nl
112
Inhoudsopgave
1 Veiligheid..................................114
1.1 Algemene aanwijzingen .........114
1.2 Bestemming van het appa-
raat .........................................114
1.3 Inperking van de gebruikers ..114
1.4 Veiliger transport ....................114
1.5 Veilige installatie.....................115
1.6 Veilig gebruik..........................116
1.7 Beschadigd apparaat.............118
2 Het voorkomen van materiële
schade ......................................120
3 Milieubescherming en bespa-
ring............................................120
3.1 Afvoeren van de verpakking ..120
3.2 Energie besparen...................120
4 Opstellen en aansluiten...........121
4.1 Leveringsomvang ...................121
4.2 Criteria voor de opstellocatie .121
4.3 Apparaat monteren ................122
4.4 Het apparaat voor het eerste
gebruik voorbereiden .............122
4.5 Apparaat elektrisch aanslui-
ten...........................................122
5 Uw apparaat leren kennen.......122
5.1 Apparaat.................................122
5.2 Bedieningspaneel...................122
6 Uitrusting..................................123
6.1 Legplateau..............................123
6.2 Flessenrek ..............................123
6.3 Bewaarlade.............................123
6.4 Fruit- en groentelade met
vochtigheidsregelaar..............123
6.5 Deurrekken.............................124
6.6 Accessoires............................124
7 De Bediening in essentie.........124
7.1 Apparaat inschakelen.............124
7.2 Opmerkingen bij het gebruik .124
7.3 Machine uitschakelen.............125
7.4 Temperatuur instellen.............125
8 Extra functies ...........................125
8.1 Superkoelen ..........................125
8.2 Supervriezen...........................125
8.3 Vakantiemodus.......................126
8.4 Energiebesparingsmodus ......126
8.5 Versmodus .............................126
9 Alarm.........................................126
9.1 Deuralarm...............................126
9.2 Temperatuuralarm ..................127
10 Koelvak...................................127
10.1 Tips voor het bewaren van
levensmiddelen in het koel-
vak........................................127
10.2 Koudezones in het koelvak..127
11 Vriesvak..................................128
11.1 Invriescapaciteit....................128
11.2 Vriesvakvolume volledig
gebruiken .............................128
11.3 Tips voor het bewaren van
levensmiddelen in het vries-
vak........................................128
11.4 Tips voor het bevriezen van
verse levensmiddelen ..........128
11.5 Houdbaarheid van de diep-
vrieswaren bij −18°C ..........129
11.6 Ontdooimethodes voor
diepvrieswaren .....................129
12 Ontdooien...............................130
12.1 Ontdooien in het koelvak. ....130
12.2 Ontdooien in het vriesvak ....130
13 Reiniging en onderhoud........130
13.1 Apparaat voorbereiden
voor reiniging .......................130
13.2 Apparaat schoonmaken.......130
13.3 Onderdelen eruit halen ........131