6 - 17
Periodieke regelingen en onderhoud
NL
6
NL
6
De banden controleren
1
2
3
1. Proeldiepte loopvlak
2. Zijwand
3. Slijtagemeter
Controleer de banden voor elk gebruik.
Als de proeldiepte in het midden zijn
voorgeschreven dieptepunt heeft bereikt;
als er spijkers of glasscherven in de ban-
den zitten; als er scheurtjes in de zijkant
zitten, laat u onmiddellijk de banden ver-
vangen door een dealer van Benelli.
Minimum proeldiepte loopvlak
(vooraan en achteraan):
1.6 mm
NOTA
De proeldieptelimieten voor het loop-
vlak kunnen van land tot land verschillen.
Leef altijd de wettelijke voorschriften na
van het land van gebruik.
WAARSCHUWING
• Laat alle banden met te veel slijta-
ge vervangen door een dealer van
Benelli. Behalve dat het niet wet-
telijk is om te rijden met te hard
versleten banden brengt dit ook
de stabiliteit van het voertuig tij-
dens het rijden in gevaar waardo-
or u de controle over het voertuig
kunt verliezen.
• Wij raden aan om alle onderdelen
van wielen en remmen, inclusief
de banden te laten vervangen
door een dealer van Benelli die de
nodige technische kennis en erva-
ring hiervoor heeft.
• Rijd niet te snel nadat u een band
heeft laten vervangen, zodat de
loopvlakken van de band kunnen
“inlopen” en u het er meeste uit
kunt halen.
Banden verouderen ook als ze weinig
worden gebruikt. Barsten in het loop-
vlak en in het rubber aan de zijkanten,
vaak in samenhang met vervorming,
zijn een duidelijk teken van verouderde
banden. Oude en verouderde banden
moeten worden gecontroleerd door
een bandenspecialist op geschiktheid
voor rijden.
WAARSCHUWING
• Voor- en achterband moeten van
hetzelfde merk zijn en dezelfde
vorm hebben omdat anders de
motor een andere rijligging kan
hebben en ongevallen kan vero-
orzaken.
• Controleer altijd of de dopjes op
de ventielen stevig aangehaald
zijn zodat er geen lucht uit kan on-
tsnappen.
Voorband:
Maten:
120/70 - ZR17 58W
Maten X:
110/80- R19 59V
To Next Page
Loading...
Need help?
General
