EasyManua.ls Logo

Airpress HL 310 - Page 8

Airpress HL 310
Print Icon
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
6
4.0 INGEBRUIKNAME
1. Controleer of rekening is gehouden met de onder "Opstelling" gegeven
aanwijzingen.
2. De compressor is voor aflevering meestal niet gevuld met olie. Vul bij met
ongeveer 0,25 liter compressorolie tot aan de maximumstreep op de
oliepeilstok (13).
3. Monteer het luchtfilter (1) in de cilinderkop (verwijder daarvoor eerst de
kunststof- plug).
4. Monteer de olievulplug/oliepeilstok (13) op het carterdeksel (verwijder daarvoor
eerst de kunststofplug).
5. Vermijd verlengsnoeren. Is dit niet mogelijk, gebruik dan snoeren van voldoen-
de capaciteit en rol ze geheel af. Tabel verlengsnoeren:
0 - 10 meter: 3 x 1,5 mm
2
en 10 - 25 meter: 3 x 2,5 mm
2
Schakel met de handbediening van de drukschakelaar (4) de compressor in
(knop uittrekken).
De compressor zal nu gaan draaien, tenzij de ketel nog op druk staat (zie
manometer nr. 8).
Schakel de machine tijdens het draaien uitsluitend uit door de knop in te
drukken op de automatische drukschakelaar (4). Hierdoor wordt de persleiding
ontlucht en kan de compressor weer onbelast aanlopen.
5.0 BEDIENING
1. De automatisch werkende compressor zal bij een keteldruk (8) van 8 bar
stoppen. Wanneer weer lucht gebruikt wordt en de druk in de tank daalt tot 6
bar, zal de compressor opnieuw gaan draaien.
2. De meeste persluchtwerktuigen zijn berekend op een werkdruk van ongeveer 6
bar. Voor sommige toepassingen ligt deze druk nog lager. Om de juiste druk in
te kunnen stellen is de compressor voorzien van een reduceerventiel (5). Dit
ventiel kan de druk aan koppeling (6) instellen onafhankelijk van de keteldruk.
3. De instelling van het reduceerventiel gaat als volgt: draai de knop om de juiste
druk in te stellen (linksom geeft een lagere druk, rechtsom een hogere). De
ingestelde druk is af te lezen op manometer (7).
4. Aan de tank zijn twee extra pluggen (9) aangebracht die gebruikt kunnen
worden om een extra aftappunt te maken.

Related product manuals