel:
Controlelichtjes Procedure
Vervang de zwarte inktpatroon wanneer het foutcontrolelichtje
met dezelfde snelheid knippert als het controlelichtje van de aan/uit-netschakelaar.
Vervang de Clean Unit wanneer het foutcontrolelichtje tweemaal zo snel
knippert als het controlelichtje van de aan/uit-netschakelaar .
Vervang de zwarte inktpatroon en de Clean Unit wanneer
het foutcontrolelichtje continu brandt.
LED 2: Bedrijfslichtje (groene LED)
De PrintJet is bedrijfsklaar wanneer de groene LED continu brandt.
Knippert als de printer gegevens ontvangt of afdrukt, een inktpatroon vervangen wordt of inkt geladen c. q. de printkop gereinigd wordt.
LED 3: aanduiding "Overtemperatuur”
Duidt aan dat het systeem overhit geraakt is. De aanduiding gaat uit zodra de apparatuur weer bedrijfsklaar is. De PrintJet kan vervolgens
worden herstart.
LED’s 4-6: Performance indicator
The LED indicates the fusing performance of the system.
85