— PLAATSEN  (Zie B1, B2)
Boren voor het plaatsen reinigen en licht 
invetten. Het stofvrije toebehoren draaiend 
in de gereedschapopname duwen tot 
het vastklikt. De boor wordt automatisch 
vergrendeld. Vergrendeling controleren door 
aan het toebehoren te trekken.
— VERWIJDEREN  (Zie B3)
Trek de boorkop naar achteren (2) en trek de 
SDS boor uit de boorkop.
WAARSCHUWING! Uw nieuwe 
WORX-klopboor genereert een 
hoge kracht om uw werk snel en 
effectief uit te voeren. Door deze 
kracht kunnen SDS-boorkoppen van 
minderwaardige kwaliteit breken of 
blokkeren in de boorkophouder. Wij 
raden u daarom aan alle SDS-boorkoppen 
van hoge kwaliteit te gebruiken met dit 
gereedschap.
2. EEN GEREEDSCHAP IN DE 
BOORHOUDER ZETTEN(13) (Zie C)
Om de boorhouder te openen, draait u de 
voorzijde van de boorhouder rond terwijl u 
de achterzijde vasthoudt. Steek de boor in 
de boorhouder en draai de voorzijde in de 
omgekeerde recihting terwijl u de achterzijde 
vasthoudt. Zorg ervoor dat de boor zich 
midden in de boorhouder bevindt. Draai 
tenslotte de twee delen van de boorhouder 
in tegengestelde richting. De boor is nu in de 
boorhouder vastgezet.
3. AAN/UITSCHAKELAAR (Zie D)
Druk hierop om te starten en laat hem los om 
te stoppen. 
— AAN/UITSCHAKELAAR MET 
SNELHEIDSREGELING 
Druk hierop om te starten en laat hem los om 
te stoppen. De machine heeft een schakelaar 
voor variabele snelheid, zodat de snelheid 
stijgt als u de trekker verder intrekt – de 
snelheid wordt bepaald door de mate waarin 
u de trekker intrekt.
4. VERGRENDELING SCHAKELAAR (Zie D)
De schakelaar kan vergrendeld worden in de 
UIT-stand. Hierdoor vermindert de kans op 
het onopzettelijk inschakelen van de boor. 
Om de schakelaar te vergrendelen, plaatst u 
de keuzeschakelaar van de draairichting in de 
middelste stand.
5. VOOR- EN ACHTERWAARTSE DRAAI 
INSTELLING (Zie D)
Wijs de hamer van u af en druk de vooruit/
achteruit-hendel “ 
 “ naar links om vooruit 
te draaien. Druk de vooruit/achteruit-hendel “
 “ naar rechts om achteruit te draaien.
WAARSCHUWING: Verander de 
draairichting nooit wanneer het 
gereedschap draait, wacht tot deze 
gestopt is.
6. SELECTIE FUNCTIEMODUS (Zie E)
Het gebruik van het apparaat voor elke 
toepassing wordt ingesteld met de 
selectieschakelaar voor de functiemodus (8). 
Om te schakelen tussen de functies drukt 
u op de ontgrendelingsknop (15) en draait 
u de selectieschakelaar naar de gewenste 
bedieningsmodus.
Kies de Hamerboor 
positie voor simultaan 
boren en kloppen van 
beton of metselwerk. 
Kies de draaiboorpositie 
voor het indraaien van 
schroeven, boren in 
staal, hout en plastic.
WAARSCHUWING: De 
functieschakelaar mag alleen bij 
stilstand worden bediend.
7. WERKLAMPJE (Zie F)
Druk gewoon op de aan/uit-schakelaar om het 
licht in te schakelen. Het licht gaat uit als u de 
aan/uit-schakelaar loslaat. 
Led-verlichting voor verbeterde zichtbaarheid 
in een donkere omgeving. De led geeft ook de 
capaciteit van de batterij aan. Hij knippert als 
de batterij leegraakt.