NL 11
Let op!
• Gebruik nooit pannen met een vervormde bodem. Een holle of
bolle bodem kan de werking van de oververhittingsbeveiliging
belemmeren. Het toestel kan dan te warm worden waardoor de
glasplaat kan barsten en de panbodem kan smelten.
• Schade, ontstaan door het gebruik van ongeschikte pannen of
droogkoken, valt buiten de garantie.
Minimale pandiameter
• De minimale pandiameter bedraagt 14,5 cm.
Het beste resultaat bereikt u door een pan te nemen met dezelfde
diameter als de kookzone. Bij te kleine pannen schakelt de
kookzone niet in.
Snelkookpannen
• Inductiekoken is zeer geschikt voor het koken in snelkookpannen.
De kookzone reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook
snel op druk komt. Zodra u een kookzone uitschakelt, stopt het
kookproces direct.
Herkenning pan
• Een elektronische sensor detecteert de aanwezigheid of de
afwezigheid van de pan op een kookzone. Als de gebruikte pan
ongeschikt is voor magnetisch inductiekoken, of een pan die te
klein is, zal het hiernaast getoonde symbool weergegeven worden.
• Als een pan tijdens het koken van de kookzone weggenomen
wordt, zonder dat de betreffende knop op stand “0” gezet is, zal de
vermogenswaarde, die eerder ingesteld werd en op het betreffende
display weergegeven werd, automatisch door het symbool
vervangen worden.
• Als de pan correct op de kookzone teruggezet wordt, zal het
symbool uitgeschakeld worden en het koken normaal hervat
worden; wordt de pan niet teruggezet, dan zal het symbool na 10
minuten hoe dan ook uitgeschakeld worden.
• Om de kookzone dan weer opnieuw te kunnen gebruiken, moet de
betreffende knop eerst op stand “0” gezet worden en moet opnieuw
een gewenste vermogenswaarde ingesteld worden.
GEBRUIK